Direct naar artikelinhoud
Haga LyceumInterview Soner Atasoy

Bestuurder Haga-lyceum gaat in de tegenaanval: ‘Ja, ik noem burgemeester Halsema een domme gans’

Het Haga LyceumBeeld Guus Dubbelman

‘Ja, ik noem burgemeester Halsema een domme gans’, zegt Soner Atasoy, directeur-bestuurder van het Haga Lyceum, ‘zolang zij mij een terrorist noemt.’ Nu zijn school van alle kanten wordt belaagd, gaat hij in de tegenaanval.

Soner Atasoy is geen schoolbestuurder als de anderen. Neem vorige week, toen een chauffeur van het stadhuis bij het Cornelius Haga Lyceum in Amsterdam-West arriveerde. Hij bracht een brief van burgemeester Halsema, die hem sommeerde naar het stadhuis te komen. Atasoy krabbelde iets op de brief en gaf die mee terug aan de chauffeur.

‘Een opgestoken middelvinger’, schreef Het Parool een paar dagen later. Er stond een foto van de tekening bij.

Was het een middelvinger? De tekening liet ruimte voor twijfel. En Atasoy zelf wenst geen duidelijkheid te verschaffen. ‘Ik heb besloten die foto hier op school op te hangen’, zegt hij, ‘om leerlingen te laten stemmen wat het is. Ik hoor dat een meerderheid denkt dat het een kaketoe is.’ Hij lacht.

Burgemeester Halsema sommeerde vorige week Soner Atasoy naar het stadhuis te komen.Dit briefje was zijn antwoord.

Het is tekenend voor de ongrijpbaarheid van de directeur-bestuurder van het Cornelius Haga Lyceum, de school die op het moment zo onder druk staat. Er wordt extremistisch gedachtengoed verspreid, stelde de NCTV vorige week. ‘Richtinggevende figuren’ hebben banden met terroristische organisaties, beweerde burgemeester Femke Halsema. De Onderwijsinspectie brak een onaangekondigd bezoek aan de school af, omdat het gezien de stemming in het gebouw ‘onverantwoord’ zou zijn. De Tweede Kamer en de gemeenteraad toonden zich verbijsterd dat de school niet onmiddellijk gesloten kon worden. En toch is hier nog tijd voor grappen.

Atasoy neemt plaats in een chesterfield-fauteuil in de lerarenkamer. Een gedrongen man van nog geen veertig met een jongensachtig uiterlijk, in zijn baard heeft hij een paar grijze haren. Zijn gedachten stromen op deze donderdagmiddag in ronkende volzinnen zijn mond uit, met een licht accent dat zijn Turks-Albanese achtergrond verraadt. Soms slaat Atasoy boos op de leuningen van zijn stoel, regelmatig strooit hij met verwijzingen naar relevante wet- en regelgeving. Tegenstanders zet hij weg als ‘domme gans’ (Halsema) of ‘incompetente randdebiel’ (voormalig staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker).

Om hem gaat het dus, bevestigen twee bronnen onafhankelijk van elkaar tegenover de Volkskrant. Hij is een van de richtinggevende persoon waarover de autoriteiten het hebben, samen met zijn oudere broer Son Tekin, die op de school beleidsmedewerker is. Son Tekin luistert vanuit een hoek van de lerarenkamer mee tijdens een deel van het gesprek. Af en toe maakt hij een opmerking. Of een grap.

In de media was Atasoy nooit erg spraakzaam. Rond de opening van zijn school, in de zomer van 2017, waren journalisten niet welkom. Nu wel. Al wil hij om veiligheidsredenen niet op de foto en mogen er ook geen geluidsfragmenten van hem worden gemaakt. ‘Begrijp je waarom’, zegt hij een dag later, nadat in Nieuw-Zeeland een terroristische aanslag is gepleegd op twee moskeeën.

Terwijl hij de Volkskrant te woord staat, zit een vrouwelijke journalist van de NOS aan de mannentafel in de lerarenkamer een conceptrapport van de Onderwijsinspectie over te pennen. Op de achtergrond maken leraren cappuccino met een apparaat waarop een gemiddeld café jaloers zou zijn.

