Bij baggerwerken voor de haven van Zeebrugge begin jaren zeventig kwam het bestaan van de ‘overschotjes van de Eerste Wereldoorlog’ aan het licht voor de kust van Heist, op de zandbank Paardenmarkt. Het gaat om Duitse munitie, waaronder heel wat gifgasgranaten.

Omdat het te gevaarlijk was om de gifgasgranaten tot ontploffing te brengen op het land, werden ze begraven in de Noordzee onder een laag zand. Wetenschapsmagazine Eos noemde het bommenkerkhof in 2013 'een tikkende tijdbom'.

‘De Paardenmarkt ligt vlak bij een van de drukste havens van West-Europa, en op een boogscheut van de voornaamste scheepsroutes, pijpleidingen en gasterminals. De gevolgen van een botsing van een scheepsboeg met kisten vol giftige munitie zouden desastreus zijn voor het zeeleven en voor het kustgebied', klonk het destijds bij Eos, maar toenmalig minister van Noordzee Johan Vande Lanotte bevestigde toen dat de situatie 'veilig en stabiel' was.

'Niet onrustbarend'

De FOD Volksgezondheid controleert jaarlijks via duikers die de bodem onderzoeken of de bommen niet roesten en zo hun gevaarlijke inhoud lekken. Er was ook nooit wat aan de hand, tot bij de jongste controle. Toen bleek dat er een hoeveelheid TNT was gelekt, een gevaarlijke springstof.

De FOD Volksgezondheid zegt dat in mei een groot onderzoek gepland staat met het onderzoeksschip Belgica. ‘Die studie moet de omvang van het probleem en de risico’s in kaart brengen', klinkt het. 'Het gaat om een lage concentratie. Iets wat zeer nauwlettend opgevolgd moet worden, maar niet onrustbarend is.’