Direct naar artikelinhoud
Reportage

Het ‘grand débat’ in Frankrijk legt oude kwalen bloot, wat heeft Macron zijn kiezers nog te bieden?

PResident Emmanuel Macron bij het nationaal debat in Gréoux les Bains in het zuidoosten van Frankrijk.Beeld Photonews

Emmanuel Macron lanceerde het idee op het dieptepunt van de gele hesjes-crisis: een ‘groot nationaal debat’. 9000 bijeenkomsten in feest- en clubhuizen zitten erop. De president redde er zijn huid mee, maar vraag is of hij zijn kiezers iets te bieden heeft.

Ze zijn door het lot aangewezen, ruim zeventig jongeren uit alle hoeken van Frankrijk. Allemaal staan ze op het terrein van The Camp, in de buurt van Aix-en-Provence. The Camp, een futuristisch complex midden in het Provençaalse kreupelhout, presenteert zich als ‘een basiskamp voor de toekomst’ waar oplossingen voor ‘een snel veranderende wereld’ worden bedacht. Op een tafel staan kannen met koffie, detox-thee en schalen met biologische wortel- en citroencake.

Staatssecretaris jeugdzaken Gabriel Attal, zelf ook nog maar 30, is gekomen om het idee van het nationaal debat (zie kader) toe te lichten. Deze speciale bijeenkomst, vertelt hij, is ingelast omdat jongeren zich nog niet hebben laten horen. “Wij hebben jullie mening nodig”, zegt hij. “Want die is ons net zoveel waard als die van alle andere Fransen.” Hij zal er alleen niet bij blijven. “Want wij van de regering gaan er niet bovenop zitten, de uitwisseling van ideeën moet vrij zijn.”

Ik vind vooral alles wat met het milieu te maken heeft belangrijk. Bij ons in het dorp heb je geen bijen en vogels meer door de pesticiden.
Alexandra Ravaudet, serveerster

Alexandra Ravaudet had nog nooit gehoord van het ‘grand débat’ waar de media al twee maanden uitgebreid verslag van doen, zegt zij eerlijk. Maar belangrijk lijkt het haar wel, meent de 21-jarige die in het Bretonse Saint-Malo als serveerster in een restaurant werkt. “Het gaat over onze toekomst. Ik vind vooral alles wat met het milieu te maken heeft belangrijk. Bij ons in het dorp heb je geen bijen en vogels meer door de pesticiden die ze in de buurt gebruiken.”

Milieubeleid is een van de vier thema’s waar de deelnemers zich over moeten uitspreken. De andere drie zijn belastingen en overheidsuitgaven, democratie en burgerschap en organisatie van de staat en publieke diensten. Aan twaalf tafels buigt iedereen zich geassisteerd door een oudere vrijwilliger – een facilitateur – over de materie.

Aan tafel vijf komt het gesprek moeizaam op gang. De regering zit er niet letterlijk bovenop, maar heeft wel veel richtlijnen achtergelaten waaraan het debat moet voldoen. Zo is de deelnemers gevraagd om nadelen te formuleren bij elk onderwerp, maar ook voordelen. Een en ander moet per tafel leiden tot een synthese en een voorstel waar iedereen zich in kan vinden. Op die voorstellen kan vervolgens worden gestemd om zo een rangorde in prioriteiten te verkrijgen. Het milieu prijkt bovenaan, op ruime afstand van de nummer twee, ‘rechtvaardiger belastingen’.

Geeuw

Een mevrouw van de interministeriële werkgroep die het project leidt, staat halverwege de sessie op om de hele zaal nog een en ander te verduidelijken. In haar toespraak vallen veel modieuze termen als toegankelijkheid, open data, inclusiviteit en transparantie, dan wel totale transparantie. Niet iedereen kan een geeuw onderdrukken.

In de pauze verzucht Alexandre Perez (21) uit La Rochelle, net gestopt met een studie geschiedenis, dat hij het allemaal best nuttig vindt, maar dat hij ook de indruk heeft dat het nationale debat vooral een communicatie-offensief is van Emmanuel Macron. “Het ging niet goed met hem toen de gele hesjes herrie begonnen te maken. En er zijn binnenkort Europese verkiezingen, daar heeft dit denk ik veel mee te maken.”