Burgemeester Femke Halsema staat tussen de ouders van het Cornelius Haga Lyceum voor een gesprek over de problemen.Beeld Guus Dubbelman

Aanvankelijk vond Atasoy het niet netjes te zwaaien met het conceptrapport, dat de inspectie niet openbaar wilde maken omdat de NCTV verontrustende signalen over de school had binnengekregen. Maar hij is om. De NCTV, de burgemeester, het kabinet – ze roeren zich allemaal via de media. Daarom gooit ook hij de deuren open.

‘Zij willen governance by media’, zegt hij. ‘Daarbij zijn jullie, journalisten, de griffiers. En het volk is de rechter waarvoor ik mij moet verdedigen. Zij hebben ervoor gekozen om die arena in te stappen. Nou, de challenge is accepted. Ik heb informatie om tien maanden door te gaan om de media ter beschikking te stellen. En zij gaan verliezen. Maar ik zeg er wel één ding bij: dit is heel slecht voor de Nederlandse rechtsstaat.’

De eerste tegenzet is dus dat alle media mogen lezen hoe lyrisch dat rapport is. De inspectie complimenteert de school omdat ze ‘slechts een jaar na de start van de school alle onderzochte standaarden op voldoende niveau hebben weten te krijgen’. Het bestuur is ‘ambitieus’ en ‘functioneert transparant en integer’, staat er. Uit een enquête blijkt dat de leerlingen ‘zich meer dan gemiddeld veilig voelen op school’.

Zelfs met nieuwe wetgeving is het niet makkelijk om een tweede Haga Lyceum te voorkomen.

‘Het is toch te gek voor woorden!’, zegt Atasoy. ‘Ze sturen een onafhankelijke inspectie op ons af. Er komt een perfect rapport. Dat staat ze niet aan, want de hele gemeenteraad, alle ambtenaren, de hele staat – allemaal hebben ze gezegd dat Atasoy een cowboy is, een idioot. Dit zou een slechte school worden. En dan komt er zo’n rapport. Tja, dan moeten ze iets anders verzinnen. Dan gaan ze maar karaktermoord plegen.’

Want dat is hoe hij erover denkt. Alle beschuldigingen aan zijn adres zijn onwaar, overtrokken en belangrijker nog: niet door bewijzen ondersteund. Het past in een patroon, zegt hij. Want de overheid probeert de school al vanaf het allereerste begin te dwarsbomen – vaak met oneigenlijke middelen.

Daar heeft Atasoy een punt. Nadat de Stichting Islamitisch Onderwijs Amsterdam en Omstreken (SIO) in 2011 van het ministerie toestemming had gekregen om een school te beginnen, grepen de gemeente Amsterdam en het ministerie van Onderwijs elke kans om de komst van de school te voorkomen of te vertragen. Zelfs Lodewijk Asscher, voormalig wethouder in Amsterdam, stelde deze week in de krant dat de gemeente ‘activistisch’ is opgetreden tegen het Haga Lyceum.

Atasoy werd alleen maar sterker van die weerstand. Talloze rechtszaken spande hij aan. Vaak verdedigde hij zichzelf, terwijl de overheid drie landsadvocaten in stelling bracht. Steeds won Atasoy. Uiteindelijk kreeg hij in de zomer van 2017 een gebouw. Binnen twee weken moest hij zijn school uit de grond stampen.

Chesterfieldfauteuils in de lerarenkamer van het Haga Lyceum.Beeld Guus Dubbelman

Inmiddels lopen in dit haastig opgetrokken pand in de buurt van station Amsterdam Sloterdijk 178 leerlingen rond. Hoeveel er volgend jaar bijkomen wil hij nog niet prijsgeven. Eerder voorspelde Atasoy dat het er zo’n tweehonderd zullen zijn. Het is de vraag of dat nog realistisch is, nu de gemeente vlak voordat de inschrijftermijn voor middelbare scholen is verstreken naar buiten bracht dat de AIVD beschikt over zorgwekkende informatie.

