Direct naar artikelinhoud
column

Ons politieke stelsel is saai en taai, bewezen Van Mierlo, Wilders en Marijnissen

Ons politieke stelsel is saai en taai, bewezen Van Mierlo, Wilders en Marijnissen
Beeld Trouw

In de Nederlandse politiek is altijd plaats voor een boer Koekoek, een dissonant in een politiek-bestuurlijke cultuur die naar haar aard saai is. De continuïteit van het bestuur is erbij gebaat, de politiek als theater van botsende meningen komt tekort.

Het lijkt mij zinnig de overwinning van Forum voor Democratie, hoe spectaculair ook, vooralsnog in dit perspectief te plaatsen. Het biedt ruimte voor relativering en verlost mij van de onmogelijke opgave Thierry Baudet te volgen in zijn duistere ­wereldbeeld. Tegelijk dwingt het de tekortkomingen van ons stelsel ­andermaal onder ogen te zien, zeker nu de fragmentatie van het krachtenveld doorzet.

Er zijn meer redenen voor nuchtere beschouwing. De politieke geschiedenis laat zien dat ons stelsel behalve saai ook taai is, in de zin dat het tegen een stootje kan. In de Angelsaksische tweepartijenstelsels kan een kleine verschuiving in de electorale voorkeur grote gevolgen hebben, in ons stelsel is het andersom. Grote verschuivingen hebben doorgaans slechts kleine gevolgen.

Met zijn rare denkbeelden en excentrische standpunten zal het Baudet naar verwachting niet lukken om electorale macht om te zetten in bestuurskracht

Rare denkbeelden

De enige nieuwkomer die het is gelukt zich een meer dan kortstondige positie in het bestel te verwerven is D66, dat in dezelfde tijd opkwam als de Boerenpartij. Het geheim: opgevoed in de cultuur van de KVP, de machtigste partij in de naoorlogse jaren, had Van Mierlo in de gaten dat je in Nederland macht moet ontwikkelen vanuit het midden.

Partijen die het machtscentrum vanaf een flank bestoken, komen niet ver, zoals de SP op de linkervleugel en LPF en PVV op de rechtervleugel hebben laten zien. Ze veroverden wel, net zo spectaculair als het Forum nu, veel electorale macht, maar slaagden er niet in die macht om te zetten in bestuurskracht. Met zijn rare denkbeelden en excentrische standpunten zal dat Baudet naar verwachting ook niet lukken.

Van Hans van Mierlo is de waarneming dat de meeste verkiezingen een held produceren. In 1994 was hij dat zelf met een doorbraak naar meer dan twintig zetels, in 2002 was het postuum Pim Fortuyn, in 2006 Jan Marijnissen, in 2010 Wilders en nu dan, zij het bij verkiezingen van de tweede orde die vaker tot avontuurlijk stemmen uitnodigden, Baudet. Bij volgende Kamerverkiezingen kan het Wopke Hoekstra of Hugo de Jonge zijn.

Machtdeling

In veel gevallen is de verkiezingsheld een nieuwkomer die de belofte meevoert van verandering of het opschudden van de boel. Nieuwe bezems vegen schoon. Het draagt zonder twijfel bij aan de frustraties over ons stelsel dat de ruimte om die belofte gestand te doen gering is. De marges zijn smal en dat geldt zelfs voor de minister-president, die niet zelden voor de machtigste man in het bestel wordt aangezien. De bron van deze frustratie is de incongruentie tussen een ­Angelsaksisch gevoerde strijd om de macht en een coalitiebestel dat tot machtsdeling dwingt – zoals het hoort in een staatsvorm die de absolute vorst heeft afgelost en bestuur en recht heeft gescheiden.

Hoe extremer de positie, hoe groter de kans dat een flankpartij in een isolement terechtkomt. Dat valt niet de ‘gevestigde politiek’ te verwijten. De kracht van het coalitiebestel is zo fenomenaal dat het zelfs mogelijk is gebleken een avontuurlijke nieuwkomer in de regeermacht op te nemen. Dat gebeurde in 1970 met DS’70, de partij van de jonge Drees, in 2002 met de LPF en in 2010 met de PVV. Toen de staatsdragende partijen nog groot waren, lukte dat beter dan in het ­gefragmenteerde krachtenveld in deze tijd. Na de voortijdige breuk in het gedoogkabinet-Rutte bleef niet alleen de PVV met een bewijs van onvermogen achter, maar lag ook het CDA voor pampus.

Voor zover nu mensen op het ­Forum hebben gestemd om hun energierekening omlaag te krijgen, zullen zij snel teleurgesteld raken

Teleurgesteld

Een cordon sanitaire naar Vlaams model om een extreme partij bij voorbaat van bestuursmacht uit te sluiten, is hier niet nodig geweest. De voornaamste reden is dat zulke partijen zichzelf buitenspel plaatsen en derhalve weinig voor hun kiezers betekenen. Voor zover nu mensen op het ­Forum hebben gestemd om hun energierekening omlaag te krijgen, zullen zij snel teleurgesteld raken, omdat dit bij de redding van ‘onze boreale wereld’ vermoedelijk niet meer dan een ondergeschikt punt is.

Maar ook als het Baudet te doen is om onze nationale identiteit en cultuur, speelt een excentrische positie hem parten. De historicus Ernst Kossmann schreef al meer dan twintig jaar terug dat het ‘op zichzelf goed is dat verbijsterde burgers zich tegen het chaotisch geweld van veranderingen verweren door houvast te zoeken in eigen huis’. Maar waarom, vroeg hij zich af, zulke pompeuze woorden gebruiken als nationale identiteit? ‘Of onze cultuur in de brede zin Nederlands blijft, hangt niet af van haar ‘eigenheid’ en evenmin van de graad van politieke en economische zelfstandigheid, maar van onze behoefte primair met elkaar in gesprek te blijven.’

Hans Goslinga schrijft elk weekend een beschouwing over de staat van onze politiek en onze democratie.