Door het woord aan het volk te geven, liet Macron zien dat hij een man van de dialoog is

Zeker is dat het debat Macron heeft geholpen om op adem te komen. Hij kondigde het 13 januari aan, op het hoogtepunt van de problemen met de gele hesjes. De manifestaties in het hele land tegen ‘alles wat alleen maar duurder wordt’ hadden de steun van een ruime meerderheid van de bevolking. Door het woord aan het volk te geven, liet het staatshoofd zien dat hij een man van de dialoog is. Met de uitkomst zou hij ernstig rekening houden, beloofde hij.

De belangrijkste doelstelling – het indammen van de gele revolte – is gehaald. Terwijl Macron begon aan een marathon in allerlei gymzalen waar hij zelf de mouwen opstroopte om urenlang vragen van burgemeesters en burgers te beantwoorden, nam de waardering voor de gele hesjes langzaam maar zeker af.

Twee maanden later juicht de regering dat de Fransen massaal de kans hebben gegrepen om zich te laten horen. Maar daar valt veel op af te dingen. In totaal werden de afgelopen tijd zo’n 9000 debatten georganiseerd in feest- en clublokalen in het hele land. Dat is veel, maar de bijeenkomsten trokken volgens schattingen van het politicologische onderzoeksinstituut Cevipof gemiddeld 70 mensen, ruim 630.000 mensen kwamen er op af. Dat is aanzienlijk, maar het is niet meer dan ongeveer 1,5 procent van het electoraat.

Bovendien was het publiek niet bepaald een afspiegeling van de Franse samenleving. Gepensioneerden en veertigplussers waren oververtegenwoordigd, en gilets jaunes werden weinig waargenomen. Toch is het een behoorlijk succes, denkt de historicus Christophe de Voogd, auteur van een standaardwerk over de Nederlandse geschiedenis in het Frans en tegenwoordig onder andere actief voor de progressief-liberale denktank Fondapol. “Met zoveel aandacht in de media en anderhalf miljoen online bijdragen moeten we vaststellen dat dit initiatief voorzag in een grote behoefte. Het was een slim, eenvoudig en relevant idee.”

Rampzalig

De vraag is alleen hoe het verder moet. Wat gebeurt er met de uitkomsten van het debat die nu op een rijtje worden gezet? Sommige maatregelen zijn populair en hoeven niet veel te kosten, of zelfs helemaal niets. Dat geldt bijvoorbeeld voor het idee om het aantal leden in de Franse Tweede Kamer, de Assembleé Nationale, te verminderen. Bijvoorbeeld van de huidige 577 naar 477. Zo’n ingreep kost niets en komt tegemoet aan het diepe wantrouwen tegen zakkenvullende politici.

Maar daarmee is de president er niet. Het grote, structurele probleem van Macron is zijn geringe draagvlak, benadrukt De Voogd. “Zijn aandeel op de kiezersmarkt is nu minder dan 25 procent, ongeveer gelijk aan zijn score in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen van 2017. Je moet je niet blind staren op zijn score van 66 procent tegen Marine Le Pen in mei 2017. Dat was meer een nee tegen Le Pen dan een ja tegen Macron. Nu Macrons partij La République en marche (LREM) in de peilingen voor de Europese verkiezingen voorop gaat in de peilingen (met ongeveer 23,5 procent), denken velen opnieuw dat er eigenlijk niet veel aan de hand is. Dat is een enorme vergissing.’

Dat Macron in mei gaat winnen is bovendien allerminst zeker. Het Rassemblement National (RN) van Le Pen zit LREM met ongeveer 21 procent op de hielen. “De score van de partij van Thierry Baudet bij jullie zullen weinigen hebben voorspeld, RN kan LREM nog aftroeven. Macron neemt bovendien een groot risico met de lijstrekker van zijn partij, minister van Europese zaken Nathalie Loiseau. Loiseau heeft bij uitstek het profiel van een pro-Europese technocraat. Ze was ook nog eens directeur van de door veel Fransen grondig gehate eliteschool ENA, waar veel politici en hoge ambtenaren werden opgeleid.

De president blijft kortom kwetsbaar. Dat maakt de druk om toe te geven aan de roep om ‘fiscale rechtvaardigheid’, het meest genoemde probleem in alle debatten, volgens De Voogd bijna ondraaglijk. “Deze crisis krijgt vrees ik – als ik afga op de ideeën die circuleren in regeringskringen – een heel paradoxale uitkomst. Wat juist begon als een opstand tegen de lastendruk – de groene taks op dieselbenzine was de lont in het kruidvat – loopt uiteindelijk uit op lastenverzwaringen.”

