Direct naar artikelinhoud
OpinieHitler en Mussolini

De vaststelling blijft taboe, maar Hitler en Mussolini waren wel degelijk succesvol

Het enkel veroordelen van dictators, draagt niet bij aan een verklaring voor hun massale aanhang, betoogt historicus Sander van Walsum.

Benito Mussolini en Adolf Hitler in 1940.Beeld AFP

Hoe kwam Hitler in 1933 aan de macht? Niet met de plechtige belofte dat hij bijna zes miljoen Joden zou vermoorden en dat hij een vernietigende oorlog zou ontketenen – al zinspeelde hij daar in Mein Kampf wel op. Hitler kwam aan de macht met de belofte dat hij de augiasstal van de Weimar Republiek zou reinigen, dat hij het respect van de wereld voor Duitsland zou herstellen en dat hij de massawerkloosheid zou beëindigen.

En hij hield woord, tot innige tevredenheid van heel veel Duitsers – die hem tegen de achtergrond van de onmiskenbare successen niet kwalijk namen dat hij de Joden isoleerde en dat hij de democratie, die zij nooit hadden omarmd, in korte tijd liquideerde. In de ogen van veel tijdgenoten – niet alleen de Duitse – had Hitler succes. En mogelijk zou hij nog steeds als een Macher te boek hebben gestaan als hij zich tevreden had gesteld met wat hij in 1938 had bereikt, en het lot van zijn regime niet had verbonden aan verovering van Lebensraum en aan de Endlösung van ‘het Joodse vraagstuk’.

Het perspectief van 1938

Philipp Jenninger (CDU), toenmalig president van de Duitse Bondsdag, probeerde tijdens een rede in 1988 – op de vijftigste verjaardag van de ‘Kristallnacht’ – op deze manier te verklaren waarom Hitler zo’n grote aanhang had weten te verwerven. Hij vertelde diens succesverhaal vanuit het perspectief van 1938, toen bijna elke Duitser weer aan het werk was, toen Oostenrijk deel uitmaakte van het Duitse Rijk, en toen de eerste Autobahn-trajecten waren opgeleverd. Succes was het bindmiddel van Hitler en het volk.

Maar Jenninger werd niet begrepen. En dat lag niet alleen aan zijn tekortschietende voordracht. Hitler mocht niet met successen in verband worden gebracht. Want van die successen kon later worden vastgesteld dat ze onderdeel waren van de voorbereiding op een veroveringsoorlog. En van successen kon hoe dan ook niet worden gesproken in de wetenschap dat het naziregime culmineerde in de industriële vernietiging van miljoenen mensen.

Gerechtvaardigde veroordeling

Vanuit naoorlogs perspectief is die vereenzelviging van Hitler met zijn grootste misdaden onontkoombaar. Maar ze draagt niet bij aan een verklaring voor de massale aanhang die Hitler in de jaren dertig verwierf. Daarvoor moet je toch echt terug naar de tijd waarin hij zich als verlosser kon positioneren. Een verlosser die een rede met grootse beloften voor een stralende toekomst zelfs met ‘amen’ afsloot. Maar dat is, ruim dertig jaar na de mislukte rede van Philipp Jenninger, nog steeds een hachelijke aangelegenheid. Getuige de woede die Antonio Tajani, de Italiaanse voorzitter van het Europees Parlement, deze week heeft gewekt met zijn opmerking dat de fascistische leider (‘Duce’) Benito Mussolini ook positieve dingen heeft gedaan voor Italië. Althans: voordat hij werd meegezogen in de gekte van Adolf Hitler.

Natuurlijk had Tajani moeten zeggen dat Mussolini niet alleen in de ban van Hitler was geraakt, maar dat hij ook Hitlers wegbereider was. Dat laat onverlet dat hij een waarheid benoemde die velen kennelijk nog moeilijk onder ogen kunnen zien: dat hij in zijn tijd als een voorbeeld van bestuurlijke daadkracht werd aangemerkt. Ook buiten Italië, dat slechte ervaringen had opgedaan met zijn eerste democratische experiment. Hij oogstte waardering als bestrijder van het communisme bij staatslieden in democratische landen, zoals Winston Churchill en Hendrik Colijn, en hij werd vereerd door kunstenaars als Jan Toorop, Jan Greshoff, J.C. Bloem en Hendrik Marsman. De bloedige slotfase van zijn regime, de republiek van Salò, onttrekt het zicht aan de bekoring die ooit van Mussolini is uitgegaan.

Zijn veroordeling door het nageslacht is natuurlijk gerechtvaardigd, en ze voorziet wellicht ook in een morele behoefte. Maar zolang een taboe rust op de vaststelling dat hij wel degelijk succesvol is geweest, zal ook niet kunnen worden verklaard wat zoveel mensen heeft bezield om hem te volgen.

Sander van Walsum is historicus en verslaggever van de Volkskrant.