De Wet Massaschade is definitief aangenomen. De Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie, zoals de officiële naam luidt, biedt de unieke mogelijkheid om collectief schade te eisen. Welke gevolgen heeft de wet op commissarissen en bestuurders?

De Wet afwikkeling massaschade in collectieve actie (“Wet Massaschade”) is op 19 maart goedgekeurd door de Eerste Kamer. De Wet Massaschade maakt het voor gedupeerde consumenten en bedrijven makkelijker om in een collectieve actie schade te verhalen, vergelijkbaar met de Amerikaanse “class action”.

Zie ook: Commissaris, voorkom aansprakelijkheid en pak je rol

Ook al voor de invoering van de wet, werden ondernemingen in het huidige tijdsgewricht steeds vaker geconfronteerd met massaclaims ingediend door claimstichtingen. Dit soort claims hebben een grote impact op de bedrijfsvoering en reputatie van deze ondernemingen. Sprekende voorbeelden zijn het sjoemeldieselschandaal, de woekerpolis-affaire en het beeldbuiskartel (verboden prijsafspraken tussen beeldbuisproducenten die werden doorberekend aan klanten). De Wet Massaschade biedt de unieke mogelijkheid om collectief schade te eisen. Dit versterkt de positie van benadeelde partijen. Er is zelfs sprake empowerment van de consument. De Wet Massaschade gaat waarschijnlijk later dit jaar in. De wet is nota bene van toepassing op alle claims die zijn ontstaan na 15 november 2016.

De verwachting is dat een massaclaim niet alleen grote ondernemingen en multinationals zal treffen, maar ook het MKB (inclusief haar bestuurders en toezichthouders). De wet is uitdrukkelijk bedoeld om schaden van het brede publiek collectief af te wikkelen. Eigenlijk moet elke onderneming, die producten en/of diensten levert, bedacht en berekend zijn op het risico van een massaclaim.

Doordat ondernemingen makkelijker door een collectieve groep van gedupeerden zijn aan te spreken, zullen de claims al snel hoog kunnen oplopen.

Wet Massasschade: nu ook schade vorderen

De Consumentenbond lobbyt naar eigen zeggen al 30 jaar voor deze wet: ‘De nieuwe wet betekent een enorme versterking van de positie van Nederlandse consumenten.’ Een historisch moment. Met de Wet Massaschade kunnen belangenorganisaties, zoals de Consumentenbond en haar medelobbyisten voor deze wet ANWB en Vereniging Eigen Huis, via de rechter collectief schadevergoeding vorderen voor groepen consumenten die door dezelfde gebeurtenis schade hebben geleden. De rechter bepaalt vervolgens in één procedure of een bedrijf de regels heeft overtreden én wat een gepaste schadevergoeding is.

De meest in het oog springende wijziging is dus dat de rechter in de toekomst een collectieve schadevergoedingsclaim kan toewijzen. Momenteel kan dit nog niet. Voor het vaststellen van de hoogte van de schade moeten claimanten nu nog individueel naar de rechter of een regeling treffen. Een dergelijke regeling kan door het Gerechtshof Amsterdam algemeen verbindend verklaard worden voor niet-aangeslotenen (zoals bij Fortis vorige zomer). Loopt dat op niets uit, dan moeten gedupeerden alsnog individueel naar de rechter te stappen. Voor veel gedupeerden is die drempel nu te hoog. Juridische procedures zijn vaak duur, ingewikkeld en langdurig, waardoor veel gedupeerden ervan afzien.

De Wet Massaschade zorgt er ook voor dat Nederland internationaal gezien in Europa een unieke positie inneemt wat betreft de mogelijkheden van collectieve claims. Dat zal mogelijk tot verhoogde claimdruk richting Nederlandse vennootschappen en haar bestuurders en toezichthouders zorgen in het kader van international forumshopping. Deze trend was al zichtbaar onder de oude wetgeving (met zaken zoals Fortis, Petrobas en Steinhoff). Op Europees niveau wordt momenteel gewerkt aan een Europese regeling aangaande massaclaims, die op de nodige weerstand stuit. Nederland zal dus haar unieke positive de komende periode behouden.

Waarborgen voor aangesproken ondernemingen en functionarissen

De Wet Massaschade biedt waarborgen voor de aangesproken ondernemingen en functionarissen tegen ongefundeerde of lichtvaardige claims en wildgroei van claimstichtingen/belangenorganisaties. De wet stelt een register in voor claimstichtingen/belangenorganisaties en biedt de mogelijkheid van aanwijzing van een exclusieve belangenbehartiger door de rechter (die namens álle belangenbehartigers zal procederen). Verder stelt de wet strenge eisen aan een claimstichting/belangenorganisatie qua governance, financiering en representativiteit. Er mag in principe geen winst worden gemaakt door de personen achter de organisatie.

Voor de collectieve claim zelf gelden ook hoge eisen. Zo moet een belangenorganisatie aantonen dat het voeren van deze collectieve vordering efficiënter en effectiever is dan het instellen van een individuele vordering. Hierbij wordt gekeken naar overeenkomstigheden, de grootte van de groep en de grootte van het financieel belang. Verder geldt als vereiste dat er een nauwe verbondenheid moet zijn met de Nederlandse rechtssfeer (om forumshopping te voorkomen). Bij een evident ondeugdelijke claim kan een hoge proceskostenveroordeling worden opgelegd van vijfmaal het liquidatietarief.

Conclusie

Bij bestuur en toezicht op MKB-bedrijf, dat grootschalig producten en/of diensten in de markt zet, is het verstandig om risico op een massaclaim mee te nemen in het kader van het risicomanagement van de onderneming. Een massaclaim richt zich geregeld ook rechtstreeks tot het bestuur en de toezichthouder. Consumenten en hun belangenorganisaties hebben met de Wet Massaschade, dat de mogelijkheid tot schadevergoeding biedt, een sterkere positie. Dat zal zorgen voor een andere dynamiek.

Bij de vraag of – achteraf gezien – zorgvuldig is gehandeld zal aan de orde komen:
1. Is tijdig geïnventariseerd welke risico’s op een massaschade claim de onderneming liep;
2. Waren die risico’s te voorkomen of te beperken;
3. Waren de risico’s af te wentelen, bijvoorbeeld door gebruik van algemene voorwaarden, het onderbrengen van de activiteiten in een aparte rechtspersoon. Waarom dekten de verzekeringen dergelijke risico’s niet?
4. Golden er (governance) regels binnen het bestuur en toezicht om periodiek de risico’s te evalueren.
5. Welke maatregelen staan paraat mocht het risico de onderneming desondanks treffen

Frits van der Woude en Bart-Adriaan de Ruijter van Kennedy Van der Laan, partner van Commissarissen.nl