Direct naar artikelinhoud
column

Het CDA moet nu eerst het midden veroveren

Het CDA moet nu eerst het midden veroveren
Beeld Trouw

In ons land zien we dat het politieke debat steeds meer wordt gekaapt door de flanken, constateerde CDA-fractieleider Buma begin deze maand op het congres van zijn partij. De Britse oud-premier Tony Blair ziet hetzelfde gebeuren op het politieke slagveld in Londen als gevolg van het brexit-debat: “Het midden wordt weggeknepen”.

Het verschil is dat het midden hier nog werkt, zij het de laatste jaren op nogal avontuurlijke wijze. Aan de overkant van de Noordzee is een hopeloze impasse ontstaan, al is het een lichtpuntje dat gematigde dissidenten uit beide partijen een nieuw midden vormen. Dat lijkt verstandig, want in de politiek, zei Buma, ligt de waarheid altijd in het midden. Daarop liet hij een aanval op het populisme volgen: “Op de flanken vindt de kiezer niet meer dan de verlokkingen van alternatieve waarheden, geen oplossingen”.

Hoe komt het dat de flanken in de democratische wereld zo invloedrijk zijn geworden? In het jongste nummer van het blad Foreign Affairs probeert de politieke denker Jan-Werner Müller hierop een antwoord te geven. Werner heeft zich veel beziggehouden met de opkomst van het populisme en meer in het algemeen met de strategie die de politiek terugbrengt tot de tegenstelling vriend-vijand.

Zijn belangrijkste verklaring is dat centrumrechtse en centrumlinkse partijen vol in de retoriek en de politieke framing van de populisten zijn meegegaan. Deze strategie ging uit van de paradox ‘eliminatie door imitatie’, maar had het averechtse effect dat de populisten het debat gingen bepalen. Hun frame is overbekend: de kosmopolitische elite heeft het volk niet beschermd tegen de globalisering, het bureaucratische monster van de EU in Brussel, de immigratie en de komst van de gewelddadige islam.

Luidruchtig

Het debat is dus niet gekaapt door de flanken, zoals Buma op zijn congres beweerde, het CDA, de VVD en de PvdA hebben het laten kapen. Zij hebben zich wankelmoedig getoond en niet geschroomd hun principes en geschiedenis te verloochenen. Op dit punt moet worden gemarkeerd dat D66 als enige partij in het centrum de rug al die jaren heeft recht gehouden.

Politiek misschien nog wel het meest fataal is dat de drie staatsdragende partijen niet in staat zijn gebleken eigen antwoorden te geven op de grote kwesties van deze tijd. Daarmee hadden ze het debat richting kunnen geven en het frame van de populisten kunnen doorbreken. Het leek wel alsof zij de eenvoudige waarheid over het hoofd zagen dat het populisme, zoals de Nederlandse politicoloog Cas Mudde constateerde, ‘geen zwijgende meerderheid vertegenwoordigt, maar een luidruchtige minderheid’.

Dat de populisten de dominantie in het politieke debat hebben veroverd, onderstreept de zwakte van de partijen in het midden

Dat de populisten desondanks de dominantie in het politieke debat hebben veroverd, onderstreept de zwakte van de partijen in het midden. Was er na de stembusrevolte in 2002 alle reden te erkennen dat Fortuyn ‘een punt had’, nadien heeft het midden de populisten feitelijk het monopolie gegeven op het uiten van de zorgen van de burger. In zijn veelbesproken H.J. Schoo-lezing in 2017 verklaarde Buma de ‘boze burger’ zelfs tot ‘gewone burger’.

Leiderschap

Als je een voorbeeld zoekt van de overgave van een gevestigde partij aan de populistische framing en retoriek, kom je snel bij deze lezing uit. De gewone Nederlanders werden volgens Buma boos, omdat ze vonden dat hun vrijheid en gelijkheid door de elite werd verkwanseld aan de nieuwkomers. Op het jongste partijcongres liet hij andere taal horen: “De stille meerderheid van gewone Nederlanders blijft verweesd achter, als het midden zich stil in een hoekje laat drukken”.

Met een onuitgesproken verwijzing naar Abraham Kuyper noemde hij de burgers die de stille meerheid vormen, de ‘kleine luyden van deze tijd’. Dat duidt op het begin van een strijdbare houding, een terugkeer naar de eigen wortels en de herontdekking van leiderschap. Of Buma, na al zijn politieke acrobatiek in het afgelopen decennium, de figuur is dat leiderschap te belichamen, is vers twee.

Cultuuroorlog

Dat leiderschap is hard nodig, wil de natie haar vertrouwen en bestemming hervinden. Jan-Werner Müller wijst erop dat het populisme geen doctrine is, maar een frame. Deze bewegingen gedijen op conflict; hun politieke verdienmodel is een permanente cultuuroorlog. Dat leidt tot de vraag waarop het antwoord nog een eenvoudige waarheid kan openbaren: in hoeverre zijn de populisten met hun nationalistische retoriek de natie werkelijk toegedaan?

De politieke waarheid ligt altijd in het midden, zei Buma. Als dat zo is, kun je het niet bij deze constatering laten, want de naargeestige cultuuroorlog die ook hier woedt in de politiek en de (sociale) media, zet dat midden sterk onder druk. In de vorige eeuw zat het CDA als vanzelf in het midden, nu moet het worden veroverd. Dat is het verschil. De bekering van Buma is alvast een eerste stap.

Hans Goslinga (Baambrugge, 1948) trad in 1978 in dienst van de parlementsredactie van Trouw, waar hij in 1993 politiek commentator werd. In 2001 won hij de Anne Vondelingprijs, in 2012 koos J.L. Heldring zelf Goslinga tot de eerste winnaar van de Heldringprijs voor de beste columnist van het jaar. Hij schrijft nog altijd elke week over de staat van onze politiek en onze democratie.