Om het inzien van staatsgeheime informatie door toezichthouders mogelijk te maken, moet de Nederlandse wet aangepast worden, schrijft minister Kajsa Ollongren (Binnenlandse Zaken) dinsdag namens zichzelf en minister Ank Bijleveld (Defensie) in een reactie aan de Tweede Kamer.
De CTIVD stuurde in november een verzoek naar de Tweede Kamer om ook staatsgeheime informatie die tussen landen wordt uitgewisseld te kunnen inzien en bespreken. Door de geheimhouding te verminderen, willen de vijf waakhonden hun toezicht op de geheime diensten verscherpen.
Volgens de ministers is een wetswijziging onlogisch, omdat die maatregel alleen effect zou hebben op de CTIVD, de Nederlandse toezichthouder. Een buitenlandse toezichthouder heeft met de stap niet "ook de wettelijke bevoegdheid (...) om staatsgeheime informatie uit te wisselen met de Nederlandse toezichthouder".
Afwachting op reactie Tweede Kamer
De CTIVD sprak haar wens om gedeelde staatsgeheimen te kunnen bespreken uit met de waakhonden van België, Noorwegen, Denemarken en Zwitserland.
Een woordvoerder van minister Ollongren bevestigt dinsdag aan NU.nl dat de minister het belang van internationale samenwerking erkent, maar dat er "er een streep wordt getrokken" als het gaat om het delen van staatsgeheime informatie.
Het is te vroeg om te stellen of de deur ook volledig gesloten blijft als de wet toezichthouders in alle vijf de landen toestaat om uitgewisselde staatsgeheime informatie in te zien. "Zeg nooit nooit, maar dat zou een lang pad worden."
Een woordvoerder van de CTIVD laat dinsdag aan NU.nl weten het onderwerp "belangrijk" te blijven vinden en in gesprek te willen blijven met ministers Ollongren en Bijleveld over de invulling van het toezicht op uitgewisselde staatsgeheime informatie.
De woordvoerders van zowel de CTIVD als minister Ollongren zeggen de reactie van de Tweede Kamer op de brief af te wachten.