Achtergrond

Wat klimaatscepsis betreft verwoordt Thierry Baudet een gevoel dat breed leeft

26-03-2019 17:13

Het waren dus toch de ‘klimaatverkiezingen, precies zoals Jesse Klaver het vorige maand voorspelde op het partijcongres van GroenLinks. En die verkiezingen hebben laten zien dat Nederland veel minder op heeft met het klimaat dan het wel eens lijkt. De partij die de grootste werd (FvD) heeft een openlijk klimaatsceptische partijleider en ziet het klimaatbeleid als geldverspilling.

De klimaatscepsis van Thierry Baudet en zijn klaagzang op het ambitieuze klimaatbeleid worden massaal weggehoond door deugende commentatoren, columnisten en twitteraars. Toch verwoordt Baudet een gevoel dat breed leeft. Dat bleek al veel eerder dan bij de verkiezingsuitslag van afgelopen week. Rapporten van het Sociaal en Cultureel Planbureau laten dit al jaren zien.

SCP-onderzoekers die ieder kwartaal de stemming in het land peilen vragen standaard naar de belangrijkste problemen in Nederland. Het percentage dat spontaan woorden noemt als ‘klimaat’, ‘duurzaamheid’ of ‘energie’ schommelt al tien jaar rond de 1 procent. Juist jongeren, opgegroeid met alarmistische verhalen over mondiale opwarming, blijken zich er ‘weinig tot heel weinig’ voor te interesseren.

We willen klimaatverandering best erkennen als een probleem, zo blijkt, en het mag ook wat kosten om er iets aan te doen, maar het moet niet te gek worden. Investeren in verbetering van zorg, onderwijs, veiligheid, mobiliteit en woonwijken kan rekenen op veel meer steun, net als extra geld voor de bestrijding van armoede, werkloosheid en terrorisme, of stimulering van onderzoek en technologie. Zelfs het verbeteren van de ‘bescherming tegen het water’ kan volgens het SCP rekenen op twee keer meer steun dan ‘de aanpak van internationale milieuproblemen en klimaatverandering’.

Dat zowel het kabinet als diverse oppositiepartijen met zoveel voortvarendheid hebben ingezet op een thema dat in het land zo weinig leeft, is een grote miskleun gebleken. Na eindeloze sessies aan de klimaattafels van Ed Nijpels over ‘de grootste verbouwing van Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog’ blijkt dat we er helemaal niet zo’n zin in hebben. Forum voor Democratie heeft dat als enige goed aangevoeld.

In 2016 onderzocht het SCP de opvattingen over de energietransitie. Minder dan de helft vindt dat ‘overtuigend is aangetoond’ dat het verbranden van steenkool, olie en gas grote invloed heeft op het klimaat. Bij steun voor de energietransitie blijken klimaatoverwegingen ‘slechts een ondergeschikte rol’ te spelen; luchtvervuiling, grondstoffenschaarste en afhankelijkheid van politiek instabiele regio’s worden meer gezien als een probleem. Mogelijk pleit FvD daarom voor uitbreiding van kernenergie. Immers, kerncentrales vervuilen de lucht niet en maken gebruik van uranium dat volop op aarde aanwezig is. Dat kerncentrales ook geen CO2 uitstoten, zou Baudet volstrekt koud moeten laten.

Het SCP toonde nog iets anders aan dat werd bevestigd bij de verkiezingen. Er is grote eensgezindheid dat de meeste mensen alleen maar willen overstappen op duurzame energie ‘als hen dat niets extra kost’. Het vooruitzicht van een miljardenrekening – die Baudet nog eens vermenigvuldigde voor zijn eigen kostenberekening – zal niet hebben geholpen om steun voor het klimaatbeleid te vinden. En dan zijn we er volgens het SCP ook nog beducht voor ‘om internationaal voor de muziek uit te lopen’.

Wat nu? Om de gemoederen in de samenleving te bedaren, moeten we de energietransitie eerlijk en nuchter bespreken, dus de voors én tegens van alle energiebronnen, met erkenning van beperkingen en risico’s. Zo zullen de ‘klimaatdrammers’ moeten erkennen dat er nog geen land is waar het is gelukt om met een volle inzet op wind- en zonne-energie de CO2-uitstoot fors en betaalbaar naar beneden te brengen.

Om de energietransitie vorm te geven, zou Nederland meer een beroep moeten doen op wat gerenommeerde kennisinstituten al langer beweren. Om de CO2-uitstoot drastisch te verlagen en verdere opwarming van de aarde te voorkomen, moeten we vraagstukken rationeel en pragmatisch benaderen. Sluit geen opties uit. Pas technologieën toe waar ze geschikt zijn. Zorg voor een voorspelbaar, stabiel beleid. Faciliteer onderzoek en ontwikkeling. Informeer de bevolking zodat ze zin en onzin kan onderscheiden. Minimaliseer kosten. Verdeel de kosten en baten eerlijk.

Intussen moeten de politici leren de kunst te verstaan om prioriteiten te wegen en de samenleving bij elkaar te houden. Na de klinkende verkiezingszege van FvD is de opgave alleen maar groter en complexer geworden.