Om het verschil te financieren worden reserves ingezet. Friesland moet met bijna 100 miljoen euro het meest gebruikmaken van de reserves. In Zeeland bedraagt het verschil tussen de uitgaven en inkomsten maar 1 miljoen euro.
De provincies Noord-Brabant, Gelderland en Zuid-Holland geven het meeste uit in 2019 en ontvangen ook het meest. Hun uitgaven liggen rond de 700 miljoen euro. Flevoland en Zeeland hebben een kleine begroting en geven rond de 200 miljoen euro uit.
In alle provincies is het regionale vervoer en de regionale bereikbaarheid de grootste uitgavenpost. Zo gaat in Utrecht een groot deel van de begroting naar een tramverbinding van Utrecht Centraal naar universiteitscampus de Uithof. Ook in Groningen wordt veel uitgegeven aan aanpassingen aan het spoor en stations en een beter openbaar vervoer van de stad Groningen.
Flevoland ontvangt relatief veel motorrijtuigenbelasting doordat er een paar grote leasemaatschappijen zijn gevestigd in de provincie. Hierdoor krijgt het lokale bestuur wel minder uit het provinciefonds.