Een dergelijk resultaat zou rampzalig zijn, verzucht De Voogd. “Want Frankrijk heeft nu al de hoogste lastendruk voor burgers en bedrijven en de hoogste overheidsuitgaven van de eurozone.”

Dat de rijkste 10 procent van de werknemers 70 procent van de inkomstenbelasting opbrengen, dat maar weinig landen in de wereld zoveel welvaart herverdelen, daar hoor je nooit iemand over
Christophe de Voogd, historicus

Pijnlijk afscheid

Zo bezien zijn de gele hesjes en het nationale debat de laatste oprispingen van oude kwalen. “Frankrijk kent geen echte economische cultuur, het debat is zwaar ideologisch en wordt grotendeels feitenvrij gevoerd. Dat de rijkste 10 procent van de werknemers 70 procent van de inkomstenbelasting opbrengen, dat maar weinig landen in de wereld zoveel welvaart herverdelen, daar hoor je nooit iemand over. Een ander cijfer waar mensen van zouden moeten schrikken maar dat geen enkele indruk maakt: Fransen maken 1 procent van de wereldbevolking uit, maar ze nemen 10 procent van alle sociale uitgaven voor hun rekening. Toch is men er vast van overtuigd dat men in een keihard, ultra-liberaal regime leeft waarin alle voorzieningen worden afgebroken.

“Bezuinigen en minder uitgeven is in deze context een garantie voor een nieuwe opstand. Macron zal ook niet terugkomen op zijn hervorming van de vermogensbelasting en een flattax van 30 procent op inkomsten uit kapitaal, maatregelen die zijn bedoeld om Frankrijk aantrekkelijker te maken voor investeerders. Blijft dus over: doorgaan op de ingeslagen weg, hogere belastingen.”

Het zijn de kiezers van Macron die in dat geval de rekening betalen, weet De Voogd zeker. “Dat is onvermijdelijk. Je kunt niet meer vragen aan de lagere middenklasse, aan de gele hesjes die zeggen moeilijk rond te komen. De hogere middenklasse is de klos. Die zal dat Macron niet in dank afnemen.”

Uiteindelijk is de financiële toestand van Frankrijk de oorzaak van de huidige spanningen, denkt De Voogd. “Om historische redenen zijn wij verslaafd aan de grote staat, die God is in dit land, zoals we ook zijn geobsedeerd door gelijkheid. Beide elementen gaan terug tot de Franse Revolutie. Maar het is gedaan met de almacht van l’État, we hebben er het geld niet meer voor. De staatsschuld is nu bijna 100 procent van het bbp: er gaat net zoveel uit, als er binnenkomt. We moeten dus afscheid nemen van een model dat dit land in de loop der eeuwen heeft gemaakt tot wat het is. Dat is bijzonder pijnlijk.”

Koopkracht is grootste klacht 

Het grand débat national is een ‘unieke democratische ervaring’ genoemd. Wat betreft de duur en de omvang van de consultatie klopt dat zeker. Ruim twee maanden lang vonden er overal in het land duizenden bijeenkomsten plaats. Er was een ronde van speciale regionale evenementen en burgers konden online en in speciale registers op gemeentehuizen hun grieven kwijt. Onderzoeksbureau Opinionway verwerkt nu alle uitkomsten en notulen tot een rapport. Waarschijnlijk zal de koopkracht bovenaan de klachtenlijst van de Fransen prijken. Op de voet gevolgd door belastingen en het gebrek aan voorzieningen in afgelegen gebieden. Ook de kwestie die aanleiding was voor de gelehesjescrisis – klimaatmaatregelen – heeft veel losgemaakt. In de loop van volgende maand zal president Macron na een debat in het parlement maatregelen aankondigen.

Lees ook:

Geelhesjes Béa en Patrice zijn de elite zat: ‘Laat ze eerst zelf maar eens bezuinigen’

Arm zijn ze niet, maar aan het einde van elke maand staan ze rood. Béatrice LHeureux en Patrice Desforges dragen hun gele hesjes met overtuiging. ‘Dit is een kans om eindelijk iets te veranderen.’