Direct naar artikelinhoud
OpinieExtremisme

Pleidooi tegen extremisme

De ideologieën die ten grondslag liggen aan verschillende uitingen van extremistisch geweld dienen bestreden te worden. Het is daarom legitiem om de verspreiders ervan te wijzen op hun verantwoordelijkheid, betoogt Leo Lucassen.

Christchurch, Nieuw-Zeeland.Beeld Getty Images

Net als na de massamoord door Anders Breivik in 2011, drong zich na de gruwelijke terroristische aanslag op twee moskeeën in het Nieuw-Zeelandse Christchurch onmiddellijk de vraag op wat de dader, in dit geval de Australiër Brenton Tarrant, in hemelsnaam had bewogen.

In beide gevallen hoefden we daar niet lang naar te raden, want zowel Breivik als Tarrant lieten een uitvoerig epistel achter waarin ze hun motieven uiteenzetten. In beide gevallen bleken ze bevangen door een racistisch complotidee dat er vanuit gaat dat ‘de linkse multiculturele elite’ erop uit is om het blanke ras en de beschaving naar de verdoemenis te helpen. Door bewust massale immigratie uit Azië en Afrika naar Europa, en naar ‘white settler colonies’ als Noord-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland te bevorderen, zou er een proces van ‘omvolking’ gaande zijn, dat zijn weerga in de geschiedenis niet zou kennen.

Gevoelens en feiten

Het in Nederland door Martin Bosma, en in Frankrijk door Renaud Camus, uitgedragen idee dat ‘we een minderheid in eigen land worden’ als we geen halt toeroepen aan massa-immigratie kan gemakkelijk appelleren aan gevoelens van bedreiging bij degenen die daarvoor ontvankelijk zijn. Dat de feiten een andere taal spreken, maakt geen indruk. En dan zie ik nog maar even af van de foutieve aanname dat ‘wij’ en ‘zij’ onveranderlijke eenheden zijn.

Als je er in de nasleep van aanslagen vervolgens op wijst dat dit gedachtegoed in enigerlei vorm ook terug te vinden is bij radicaal-rechtse partijen dan zijn de rapen al gauw gaar. Ten eerste zou je zo politici als Wilders, Bosma en Baudet demoniseren door ze van medeplichtigheid te beschuldigen. En net als bij de kritiek op Fortuyn bijna twintig jaar geleden zou hen dat mikpunt maken van extremisten van de andere kant. Ten tweede zou het meten met twee maten zijn, aangezien ‘links’ na aanslagen door moslim-extremisten stelselmatig weg zou kijken en de daders vergoelijkend als gemarginaliseerde en gediscrimineerde slachtoffers afschilderen in plaats van op de verfoeilijke ideologie te wijzen.

Beide veronderstellingen gaan echter mank. Ik geloof onmiddellijk dat Wilders en Baudet oprecht geweld verafschuwen en beschouw ze ook niet als medeschuldig aan de aanslag in Nieuw-Zeeland. Dat doet niets af aan het feit dat geradicaliseerde terroristen zich laten inspireren door onbewezen complotideeën, en allerhande hoaxes, die deze politici – en vele anderen – voortdurend de wereld in helpen. En ik zou niet weten waarom je hen daar niet op zou mogen aanspreken en vragen zich te bezinnen.

Voor moslimextremisme geldt hetzelfde. Moslims die uitdragen ongelovigen als de duivel te beschouwen en verkondigen dat het Westen erop uit is alle moslims te verjagen, hebben net zoveel uit te leggen.

Alle westerlingen

Het verschil is alleen dat bij aanslagen door islamistische terroristen alle moslims als potentiële verdachten worden gebrandmerkt en zij worden geacht zich te distantiëren van wat anderen in naam van hun religie aanrichten. Terroristen als Tarrant en Breivik, of Robert Bowers (die elf mensen doodde in een synagoge in Pittsburgh in oktober 2018) daarentegen worden meestal als verwarde geesten of ‘lone wolves’ aangemerkt. Vrijwel niemand zal het in zijn hoofd halen om alle ‘blanken’ of alle westerlingen voor hun daden verantwoordelijk te stellen. En terecht, want net als bij de aanslagplegers in Parijs, Nice, Berlijn en Brussel, gaat het om extremisten wier opvattingen en doelen maar door een hele kleine groep worden gedeeld. Bedenk daarbij bovendien dat wereldwijd vooral moslims zelf het slachtoffer zijn van terroristen die zeggen te handelen in de naam van de islam.

Kortom, vrijwel alle mensen, van welk geloof of politieke overtuiging ook, vinden extremistisch geweld vreselijk. Waar het om gaat, is om de ideologie die er aan ten grondslag ligt te herkennen en te bestrijden. In alle gevallen gaat het om apocalyptische overtuigingen dat anderen, de vijand, op het punt staan ‘onze’ samenleving en manier van leven over te nemen en te vernietigen. Dat dachten de vliegtuigkapers van 9/11, degenen die de aanslag op de Bataclan in Parijs pleegden en dat denken de Breiviks en Tarrants van deze wereld. Steeds berusten hun ideeën op onbewezen complotideeën, regelrechte desinformatie en een radicaal vijanddenken. Juist daarom moeten we die ideeën bestrijden en degenen die ze uitdragen op hun verantwoordelijkheid wijzen. Of dat nu om ‘Eurabië’, ‘omvolking’ of de ‘ongelovige westerse duivel’ gaat.

Leo Lucassen is directeur Onderzoek van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis en hoogleraar aan de Universiteit Leiden.