Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Snelle afname insecten kan ‘rampzalig’ uitpakken voor de natuur, stelt nieuwe studie

‘Tot de insecten die het sterkst in aantal zijn afgenomen behoren bijen, vlinders en kevers.’Beeld Marcel van den Bergh

Het gaat wereldwijd zo slecht met de insecten dat ‘rampzalige’ gevolgen dreigen voor de natuur. Veertig procent van de insectensoorten neemt snel in aantal af en zou de komende decennia kunnen uitsterven, concluderen wetenschappers in een overzichtsstudie. Belangrijkste oorzaak van de ‘dramatische’ afname is volgens hen verlies van leefgebied, vooral door de intensieve landbouw.

Insecten verdwijnen veel sneller dan zoogdieren, vogels en reptielen. De biomassa van insecten op aarde neemt naar schatting met 2,5 procent per jaar af. Als de afname in het huidige tempo doorgaat dreigt binnen een eeuw een massaal verdwijnen van soorten, stellen de onderzoekers in Biological Conservation.

Wilt u dit artikel liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.

Insecten spelen een cruciale rol in ecosystemen. Ze vormen voedsel voor tal van anderen dieren, zoals vogels, vleermuizen en reptielen. Ze zorgen voor bestuiving van een groot deel van alle wilde planten en landbouwgewassen en dragen bij aan een gezond bodemleven.

De afgelopen jaren zijn meer studies verschenen over de afname van insectenpopulaties, maar die gingen meestal over een beperkt aantal soorten en hadden betrekking op een beperkt gebied. Samen met een collega heeft hoofdonderzoeker Francisco Sánchez-Bayo van de Universiteit van Sydney 73 publicaties geanalyseerd die de afgelopen 13 jaar zijn verschenen. Daaronder ook Nederlandse studies. Zo geven ze een breder beeld dan tot nu toe naar voren is gekomen, al komt de meeste informatie uit ontwikkelde landen in Europa en Noord-Amerika.

Tot de insecten die het sterkst in aantal zijn afgenomen behoren bijen, vlinders en kevers. Er zijn ook soorten die het goed doen. Het gaat dan meestal om insecten als huisvliegen of kakkerlakken die zich weten aan te passen aan veranderende omstandigheden, minder gevoelig zijn voor schadelijke stoffen of die de plaats innemen van verdwenen soorten. Over tal van soorten zijn de gegevens schaars, zoals over vliegen, mieren, luizen en krekels. Het verzamelen van informatie over insectenpopulaties is nu eenmaal een stuk lastiger dan het tellen van grote dieren.

Pesticiden

De onderzoekers wijzen verlies van leefgebieden, door uitbreiding van areaal voor intensieve landbouw en stedenbouw, aan als belangrijkste oorzaak van de teruggang. Ook gebruik van pesticiden en kunstmest en klimaatverandering spelen een rol. Opwarming van de aarde heeft vooral invloed op de insecten in tropische gebieden. In gematigde streken is de invloed beperkter.

De auteurs vrezen dat de afname van het aantal insecten ernstige gevolgen kan hebben voor dieren die voor hun voedsel afhankelijk zijn van insecten. Zo blijkt uit onderzoek in Costa Rica dat het slechter gaat met vogels die insecten eten dan met vogels die zich voeden met zaden. ‘We moeten ons niet alleen zorgen maken over insecten, maar over alle consequenties die hun afname heeft voor het hele ecosysteem’, zegt Marcel Dicke, hoogleraar entomologie aan de Wageningen Universiteit. Hij is niet betrokken bij het onderzoek.

De auteurs pleiten in hun studie voor een herziening van de landbouwpraktijken: beperking van het gebruik van pesticiden en overschakeling op duurzame vormen van landbouw. Ze schrijven dat ‘doorslaggevend ingrijpen’ noodzakelijk is om een ‘rampzalige instorting van ecosystemen’ af te wenden.

De oorzaak van de teruggang van het aantal insecten is niet eenduidig, zegt Dicke. ‘Dat is het verontrustende. Het is een complex van factoren. Er gaat leefgebied verloren doordat wij meer grond gebruiken voor de landbouw en steden. Wij hebben meer landbouwgrond nodig omdat wij veel vlees eten. Minder vlees betekent minder CO2-uitstoot en minder landbouwgrond waarop voer voor dieren wordt verbouwd. De achteruitgang van de biodiversiteit is direct verbonden met ons voedingspatroon en met klimaatverandering.’

Onzekerheid

Ecoloog Kees Booij zegt dat er genoeg reden is om ons zorgen te maken over de achteruitgang van insecten, maar dat de beschikbare informatie over veranderingen in de insectenfauna ‘nogal eenzijdig en beperkt’ is. ‘Het gaat vooral over bijen en vlinders en het gaat vooral over West-Europa en Noord-Amerika. Hoe groot en hoe dramatisch de afname nu werkelijk is, daarover blijft mijns inziens de onzekerheid groot’.

Booij vindt dat de onderzoekers te veel nadruk leggen op de rol van de landbouw, terwijl de meeste insectensoorten buiten de landbouwgebieden leven. ‘Ik ben sterk voorstander van het gebruik van minder chemische middelen in de landbouw, maar denk dat dat nauwelijks zoden aan de dijk zet. Grootschalige monotone landbouw zal ook zonder insecticiden weinig interessante insecten opleveren als er geen ruimte is voor kruiden en onkruid.’

Volgens Booij is de studie van Sánchez-Bayo en zijn collega gebaseerd op informatie die vatbaar is voor verschillende interpretaties. ‘Als de omstandigheden verbeteren zullen veel insecten zich makkelijk herstellen. Dat wereldwijd een flink aantal soorten intussen het loodje legt lijkt niet onwaarschijnlijk.’

Minder nachtvlinders in Nederland
Ook in Nederland neemt het aantal insecten af. Uit wetenschappelijk onderzoek van de Radboud Universiteit en EIS (het Kenniscentrum Insecten) bleek vorig jaar dat in twee natuurgebieden in Drenthe en Noord-Brabant het aantal nachtvlinders en loopkevers in twintig jaar met respectievelijk 54 en 72 procent is afgenomen. Nachtvlinders en loopkevers zijn insectengroepen in bij elkaar 1.100 soorten omvatten. Die bevindingen sluiten aan bij conclusies van onderzoeken in Frankrijk en Duitsland.

Onzekerheid

Het gaat slecht met de bij en dat is heel erg, horen we vaak. Maar wat is er nu precies aan de hand en waarom is het diertje zo belangrijk?