‘De burgemeester ontbood me op het stadhuis’, zegt Atasoy. ‘Ze zaten daar met z’n dertienen op me te wachten. Een wethouder, iemand van veiligheid, een stadsdeelvoorzitter en nog wat andere pipo’s. Luister, zei de burgemeester, we krijgen ernstige signalen van de AIVD. Jij moet opstappen. Ik antwoordde: als u een half bewijs levert dat ik iets misdaan heb, stap ik op. Dan loop ik het stadhuis uit en ben ik geen directeur-bestuurder meer. En dat hoef ik zo niet te doen, hè? In een rechtsstaat hoort het anders te gaan. De volgorde is dat je bewijs levert aan een rechter, die rechter gaat mij vragen stellen, ik huur een advocaat om me te verdedigen en misschien krijg ik gewoon gelijk.’

Atasoy is verbijsterd over die gang van zaken. Het is volgens hem een een-tweetje tussen de gemeente Amsterdam en Pieter-Jaap Aalbersberg, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding. ‘Die man was commissaris van de politie in Amsterdam’, zegt Atasoy. ‘Twintig jaar trouwe dienst. En wat is het eerste wat hij doet op de dag dat hij wordt geïnstalleerd? Hij brengt inlichtingen over Atasoy naar buiten. En nu moet ik overal gaan verklaren wie ik in het verleden allemaal een hand heb gegeven! Laatst belde een journalist. Of ik Abu Weetikwat kende. Ik zou hem in 2003 ontmoet hebben. Later was hij veroordeeld. Waar heb je het over, man!’

Toch even over die signalen. U bent getrouwd met een Tsjetsjeense vrouw, heeft dat er iets mee te maken?

‘Luister. Ik kan wel dertig pagina’s schrijven over hoe ik denk dat deze verdachtmakingen de wereld in komen. Allemaal plausibele verklaringen. Maar dan gaan we meedoen met speculeren, terwijl ik bezig moet zijn met het onderwijs en de veiligheid op school. Ik heb niets met terrorisme te maken!’

Dan is er ook het verwijt dat u vorige week woensdag de Onderwijsinspectie hier hebt bedreigd.

‘Het ging als volgt. We hadden dat conceptrapport al weken binnen, maar de inspectie wilde het maar niet publiceren. Toen zijn we met alle leerlingen naar Utrecht gegaan om te protesteren. Vijf weken lang hoorden we niets. Tot vorige week. Toen stonden ze ineens voor de deur. Ouders, leraren en leerlingen waren daar boos over. Ze wilden een ludieke actie houden om hun ongenoegen te laten blijken. Ik zei tegen die inspecteurs: dit zijn geen machines die ik met een druk op de knop kan laten doen wat ik zeg. Toen heeft de inspectie besloten dat het beter was om later terug te komen.

‘Ik heb die dag ook aan Halsema – die domme gans – proberen duidelijk te maken dat er achter de schermen overleg is tussen de inspectie en de bestuurder van de school. Maar Halsema is een politica. Die denkt: ik heb nieuws, ik gooi het naar buiten. Maar zo werkt bestuurlijk Nederland niet, zo maak je dingen kapot.’

Dit wil Atasoy wel zeggen over alle aantijgingen: ‘Wij zijn geen terroristen en hebben ook geen sympathie voor terroristen. We zijn ook niet orthodox of liberaal, we zijn gewoon moslims.’

Ook niet salafistisch? Uw school zou de leerlingen volgens de NCTV salafistisch gedachtengoed willen bijbrengen.

‘Ook niet salafistisch. Absoluut niet.’

Mannen en vrouwen zitten hier aan gescheiden tafels in de lerarenkamer. Er wordt geen muziekonderwijs gegeven. Is dat niet orthodox?

‘Dat is een theologische discussie.’

Dan mengt Huseyin Önal zich in het gesprek. Hij is imam en godsdienstleraar. ‘Deze school is heel divers’, zegt hij. ‘We hebben Turkse en Marokkaanse leerlingen, aanhangers van het soefisme en het salafisme. Het is de kaart van Amsterdam.’

