Direct naar artikelinhoud
Opinie

Een kind is voor een heterovrouw toch ook geen noodzaak?

Het verhelderen van bestaande regels waardoor alleenstaande vrouwen en lesbische koppels niet meer kunnen rekenen op een vergoeding voor kunstmatige inseminatie is, zonder enige twijfel, een vorm van indirecte discriminatie, schrijft lezeres Nicole van der Meulen.Beeld Getty Images

Ik ben 34. Vrijgezel. Hetero. En vrouw. Of ik een kinderwens heb, weet ik nog niet, schrijft lezeres Nicole van der Meulen. Only time will tell. 

Desondanks voel ik mij betrokken, sterker nog, persoonlijk aangesproken door de uitspraak van minister Bruno Bruins van medische zorg aangaande de vergoedingen voor kunstmatige inseminatie voor alleenstaande vrouwen en lesbische stellen. Ik weet niet of ik tijdig een mannelijke partner zal vinden, als ik besluit kinderen te willen. Ik weet ook niet of ik sowieso een kind kan krijgen, maar dat alles zou irrelevant moeten zijn. Het verhelderen van bestaande regels waardoor alleenstaande vrouwen en lesbische koppels niet meer kunnen rekenen op een vergoeding voor kunstmatige inseminatie is, zonder enige twijfel, een vorm van indirecte discriminatie.

Ik heb gelukkig nooit iemand horen zeggen ‘als ik geen kind krijg, ga ik dood’

Dit wordt verergerd doordat - zelfs als de vrouw geen medische noodzaak heeft, maar haar mannelijke partner wel - het heteroseksuele stel alsnog wel in aanmerking komt voor de vergoeding. Daarom is er volgens de beroepsvereniging NVOG sprake van rechtsongelijkheid, en terecht. De vrouw in kwestie kan er immers voor kiezen een andere mannelijke partner te zoeken om zwanger te worden, zonder medische interventie. Net zoals de alleenstaande vrouw de kroeg in kan lopen om alsnog op ‘natuurlijke wijze’ zwanger te worden. Liefde mag immers geen rol spelen in het besluit om een behandeling te vergoeden.

Verwekken is een keuze

Lesbische vrouwen lijken in het bijzonder benadeeld te worden, aangezien voor hen seks met een man uitgesloten is. Volgens het COC gaat het bij lesbische vrouwen om indirecte discriminatie aangezien zij elkaar niet kunnen bevruchten. Zij hebben medische hulp nodig bij het inbrengen van donorzaad. Dit is volgens voorzitter Astrid Oosenbrug ook een vorm van medische noodzaak. Ziedaar een brug naar de kwestie waar de discussie eigenlijk over moet gaan. Gezien de reden van de oplopende zorgkosten, zou de vraag centraal moeten staan wat de samenleving onder ‘medische noodzaak’ verstaat.

Liefde mag geen rol spelen in het besluit om een behandeling te vergoeden.

Het verwekken van een kind is, onder gebruikelijke omstandigheden, een keuze. Als de keuze eenmaal gemaakt is en de wens die daaruit voortvloeit niet op natuurlijke wijze in vervulling kan gaan, dan leidt dat uiteraard tot een teleurstelling. Is er dan sprake van een medische noodzaak tot zorg? Het krijgen van een kind heeft impact op het levensplezier, maar is niet van levensbelang. Dat is een essentieel onderscheid. Een vruchtbaarheidsprobleem maakt een medische interventie nodig, maar van ‘zorg’ zou geen sprake moeten zijn. Die interventie is nodig om een wens in vervulling te laten gaan, maar niet om te (over)leven.

Ik wil graag zonder bril door het leven, maar die wens mag ik toch ook zelf betalen als ik mijn ogen laat laseren? En mijn bril wordt al niet eens vergoed uit het basispakket, terwijl ik zonder niet zou kunnen functioneren. Maar ja, waarschijnlijk is hier geen sprake van een medische noodzaak. Daarom spelen hier twee kwesties. Ten eerste zou de vraag gesteld moeten worden of wij als samenleving de kosten zouden moeten dragen voor het in vervulling laten gaan van een kinderwens wanneer deze – om wat voor reden dan ook – niet op natuurlijke wijze voltooid kan worden.

Kostenbesparing

Deze vraag wordt momenteel overschaduwd door de nadelige gevolgen van de uitspraak van de minister ten opzichte van alleenstaande en lesbische vrouwen. Dat is zonde. Het onderliggende argument van de minister - over de betaalbaarheid van het basispakket - is immers valide. Het basispakket is precies wat het zegt en zou die medische zorg moeten verlenen die van levensbelang is. Ik heb gelukkig nooit iemand horen zeggen ‘als ik geen kind krijg, ga ik dood’. Ook al zou dat wel gezegd worden, dan zou het figuurlijk in plaats van letterlijk bedoeld worden.

Mijn hoop is dat deze discussie aanleiding geeft tot het kritisch evalueren van het vergoeden van kunstmatige inseminatie in het algemeen. Door dat af te schaffen kan de minister twee vliegen in een klap slaan. Een grotere kostenbesparing en het wegnemen van de indirecte discriminatie die nu speelt op basis van de huidige regels. Mocht vanuit de overheid echter het besluit genomen worden om alsnog te vergoeden, dan zou deze vergoeding voor alle vrouwen moeten gelden.

Lees ook:

Geen man, wel een kinderwens. Is er dan sprake van medische noodzaak?

Wanneer is er sprake van medische noodzaak? “Rechtvaardigheid kun je verschillend invullen”, zegt Guy Widdershoven, hoogleraar Medische Filosofie en Ethiek aan Amsterdam UMC.

Inseminatie voor lesbische of alleenstaande vrouwen kan wél vergoed worden

Dat de minister inseminatie voor lesbische of alleenstaande vrouwen niet kan vergoeden, blijkt een misverstand.

De rechtsgelijkheid is in het geding bij inseminatie-vergoedingen

Het ontbreken van een man is geen medisch probleem. Dat is in de kern de redenering waarmee minister Bruins (Medische zorg) en zijn adviseurs van het Zorginstituut duidelijkheid proberen te geven.