Direct naar artikelinhoud
ReportageSyrische vrouwen in Nederland

Voor veel Syrische vrouwen voelt de komst naar Nederland als een bevrijding van onderdrukking

Syrische vrouwen emanciperen in Nederland. Ze maken keuzes die voorheen ondenkbaar waren. Ook over hun huwelijk.

Araa al Jaramani (43) komt oorspronkelijk uit Syrie. Ze heeft in Nederland een stichting opgericht om Syrische vrouwen te helpen om te integreren en over hun rechten te informeren.Beeld Marlena Waldthausen

Op haar werk bij een administratiekantoor in Damascus voelde ze zich veilig. Maar zodra Souha (37) haar huis binnenstapte, gierden de zenuwen door haar lijf. Als hij de kinderen vandaag maar niets zou aandoen. Wanneer zou hij ontploffen? Welke dreigementen zou ze naar haar hoofd geslingerd krijgen? ‘Ik was voortdurend bang dat er iets zou gebeuren. Buiten was het nog geen oorlog, maar binnen altijd.’

In de weekenden vluchtte ze naar het huisje van haar familie op het platteland. Souha wilde losbreken uit haar huwelijk. Ze vroeg herhaaldelijk een scheiding aan bij de rechtbank in Damascus. Daar werd ze telkens genegeerd en naar huis gestuurd.

Souha neemt geen stroopwafel. Daar verdient de tandarts alleen maar aan. ­Boven haar verlegen glimlach staan twee grote groene ogen. Een zwarte tulband met gebreide bloem – een alternatieve hijab – prijkt op haar hoofd. Ze is net klaar met haar stage bij een thuiszorg­instelling in de bollenstreek. Ze wil niet met haar echte naam in de krant uit vrees voor haar ex-man.

Als ze vertelt over haar huwelijk, verdwijnt haar verlegenheid en toont ze zich strijdbaar. Souha was 21 jaar toen ze trouwde. Haar man was vijf jaar ouder. Zoals bij zoveel Syrische stellen was het een gearrangeerd huwelijk tussen bevriende families. Nadat beide vaders de bruidsschat hadden bepaald, trouwden ze in 2003. Souha vond haar man vreselijk. ‘Ik had de goede leeftijd om te trouwen, maar niet een goede man. Hij was bazig, ­gierig, hij nam alle beslissingen. Hij dreigde voortdurend met fysiek geweld. Toen we kinderen kregen, werden zij het slachtoffer.’

Nadat de oorlog was uitgebroken, vluchtte haar man naar Nederland. Zij bleef achter met haar kinderen. Ondanks de bloedige strijd die buiten werd gevoerd, beleefde ze twee relatief rustige jaren zonder man.

Voor Souha was het een duivels ­dilemma. Zou ze haar man volgen? De oorlog liet haar uiteindelijk geen keuze. Souha schudt haar hoofd. ‘Ik heb veel met mijn man gebeld over een nieuwe toekomst. Het zou allemaal beter worden en ik geloofde hem.’ In het kader van gezinshereniging vloog ze in 2014 met haar twee kinderen van 8 en 10 jaar naar Nederland. ‘Toen we samen met mijn man in het azc woonden, was het veilig voor mij en de kinderen. Het COA hield toezicht. En hij gedroeg zich netjes. Ook woonden we met andere families, dus er was sociale controle. De ellende begon toen we een ­eigen woning kregen toegewezen.’

Hij dreigde met een mes

Daar ging het als vanouds. ‘Mijn man was constant boos op ons. Hij sloeg de kinderen. We moesten dankbaar zijn dat hij ons naar Nederland had gehaald. Dus we hadden maar naar hem te luisteren. Tot hij dreigde met een mes. Toen was het klaar.’

Souha’s buurvrouw – maatschappelijk werker – gaf bijles aan de kinderen. Bij haar kon ze haar verhaal kwijt. ‘Ik had geen idee dat vrouwen in Nederland rechten hadden. Ik dacht dat het net zo was als in Syrië.’

De buurvrouw overtuigde haar om aangifte te doen bij de politie. Souha werd ondergebracht in een vrouwenopvanghuis. Daar werd duidelijk welke mogelijkheden ze had in Nederland. Ze begon haar echtscheidingsprocedure en eiste volledige voogdij over haar kinderen. De rechter wees haar de kinderen toe en de woning.

