Direct naar artikelinhoud
Verslaggeverscolumn

‘Van ­klimaatdrammer naar klimaat­vervuiler’: de opmerkelijke overstap van de politiek assistent van Rob Jetten naar Shell

Bij interviews in de wandelgangen van de Tweede ­Kamer komt vaak even een figuur in beeld die met een bezorgde blik de situatie overziet en overduidelijk geen ­journalist is.

Dat is de politiek assistent. Rechterhand van fractieleider of bewindspersoon. Sparringpartner, klankbord; tegendenker vinden ze zelf. Het zijn de schaduwfunctio­narissen van het Binnenhof: ze ­­hebben kennis van de dossiers en van de opvattingen van mede- en tegenstanders, directe toegang tot de partijleider, zijn aanwezig bij cruciale overleggen en hebben dus veel invloed. Premier Rutte trok ruw de gordijnen weg toen hij in het verkiezingsdebat van vorige week ‘Caroliene’ riep omdat zijn ­geheugen hem in de steek liet. Die Caroliene is Caroliene Hermans, zijn politiek assistent. Geheugensteun, dat zijn ze ook.

Hermans zat in de zaal toen Rutte riep. Naast haar zat Elise van Zeeland, die toen nog niet kon ­vermoeden dat ze een week later zelf het volle licht zou vangen.

Dat gebeurde door de tweet die ze maandag de wereld in stuurde: ‘NIEUWS. Vanaf 1 mei begin ik als Government Relations Advisor New Energies bij Shell.’ Het kwam haar op honderden overwegend negatieve reacties te staan. ‘Van ­klimaatdrammer naar klimaat­vervuiler’ – dat was de teneur.

Twitter bericht wordt geladen...

Elise van Zeeland is 29 jaar en al vier jaar politiek assistent van de fractieleider van D66. Eerst van Alexander Pechtold, wiens crisiscommunicatie ze verzorgde toen hij onder vuur lag door relationele perikelen. Daarna van diens opvolger, Rob Jetten.

Ze is verbaasd over de reacties, vertelt ze als ik haar een dag later spreek in haar kantoor op de D66-verdieping. Verbaasd over de ver­bazing dus – een reactie die je in Den Haag vaker ziet. Ze maakt deze stap vanuit maatschappelijke betrokkenheid, vertelt ze. Veranderen doe je van binnenuit en ze wil niet langs de zijlijn staan. Wat hielp was dat haar vader dertig jaar bij Shell werkte, zo heeft ze het als een mooi en interessant bedrijf leren kennen. ‘Grote bedrijven zijn niet slecht, maar zorgen voor banen.’

Elise van Zeeland: verbaasd over boze reacties.Beeld Jeroen Mooijman

Ze gaat naar de niet-fossiele kant van Shell, de afdeling zonne- en windenergie. Eigenlijk ligt werken voor Shell dan in het verlengde van werken voor Jetten, vindt ze. ‘Ik zie dit als een groene stap, zodat we straks een groene planeet kunnen doorgeven.’

Ze heeft gewoon moeten solliciteren, zegt ze. ‘Vriendinnen op de Zuidas worden door headhunters benaderd. ‘Dat gebeurt hier niet. Ik ben geen politica, dit is gewoon een baan voor me. Het was tijd voor wat anders. Veel collega’s gaan naar ­ministeries, daarom valt mijn stap op.’ Welke overwegingen Shell ertoe brachten haar aan te nemen, durft ze niet te zeggen.

Een dergelijke transfer is gebruikelijk in draaideurpaleis Het Binnenhof. Kamerlid De Liefde ging naar Uber, Kamerlid Duisenberg werd lobbyist voor de Universiteiten, veel collega’s gingen naar koepelorganisaties of werden branchevoorzitter. Ook het grensverkeer in omgekeerde richting, van lobby naar politiek, is intens. Wie goed is ingevoerd op het Binnenhof, de taal van politici spreekt en de ­codes kent, kan immers deuren openen. Voor Shell moet de kennis van Van Zeeland van onschatbare waarde zijn: ze weet hoe in de coalitie over energietransitie wordt gedacht.

Veranderen van binnenuit.

Government relations advisor heet haar baan, lobby kent vele ­benamingen. Onlangs was ik op een bijeenkomst waar lobbyisten en aanverwanten over hun vak spraken. Zoals altijd klonken er grote zorgen. We staan er niet best op, was de teneur; mensen wantrouwen ons, de beeldvorming is negatief. De BVPA, Beroepsvereniging Voor Public Affairs, wil daarom de normen aanscherpen waaraan het gedrag van lobbyisten moet voldoen.

Tegelijk is de acceptatie vrijwel unaniem. Van links tot rechts vinden politici lobbyisten nuttig. Ze leveren informatie die we nog niet hadden, is de redenering. Dat heeft zo zijn reden. Kamerfracties zijn chronisch onderbemand, die hebben de middelen niet om zelf informatie te zoeken en zijn dus afhankelijk van wat lobbyisten aan­dragen. Niet het gedrag van de lobbyist moet daarom aan strengere regels worden onderworpen, maar dat van de politicus; die is immers verantwoordelijkheid voor hoe hij informatie verzamelt.

‘Klimaatdrammer’ Rob Jetten.

In toenemende mate gebeurt dat al. Een van de onlangs ingevoerde regels is dat voor vertrekkende bewindspersonen en topambtenaren een afkoelperiode van twee jaar geldt waarin ze geen contact mogen onderhouden met het ministerie waar ze werkten. Zou een dergelijke afspraak voor ­Kamermedewerkers gelden, dan was de overstap van Van Zeeland niet mogelijk geweest.

Het gaat niet om haar, om D66 of Shell, maar om wat zo’n overstap zichtbaar maakt: een netwerk van belangen dat de ongelijke toegang tot de macht in stand houdt. Zo wordt de argwaan gevoed.