De vrouw, die 36 jaar was ten tijde van haar verdwijning, wilde van M. scheiden. Daarin ziet de rechtbank een duidelijk motief. De rechtbank is ervan overtuigd dat ze door geweld, gepleegd door M., om het leven is gekomen.
Zo werd door de politie bloed van de vrouw aangetroffen in de woning van het echtpaar en in de kofferbak van hun auto. Ook werd er hoofdhaar gevonden in een kruiwagen en heeft M. daags na de verdwijning een matras langs de snelweg gedumpt. Andere verklaringen vindt de rechter ongeloofwaardig.
De rechtbank gaat niet uit van een vooropgezet plan, oftewel moord, maar van doodslag. Het Openbaar Ministerie (OM) had twaalf jaar geëist, maar volgens de rechter is alleen de maximale straf van vijftien jaar voor doodslag passend.
M. heeft namelijk op geen enkele manier zijn verantwoordelijkheid genomen, aldus de rechter. Ook heeft hij het politieonderzoek gefrustreerd door het lichaam weg te maken en daarnaast door ongeloofwaardig te verklaren of juist te zwijgen.
M. is na verdwijning geëmigreerd
M. verhuisde in 2011 naar Marokko, het geboorteland van zijn vrouw. Hij nam hun kind mee. Door paspoortproblemen duurde het proces jaren. M. was uiteindelijk ook niet bij de behandeling van de rechtszaak.
De rechter kon M. daardoor niet zelf ondervragen. De man heeft bij de politie altijd ontkend.