Direct naar artikelinhoud
RecensiesIslamboeken

Wat er mis is met de islamitische wereld: drie schrijvers over oorzaken en oplossingen

Wat is er mis met de islamitische wereld? Drie boeken bieden verschillende diagnoses en evenzovele remedies. Is er zicht op herstel?

Wat er mis is met de islamitische wereld: drie schrijvers over oorzaken en oplossingen
Beeld Max Kisman

Ruud Koopmans

Het vervallen huis van de islam

Non-fictie

Drie sterren

Prometheus; 290 pagina’s; € 24,99.

‘De hoofdoorzaken van de crisis van de islamitische wereld liggen niet buiten de islam, maar midden in de islamitische gemeenschap zelf, in de vorm van een wijdverbreide rigide en intolerante geloofsopvatting die gepaard gaat met haat en geweld tegen andersdenkenden.’ Ruud Koopmans is toe aan zijn conclusie. En de woede spat van het papier. Hij heeft een radicale oplossing voor het probleem: ‘Wat de islam nodig heeft is een breed gedragen hervormingsbeweging van binnenuit, die misstanden recht in de ogen kijkt en klip en klaar afstand neemt van het idee van de Koran als het letterlijke woord van God. Afstand nemen van het fundamentalisme betekent het verwerpen van de politieke aspiraties van de islam en de erkenning van het principe van de scheiding van religie en staat.’

Koopmans kreeg vier jaar geleden nationale bekendheid met een Europees onderzoek waaruit bleek dat de overgrote meerderheid van de moslim-immigranten in Europa een broertje dood heeft aan westerse waarden. Een ruime meerderheid vindt de Koran belangrijker dan nationale wetgeving. Dat fundamentalisme is geïmporteerd vanuit de islamitische wereld. En dat islamitisch fundamentalisme houdt ook daar alle vooruitgang tegen. In Het vervallen huis van de islam schetst hij een treurig beeld van het leven daar. Bittere terzijdes onderstrepen daarbij zijn ongeduld en irritatie. En waaróm blijft de islamitische wereld op alle fronten zo achter? Door archaïsche opvattingen over zaken als rente, erfrecht, vrouwen en onderwijs, ontleend aan de sharia. Alleen een radicale hervorming van de islam kan de islamitische wereld redden.

Joram van Klaveren

Afvallige

Non-fictie

Eén ster

’t Kennishuys; 200 pagina’s; € 19,99.

Er staan ook zachte heelmeesters aan het ziekbed. Ex-PVV-Kamerlid Joram van Klaveren, die altijd zo fel tekeer kon gaan tegen de islam, veroorzaakte half februari een klein schandaaltje met de mededeling dat hij moslim was geworden. Het was een kwestie van afstrepen, zo blijkt uit Afvallige. Hij raakte uitgekeken op het christendom, met zijn onbegrijpelijke verhalen over de drie-eenheid en het offer van de kruisiging. Atheïst dan maar? Nee, want God bestaat volgens hem, dus daar word je ongelukkig van. Het jodendom viel ook af omdat joden niks met Jezus hebben. En daarmee bleef de islam over. Daarin is Jezus in elk geval nog een profeet. De twijfel sloeg bij hem toe terwijl hij bezig was met een kritisch boek over de islam. Van Klaveren zocht contact met gematigde islamitische leraren en langzaam kantelde zijn wereldbeeld. Maar Afvallige valt tegen. Wie een berouwvolle terugblik verwacht, komt bedrogen uit. Het blijft bij de ene opmerking dat hij het betreurt dat hij ‘mensen niet altijd recht heeft gedaan’. Het boekje bevat vooral theologische prietpraat, met name over de Bijbel.

Die leraren hadden aan hem een nijvere leerling. Van Klaveren waarschuwt dat je voor de juiste interpretatie van de Koran en de Soena (als wat de Profeet zou hebben gezegd of gedaan) altijd moet luisteren naar wat de traditionele islamitische rechtsscholen daarover zeggen. Want dat is wijsheid. Dat levert hem inzichten op als: gewelddadige Koranverzen moet je in hun historische context zien; Mohammed was best aardig voor joden; een vrouw slaan, dat mag maar het kan ook met een tandenstoker. Iedereen die denkt dat hij de Koran zélf wel kan interpreteren is, aldus Van Klaveren, gestoord. En het zijn díé lieden die de islam een slechte naam bezorgen, zo ziet hij nu in. Alleen jammer dat de ware islam waartoe Van Klaveren zich heeft bekeerd, die van braaf luisteren naar de grijze Korangeleerden, nu juist volgens zeer veel moslims (en zeker niet alleen salafisten en jihadisten) zijn tijd heeft gehad. Die dode last van eeuwen van juridisch gepriegel smoort elke vernieuwing. Die verzwakt de islam in plaats van hem te sterken in de strijd tegen globalisering en imperialisme. Overal klinkt de roep om vernieuwing. De vraag is: welke?