Haar man was in zijn eer gekrenkt. ‘Hij was altijd de baas. Nu besloten anderen over zijn gezin.’ De kinderen werden na schooltijd opgewacht en bedreigd door hun vader. Ze zijn maanden niet naar school gegaan. ‘Hij zei dat hij mijn vader en broers in Damascus zou vermoorden als ik niet deed wat hij zei.’ Souha zwichtte bijna voor de dreigementen van haar ex. Maar de instanties gaven haar een waarschuwing. Mocht ze teruggaan naar haar man, dan zou dat zijn zonder haar kinderen.

Relationele spanningen

In de periode 2013-2018 kwamen ruim 31.000 Syrische nareizigers naar Nederland, vooral vrouwen en kinderen. Hoewel je zou verwachten dat gezinshereniging met vreugde gepaard gaat, draait het in de praktijk vaak uit op relationele spanningen. Veel echtparen kunnen die niet het hoofd bieden en gaan scheiden.

Araa al Jaramani (43) vluchtte in 2013 vanuit Syrië naar Nederland en is sinds een aantal jaren verbonden als onderzoeker aan de Vrije Universiteit van Brussel. Om lotgenoten te ondersteunen zette ze een stichting op voor Syrische vrouwen in Nederland. Al Jaramani vertelt wat ze ziet gebeuren in haar gemeenschap. ‘Na zo’n twee jaar in Nederland maken Syrische stellen de balans op. Vinden ze een weg terug naar elkaar, waarbij de man oude gewoonten laat varen, of stapelen de problemen zich op? Dan is het tijd om uit elkaar te gaan.’ Al Jaramani schat dat meer dan 50 procent van de Syrische stellen in Nederland overweegt om te scheiden of in scheiding ligt.

Deze trend leidt tot weerstand, niet in de laatste plaats bij Syrische mannen. Al Jaramani: ‘Er doet een grap de ronde onder Syrische mannen: Kom niet naar Nederland! Het kind staat op nummer één, dán de hond, dán de vrouw en als laatste de man. In Syrië ben je veilig, daar ben jij nummer één!’

‘Iedereen die ik spreek in de Syrische gemeenschap vertelt dat echtscheiding momenteel het grootste probleem is’, zegt Frederiek de Vlaming van het Syria Legal Network. De vereniging van Syrische juristen in Nederland richtte zich aanvankelijk op internationaalrechtelijke zaken als rechtsherstel en vervolging voor oorlogsmisdaden. Naarmate de tijd verstrijkt, houdt het netwerk zich steeds meer bezig met alledaagse juridische kwesties. De hulpvraag bij echtscheiding staat op nummer een.

Nouf Rafea (25) vluchtte in 2015 naar Nederland. Ze werkt als actrice op basisscholen, waar ze vluchtverhalen van lotgenoten naspeelt. ‘Vrouwen in Syrië worden continu lastig gevallen. Ik had altijd een mes in mijn tas.’Beeld Marlena Waldthausen

‘We krijgen veel vragen over huisvesting, uitkeringen en voogdijschap van de kinderen. Zodra ze begrijpen wat de mogelijkheden zijn in Nederland, gaan ze scheiden.’

Ook Jaco Dagevos van het Sociaal en Cultureel Planbureau herkent de trend. Een belangrijke stressfactor die volgens hem bijdraagt aan de relatieproblemen is de statusval die mannen in Nederland ervaren. Hadden ze in Syrië nog een goede baan, in Nederland is het lastig om werk te vinden op hun opleidingsniveau. Dat staat in schril contrast met de ervaring van de vrouwen. Dagevos: ‘Zij kunnen hier eindelijk hun eigen ambities nastreven en zien juist mogelijkheden om bijvoorbeeld een opleiding te volgen.’

Uitgehuwelijkt

Een van die vrouwen is Nouf Rafea (25) uit Damascus. Zij droomde altijd al van vertrek naar het buitenland. Ze wilde niet gedwongen worden in een huwelijk dat haar vader zou regelen. Rafea, klein van stuk, haar in een paardenstaart, rookt op een winters Amsterdams terras nog even snel een sigaretje. Ze is druk met het leren van haar tekst voor een volgend toneelstuk. Rafea werkt als actrice op basisscholen, waar ze de vluchtverhalen van lotgenoten ­naspeelt. Ze is openhartig over haar jeugd in Syrië. ‘Mijn moeder werd uitgehuwelijkt toen ze 13 was. Ze baarde vier kinderen vóór haar 20ste.’

