Het consortium waar Naval leiding aan geeft, kwam als beste uit de bus bij een Europese aanbesteding. De kabinetten van beide landen hebben dat vrijdag bekendgemaakt en spreken van "een nieuwe mijlpaal in de zeventigjarige maritieme samenwerking tussen de buurlanden".
De huidige mijnenvegers worden op de Noordzee nog wekelijks ingezet voor het ruimen van mijnen uit de Tweede Wereldoorlog. De schepen zijn ruim dertig jaar oud en niet meer opgewassen tegen nieuwe vormen van terreur. "De verslechterde veiligheidssituatie in de wereld vergroot de kans op een gewapend conflict en de inzet van zeemijnen", aldus het ministerie van Defensie.
Met de vervanging is ruim 2 miljard euro gemoeid. De eerste van de twaalf schepen, zes voor ieder land, moet eind 2023 worden geleverd aan België. Nederland verwacht het eerste schip in 2025.
'Kabinet laat Nederlandse bedrijven in de kou staan'
Ook de Nederlandse scheepsbouwer Damen was in de race voor de order. "Het kabinet laat onze maritiem-technologische industrie ernstig in de kou staan", vindt brancheorganisatie Netherlands Maritime Technology (NMT).
Het gaat volgens NMT niet alleen om de bouw van de schepen. "Het heeft ook tot gevolg dat de Nederlandse bedrijven een minimale rol krijgen in de instandhouding gedurende de gehele levensduur van de vloot mijnenbestrijdingsvaartuigen."
Volgens de brancheorganisatie is de order van 2 miljard euro de grootste marinebouw-order die Defensie ooit heeft geplaatst.