Links heeft het moeilijk in de wereld, en zeker in Nederland
Wilt u dit artikel liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.
Links heeft het zwaar in deze wereld. Het rapport van de speciale aanklager Robert Mueller, dat Trump vrijwel geheel schijnt vrij te pleiten, is daar een schrijnend voorbeeld van. Heel links geloofde in een samenzwering van Trump met de Russen, waarbij steeds met nadruk werd vermeld dat Mueller – zelf een Republikein – een blazoen heeft van onkreukbaarheid. Voor de Democraten was Mueller bij voorbaat een held: hij zou Trump neerhalen. Dat het omgekeerde is gebeurd – zoals we het nu kunnen zien in een gedegen onderzoek – maakt het nog pijnlijker.
‘We’ve All Just Made Fools of Ourselves– Again’, schreef columnist David Brooks gisteren in The New York Times. We hebben onszelf weer voor gek gezet. Opnieuw, want zijn krant wist twee jaar geleden te voorspellen dat Hillary Clinton de verkiezingen zou winnen. Brooks begint zijn stuk met citaten van vooraanstaande Amerikanen, onder wie de populaire Democratische presidentskandidaat Beto O’Rourke, die allen voetstoots hebben aangenomen dat Trump heeft geheuld met de Russen. Nu daarvoor geen bewijs is, vindt Brooks het een kwestie van fatsoen dat zij daarvoor hun excuses aanbieden aan de president. We zullen zien.
In Nederland is alleen Derk Jan Eppink een van de weinigen geweest die consequent heeft betoogd dat Mueller geen enkel bewijs had gevonden voor Trumps vermeende landverraad. Ook waarschuwde de oud-columnist van deze krant ervoor dat het blindstaren op Russische inmenging weleens als een boemerang zou kunnen neerdalen op de hoofden van degenen die Trump ten val willen brengen. Bijzonder knap gezien van iemand die geboren is in Steenderen – daar staat een kaasfabriek van Campina – en die heeft gezeten op een protestants-christelijke scholengemeenschap in Doetinchem – daar voetballen de superboeren. Bij de verkiezingen voor het Europees Parlement zal Eppink binnenkort optreden als lijsttrekker van Forum voor Democratie. Ik stel me voor dat de afgelopen week in huize Eppink tweemaal de vlag in top is gegaan en dat hij zich erg verheugt op de komende verkiezingsdebatten. Hij heeft misschien niet de American dream waargemaakt, maar wel die van De Graafschap: promotie naar de Europese top.
In de wereld heeft links het moeilijk, maar in Nederland heeft links het nog moeilijker. Dat zag je aan het optreden van Freek de Jonge op het Boekenbal. Freek wilde het recente verkiezingssucces van Forum voor Democratie aan de orde stellen en in een volle zaal stond hij op, juist toen dat Eveline Aendekerk van de CPNB om een minuut stilte vroeg voor de slachtoffers van de aanslag in Utrecht. Volgens sommigen was het moment ‘ongelukkig gekozen’, maar dat is onzin. Het was gewoon een ongelooflijk onbeschofte actie, die liet zien dat Freek in zijn hoofd alleen met zichzelf bezig is. Het moet iets met cabaret en/of familie te maken hebben, want ik herinnerde mij een soortgelijk optreden van wijlen Eli Asser, Freeks schoonvader. Asser zou bij de 4 mei-herdenking spreken bij het monument op de Amsterdamse Apollolaan. Uit eigen ervaring weet ik dat je zoiets precies binnen de toegemeten tijd moet doen, maar ook Asser was zo van zichzelf vervuld dat hij gewoon doorging met spreken, dwars door de 2 minuten stilte heen, en pas ophield toen die voorbij waren – dit alles tot verbijstering van de honderden aanwezigen die hun moment van zelfreflectie tandenknarsend aan zich voorbij zagen gaan.
Eerlijk gezegd heb ik mij nogal geamuseerd bij de overwinningstoespraak van Thierry Baudet. Corporaal, werd gezegd, maar ik vond het een speech van iemand die juist nooit bij het corps heeft gezeten, maar die nu wel besloten had ze eens een poepie te laten ruiken. Baas boven baas.
Voor mijn generatie is Baudet een zeer herkenbare mix van Harry Mulisch en Gerard Reve. Vooruitstrevend en reactionair tegelijkertijd. Mannelijk en vrouwelijk. Rebels en conservatief. Wat de octaviteit is bij Mulisch is het boreaal bij Baudet – hoewel, nou ja, zo kan het ook wel weer – en die stamppot dan overgoten met Reves afkeer van het socialisme. Wat Thierry trouwens niet meer moet doen, is voorafgaand aan een speech langdurig zwijgend de zaal inkijken, want dat deed Hitler ook in dat Sportpalast, met als gevaar dat ironie op een gegeven moment werkelijk in ernst zal veranderen.
Afgelopen vrijdag gaf deze krant, evenals diverse andere bladen, een soort anti-Baudet-special uit. Daarin werd Baudet onder meer beschreven als een clown, een verschrikkelijk mens en uiteraard als een fascist. De volgende dag leerde ik evenwel van onze hoofdredacteur van deze krant dat ‘Baudet niet onze vijand is’.
Derhalve is mijn geheimtip voor de Boekenweek het verhaal van Maarten Toonder: Vriend Vijand. Daarin reizen heer Bommel en Tom Poes naar een eilandengroep, waar de cultuur nog wordt verdedigd. Het is een antiquarische uitgave, maar in het boreaal vast nog wel te krijgen.