Aantal bijstandsontvangers fors omlaag

Het aantal personen met een bijstandsuitkering is in 2018 met 24.000 gedaald. In 2017 was er nog een daling van 8.000. In 2018 is de bijstandsafhankelijkheid het sterkst afgenomen onder de jongeren tot 27 jaar en de 27- tot 45-jarigen. Voor het eerst na 2008 is ook het aantal bijstandsontvangers met een niet-westerse achtergrond gedaald. Eind 2018 telde Nederland 433.000 bijstandsgerechtigden tot de AOW-leeftijd. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

Relatief sterkste daling onder jongeren
In 2018 is het aantal bijstandsgerechtigden in alle drie de leeftijdsgroepen gedaald. De daling was het sterkst onder jongeren tot 27 jaar. In deze groep nam het aantal bijstandsontvangers met bijna 14 procent af. Dit komt neer op 6.000 jongeren. Het aantal 27- tot 45-jarigen met bijstand verminderde met 16.000, oftewel 9 procent. Onder de 45-plussers gaat het minder snel. Bij hen bedroeg de daling minder dan 1 procent. Zij lijken minder te profiteren van de gunstige arbeidsmarkt dan de jongere leeftijdsgroepen, waardoor zij eerder of langer op bijstand zijn aangewezen. Ook speelt bij 45-plussers de jaarlijkse verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd mee. Oudere bijstandsontvangers verlaten de bijstand later voor een AOW-uitkering. In 2018 is de AOW-leeftijd met drie maanden verhoogd tot precies 66 jaar. De groep 45-plussers met bijstand is daardoor minder snel gedaald.

Minder personen met niet-westerse achtergrond
Het aantal bijstandsontvangers tot de AOW-leeftijd met een niet-westerse migratieachtergrond is in 2018 met ruim 10.000 afgenomen. Dit is de eerste daling na 2008. Het aantal bijstandsgerechtigden met een Nederlandse of westerse achtergrond daalt al voor het derde jaar op rij.

Dat de daling onder de bijstandsontvangers met een niet-westerse achtergrond later op gang is gekomen, is vooral toe te schrijven aan de instroom van vluchtelingen in de bijstand, vooral Syriërs, in de afgelopen jaren. Vluchtelingen met een verblijfsvergunning kunnen een beroep doen op bijstand, indien zij onvoldoende inkomen of vermogen hebben.

De instroom in de bijstand van deze groep is sterk afgenomen en de uitstroom toegenomen. De in- en uitstroomcijfers over 2018 zijn bekend voor de eerste drie kwartalen. In de periode januari tot en met september 2018 zijn bijna 5.600 personen ingestroomd die in Syrië zijn geboren. In dezelfde periode hebben er 6.900 de bijstand verlaten. In geheel 2017 bedroeg de instroom van Syriërs nog ruim 13.000, tegen een uitstroom van 5.500.

Helft uitstromers aan het werk
Voor de eerste helft van 2018 is bekend hoeveel bijstandsverlaters direct aan de slag gingen als werknemer. In totaal zijn er in die periode 56.000 personen de bijstand uitgestroomd. Van hen vond bijna de helft, 26.000, een werknemersbaan. Het aandeel baanvinders tot de AOW-leeftijd varieert naar geboorteland. Van de bijstandsuitstromers met Nederland als geboorteland stroomde 48 procent door naar een baan. Van de uit Syrië afkomstige uitstromers had 44 procent een baan gevonden. Bij de groep geboren in Eritrea of Somalië was dat 42 procent.

Bijstandsuitstromers in de leeftijdsgroep 27 tot 45 jaar komen het vaakst in een werknemersbaan terecht. Dit geldt voor alle geboortelanden, behalve Afghanistan. Onder de Afghanen is de doorstroom naar werk het grootste bij de personen jonger dan 27 jaar. Andere redenen om de bijstand te verlaten zijn bijvoorbeeld het beginnen aan een studie of het vinden van een partner met een eigen inkomen of vermogen.