Zelf is Önal een soefistische moslim. En dat kan dus gewoon op deze school, zegt hij half grappend. Later vertelt hij dat hij een van de drie ‘polderimams’ is, opgeleid bij de in 2013 opgeheven opleiding bij hogeschool InHolland. ‘Ik heb mijn eigen perspectief op de islam. Dat mag ik uiten, maar dat dring ik niet op aan de organisatie. Als leraar volg ik het curriculum.’

Is het ook islamitisch om jongens en meisjes gescheiden onderwijs te geven?

Atasoy: ‘Als ik de mogelijkheid had, zou ik het liefst gescheiden onderwijs geven. Dat is ook de wens van de ouders. Maar we kunnen het niet betalen. Gescheiden klassen kost ons 10.000 euro. We hebben er nu voor gekozen om dat geld te besteden aan kleine klassen, met maximaal twintig leerlingen. Ook hebben we extra lessen Nederlands en wiskunde.’

Muziek en dans staat niet op het programma?

‘Inderdaad. De inspectie heeft ons daar op aangesproken. Ik zei: volgens mij begrijpt u het niet. In de wet staat dat er vier dingen onder ckv vallen: muziek, dans, drama en handvaardigheid. Je mag er twee kiezen. Wij geven die laatste twee hier op school. Dat hebben alle ouders unaniem besloten.’

Heeft u een principieel bezwaar tegen zang?

Atasoy, ontwijkend: ‘Dat staat niet op onze website.’

Önal: ‘Sommige ouders vinden muziek prima, andere niet. Een vergelijking: sommige mensen willen vegetarisch eten, andere graag halal. Wat doe je dan? Dan serveer je groente. Dat is voor allebei acceptabel. En zo gaat het hier dus ook. Er zijn ouders die muziek haram vinden. Daarom maken wij het mogelijk muziek te vermijden. We houden er rekening mee. Dat is respect, dat is integratie.’

Ouder Informatieavond voor ouders over het Haga Lyceum.Beeld Guus Dubbelman

En wat doet de school als ouders wel muziek zouden willen?

Atasoy: ‘Dan gaan we dat in de ouderraad bespreken. Als zij zeggen dat muziek nodig is, dan kunnen we het invoeren.’

Önal: ‘Deze school is een perfecte weergave van post-modernistische filosofie. Hier hebben we echte integratie bereikt.’

Binnen de school misschien, maar de integratie met de wereld daarbuiten gaat nog niet echt soepel.

Önal: ‘Dat komt door Femke Halsema. Als zij zulke verdachtmakingen naar buiten brengt, hoe kan ik dan contact leggen met een rabbijn? Of een project organiseren samen met een joodse of christelijke school? Persoonlijk heb ik daar contacten. We zouden graag iets samen organiseren.’’

Atasoy: ‘Wij brengen onze leerlingen respect bij. Kijk eens op de sociale media. Daar zul je ze niet zien schelden, terwijl er zo veel over hen gezegd wordt.’

Ondertussen noemt u de burgemeester consequent ‘een domme gans’.

‘De politiek verhardt. Politici mogen alles zeggen. Ze mogen ons terroristen noemen, ze roepen maar wat. Ik moet deze kinderen opvoeden voor het klimaat dat hen te wachten staat. Incompetente randdebiel en domme gans, dat is niet je moeder beledigen ofzo.’

In de gemeenteraad werd gezegd: iemand die zich zo uitlaat en gedraagt, is ongeschikt als schoolbestuurder.

‘Zij maken mij uit voor terrorist. Dan zeg ik ‘domme gans’, omdat ik vind dat Halsema zich niet als een bestuurder opstelt. Maar stel, ik geef je gelijk. Ik zeg: het was fout. Mag ik ook fouten maken? Zij maken honderd fouten.’

Stel het bewijs komt nooit op tafel. Hoe kan deze situatie volgens u opgelost worden?

‘Heel simpel.’ Atasoy wijst naar zijn rechterwang. ‘Halsema moet me gewoon hier een kusje geven. En dan zeg ik misschien wel sorry, omdat ik haar voor domme gans heb uitgemaakt.’