Direct naar artikelinhoud

Suaad Daoud werd op haar zestiende ontvoerd door IS. Nu is ze vrij

Daoud is een van de zesduizend yezidi's die ISIS in 2014 ontvoerde uit Irak.Beeld Judit Neurik

Duizenden mensen verlaten het Syrische dorp Baghouz, waar de eindstrijd tegen terreurgroep IS plaatsvindt. Velen kunnen echter niet weg, zoals tot slaaf gemaakte yezidi-vrouwen.

“Ik was vijftien dagen in Baghouz”, vertelt Suaad Daoud. “Iedere keer als de frontlinie zich verplaatste, verhuisden we. De bombardementen waren zo angstaanjagend, we wisten bij het slapengaan niet of we de volgende ochtend wakker zouden worden.” 

De jonge yezidi-vrouw ontkwam drie weken geleden uit het laatste Syrische bolwerk van terreurgroep Islamitsiche Staat en is nu terug in Irak. Ze is een van de zesduizend ­yezidi’s die in 2014 door IS ontvoerd werden, toen de terreurgroep Sinjar in Irak innam, de regio waar deze ­religieuze minderheid van oudsher woont. De vrouwen werden verkocht als seksslavinnen, de jongens opgeleid tot strijder. 

Hoevelen van hen zijn geëindigd in Baghouz is onduidelijk; de gewapende militie SDF, die onder leiding van Syrische Koerden de strijd tegen IS voert, meldt dat zij de afgelopen maanden zo’n tweehonderd yezidi’s heeft bevrijd. In totaal wisten sinds 2014 ruim drieduizend yezidi’s te ontkomen. Door te vluchten, of doordat ze werden vrijgekocht door hun gemeenschap.

De 21-jarige Daoud, die zestien was toen IS haar dorp binnenviel, is in de 4,5 jaar die ze in gevangenschap doorbracht, naar eigen zeggen zeker negen keer doorverkocht door IS-strijders. In een leeg restaurant bij de Iraaks-Koerdische grensplaats Zakho, waar ze in een yezidi-kamp is opgenomen, vertelt ze hoe ze in die laatste fase met ‘haar IS-familie’ in een tent woonde. “Een tent was goed, want in Baghouz woonden ­zeven of acht gezinnen samen in een huis. Alle gezinnen van strijders en van mensen die met IS werkten waren daar”, zegt ze. 

Daoud vertelt dat ze planten met zout en diervoeding aten

Naar schatting zaten er tot voor kort dertigduizend mensen in het dorp. Hen werd verteld dat IS-leider Abu Bakr al-Baghdadi zich ook daar zou ophouden.

Tekorten

Tijdens de wekenlange omsingeling ontstond een tekort aan alles. Daoud vertelt dat ze planten met zout en diervoeding aten. Veel gezinnen probeerden te ontsnappen. Toen een bevriend gezin gewond raakte door een bombardement, ­verzorgde Daoud brandwonden. “Ik zei toen dat ik weg wilde. De vader beloofde dat hij een manier zou ­vinden, en dat ze mij zouden meenemen.”

Voor dat vertrek, werd Daoud opgedragen om tegen niemand te zeggen dat ze yezidi is. “Ze zeiden dat we zouden worden vermoord of meegenomen naar Amerika als we vertelden dat we yezidi zijn.” (De Amerikanen werken met de SDF samen.) Na aankomst bij de Syrische Koerden, waar iedereen gefouilleerd en ondervraagd werd, gaf Daoud toch haar echte naam, en niet de Arabische die IS haar gaf. Daarom werd ze naar Irak gebracht.

Volgens Daoud bevinden zich nog veel yezidi’s in de Syrisch-Koerdisch kampen, waar IS-gezinnen zijn ondergebracht. En ook bij de strijders die op dit moment nog vechten, zijn yezidi-vrouwen. Vorige week werden in bevrijde delen van Baghouz de onthoofde lichamen gevonden van tientallen vrouwen, waarschijnlijk yezidi’s. Omdat de yezidi’s als menselijk schild worden gebruikt, zette de SDF vervolgens de eindstrijd op een lager pitje.

Suaad Daoud zegt dat IS net zo lang zal doorvechten als de leiders willen. “Als Baghdadi zegt: allemaal vertrekken, dan gaan ze; anders vechten ze door.”

Zorg om duizenden vermisten

Yezidi’s in Irak volgen de eindstrijd in Syrië gespannen, omdat nog zo’n drieduizend mannen, vrouwen en kinderen worden vermist. Yezidi-activist en arts Mirza Dinnayi is ervan overtuigd dat tientallen vrouwen en kinderen ‘verborgen’ zijn bij IS-gezinnen in kampen van Syrische Koerden. Hij klaagt dat overheden niets doen. “Mensen die willen helpen, zijn niet bevoegd, en wie dat wel is, verlaat zijn kantoor niet.”

Ook Sally Becker van de Britse ­organisatie Road to Peace vertelt over een gebrek aan medewerking. Becker werkte in 2017 in Irak, en zag bij de ontheemden uit IS-bolwerk Hawija veel blonde en roodharige kinderen, van wie ze inschatte dat ze yezidi waren. “We hebben een Haags bedrijf bereid gevonden kosteloos DNA te testen om familiebanden vast te stellen.” Toestemming van de Iraakse overheid bleef echter uit en de kinderen raakten uit zicht.

Becker verspreidde foto’s van yezidi’s uit Baghouz via haar netwerk in Irak en via sociale media. Daardoor konden afgelopen weekend 21 yezidi’s, meest kinderen, in Iraaks-Koerdistan met familie herenigd worden.