Merkwaardig genoeg haalt Van Klaveren in zijn boekje het wahabisme (de oerconservatieve Saoedische ‘staatsislam’) en het salafisme steevast door elkaar. Ze zouden beide geen rechtsschool erkennen, en dus waanzin zijn. Maar het wahabisme volgt wel degelijk een orthodoxe rechtsschool (de hanbali). Daarnaast hoeven jihadisten het niet te stellen zonder juridische hulp. Ze beroepen zich graag op het werk van Ibn Taymiyya (1263-1328), een zeer gerespecteerd hanbali-rechtsgeleerde. 

Machteld Allans vertaling van diens Siyaasa (‘Regering’) biedt een helder beeld van Ibn Taymiyya’s opvattingen. Alles draait daarbij om de jihad. Niets is belangrijker en mooier dan de strijd aanbinden tegen de ongelovigen. Ibn Taymiyya moest niets hebben van het idee dat jihad iets uit het verleden was of dat alleen zelfverdediging toegestaan was. De enige juiste vraag was: waar zaten de ongelovigen? Hij leefde ten tijde van de Mongoolse invasie en die Mongolen waren een soort halve moslims. Rechtsgeleerden worstelden met de vraag of de strijd tegen de Mongolen wel of niet de jihad was. Ibn Taymiyya vond van wel. Wanneer islamitische sekten ver afgedwaald raken van de ‘evidente, ononderbroken bepalingen’ van de sharia, zo stelde hij, dan mochten ze worden beschouwd als ongelovigen en moesten ze bestreden worden. Zijn fatwa’s zijn koren op de molen van de jihadisten.

Van Klaveren zit er dus naast wanneer hij denkt dat er een scherp onderscheid gemaakt kan worden tussen vreedzame moslims die de oude rechtsscholen gehoorzamen en de waanzinnigen die dat niet doen en ‘dus’ geen echte moslims zijn. Koopmans heeft gelijk. Intolerantie en geweld zijn geen aberraties van de islam maar logisch verdedigbare varianten bínnen de islam. En hij heeft ook gelijk wanneer hij stelt dat de sharia grotendeels verantwoordelijk is voor de stagnatie in de islamitische wereld. Maar zijn conclusie dat ‘dus’ de islam in verval is en grondig verbouwd moet worden, gaat te ver. 

Joram van Klaveren

Ibn Taymiyya

Bid, vecht en heers – Regeren in overeenstemming met Allahs wet

Non-fictie

Vier sterren

Uit het Arabisch vertaald en ingeleid door Machteld Allan. Prometheus; 280 pagina’s; € 24,99.

De crisis in de islamitische wereld wordt niet veroorzaakt door ongehoorzaamheid aan de oude rechtsscholen, niet door het jihadisme en ook niet door Koopmans’ bête noire, het ‘fundamentalisme’. De oorzaak is het islamisme, de overtuiging dat de islamitische staat gebaseerd moet zijn op de sharia. Deze visie brak een halve eeuw geleden door in de Arabische wereld (na de mislukking van het ‘Arabisch socialisme’) en viel vooral op door de opmerkelijke opmars van de hoofddoek, als teken van ‘terugkeer’ naar het geloof. De term islamisme komt bij Koopmans niet voor, behalve in Ayaan Hirsi Ali’s voorwoord. Terecht benadrukt zij daarin dat juist het islamisme ervoor zorgt dat politiek en geloof in de islamitische wereld elkaar verlammen. Geestelijken zetten politici onder druk door de massa te mobiliseren tegen ‘onislamitische’ wetgeving; politici appelleren aan islamitische sentimenten om hun aanhang te vergroten. En beide groepen beschouwen politieke en religieuze vernieuwing als een gevaarlijke aantasting van hun gezag. 

Zolang het overgrote deel van de moslims ervan overtuigd is dat de staat ‘islamitisch’ moet zijn en de sharia moet propageren, zal deze onzalige verstrengeling blijven bestaan. En is er weinig hoop op herstel voor dat ‘vervallen huis’.

Ibn Taymiyya

Op allerlei manieren over boeken schrijven, daar is de boekenredactie van de Volkskrant de hele dag mee bezig. Maar hoe kiezen zij welke boeken uit het enorme aanbod worden behandeld, en hoe bepaal je wat goed en slecht is? Boekenchef Wilma de Rek: ‘Een roman is goed als je erin wilt blijven wonen.’