"Ik kan je vertellen, ik heb daarna ongeveer twee maanden lang gratis bier in Amsterdam gekregen", zegt Eickhof in gesprek met NU.nl.
In de rest van het land heeft zijn tirade niet voor problemen gezorgd. "Natuurlijk niet. Ik draag Feyenoord een warm hart toe, al hoop ik altijd dat Ajax kampioen wordt."
De Amsterdamse club ontsloeg Van Basten in mei 2009, tijdens een teleurstellend seizoen waarin Ajax onder meer in het toernooi om de KNVB-beker door FC Volendam werd uitgeschakeld. Na de persconferentie waarin Van Bastens vertrek werd toegelicht, bracht Eickhof verslag uit van de staat waarin de club op dat moment verkeerde. Terwijl hij die dag eigenlijk helemaal niet zou werken.
"Ik zat ziek thuis en werd door mijn chef gebeld of ik een item wilde maken over het ontslag van Van Basten. Dus ik daarnaartoe samen met mijn zoon Koen, die toen nog heel klein was. Koen mocht aanvankelijk niet mee naar binnen, daar heb ik nog stennis over gemaakt. Met mijn door aspirine gedrogeerde hoofd begon ik vervolgens aan het livegesprek."
De bevlogenheid waarmee Eickhof vervolgens met de club afrekende - hij vergeleek de Johan Cruijff ArenA met "een vliegende schotel waar nog geen gras wil groeien" - had enerzijds een persoonlijke reden: "Ik ben een Ajax-fan, dus ik had me al verschrikkelijk aan de club geërgerd. Al jaren. Dit was de kans."
'Tijdens de repetitie ging ik al tekeer'
Maar Eickhof werd ook gestimuleerd door het feit dat dit nieuws groot genoeg werd bevonden om het journaal mee te openen.
"Ik vond het wel nieuwswaardig, maar het was toch vooral een nieuw-'tje'. Toen bleek het ineens de opening te zijn van het journaal, dat normaal gesproken over leven en dood, rijkdom en armoede, geluk en ellende gaat. Op het moment dat je opent met het ontslag van een trainer, vind ik dat je de wetten van dat programma hebt veranderd. En dan kun je dus ook even anders met het programma omgaan."
Eickhof geeft daarnaast toe dat zijn tirade minder spontaan was dan het lijkt. "Tijdens de repetitie was ik al tekeergegaan. Vanuit de studio riepen ze toen: "Ho maar, ho maar. Houd dit vast. Anders heb je het allemaal al verkocht." Dus toen besloot ik om op die voet verder te gaan."