Rafea zag hoe haar moeder gebukt ging onder de pijn – veroorzaakt door de bevallingen op jonge leeftijd – en de onderdrukking van haar man. ‘Dat leven was niet haar keuze. Het is geen wonder dat mijn moeder vroeg is gestorven.’

Rafea voelde zich al jong een feminist. ‘Ik vond het nooit logisch dat vrouwen geen rechten hebben. Vrouwen zijn altijd ondergeschikt. Ze mogen niet zelfstandig beslissingen nemen. Ze hebben de goedkeuring nodig van de man, vader of broer.’ Toen ze 6 jaar was, werd ze voor het eerst aangerand door een man. ‘Ik heb het gezegd tegen mijn familie. Maar ze deden niets. Je hebt geen recht op je eigen lichaam. Je bent er voor het plezier van de man.’

Vrouwelijke buschauffeur

Volgens Rafea hebben alle vrouwen in Syrië te maken met seksuele intimidatie. ‘Vrouwen worden continu lastiggevallen. In de bus of op straat, je moet op je hoede zijn. Ik had altijd een mes in mijn tas. Zelfs op de universiteit was ik niet veilig. Toen ik niet inging op de avances van mijn professor, zakte ik voor mijn tentamen.’ Rafea was een ­rebel in haar gemeenschap. ‘Ik ging om met mannelijke vrienden van een andere religie. Er werd geroddeld over mij. Mijn familie schaamde zich diep. De oorlog had één positief gevolg: ik kon eindelijk vluchten.’

Rafea vluchtte in het najaar van 2015. Toen ze halverwege Kroatië was, merkte ze dat veel landgenoten naar Duitsland gingen. ‘Daar wilde ik dus niet naartoe. Dan zou ik nog steeds dezelfde problemen hebben. Ik reisde door naar Nederland en voelde me veilig vanaf het eerste moment. Ik heb geen mes meer in mijn tas.’

Blij verrast was Rafea toen ze een vrouwelijke buschauffeur zag. ‘Vrouwen kunnen doen wat mannen doen en andersom. Toen ik op bezoek was bij een Nederlandse familie praatte ik met de moeder van het gezin terwijl de vader buiten speelde met de kinderen. Ik kon het niet geloven. Ik heb een jaar bij een Nederlands stel in huis gewoond in Haarlem. Dat je kan samenwonen met iemand waar je verliefd op bent, dat is een taboe in Syrië.’

Syrië bungelt onderaan

De kloof tussen de Nederlandse en Syrische cultuur blijkt duidelijk uit de jaarlijkse Global Gender Gap Index, die gendergelijkheid per land onderzoekt. Syrië bungelt helemaal onder aan de lijst, samen met Jemen en Pakistan. Hierbij wordt gekeken naar factoren als economische participatie, opleiding, gezondheid en deelname aan de politiek van het land.

Onderzoeker Al Jaramani: ‘De man heeft een ijzersterke positie in Syrië. Het regime van Assad handhaaft een Persoonlijke Statuswet die dateert uit 1876 en onderdeel is van de sharia-wetgeving. Vrouwen hebben volgens deze wet een lagere positie dan mannen. Als een gescheiden vrouw hertrouwt, verliest ze de voogdij over haar kinderen. Als de man opnieuw trouwt, verandert er niets. Het gezamenlijk opgebouwde vermogen blijft doorgaans bij de man.’

Er is een vrouw dan ook veel aan gelegen om niet te scheiden. Volgens Al Jaramani moet je hopen dat je man een goede opvoeding heeft gehad, waarbij geweld werd afgekeurd. Op bescherming van de wet hoef je niet te rekenen. ‘Ik ken veel vrouwen die getraumatiseerd zijn door de mishandelingen in hun huwelijk. Zij zaten jarenlang klem.’

Araa al Jaramani vluchtte in 2013 vanuit Syrië naar Nederland en is sinds een aantal jaren verbonden als onderzoeker aan de Vrije Universiteit van Brussel. Ze schat dat meer dan 50 procent van de Syrische stellen in Nederland overweegt om te scheiden of in scheiding ligt.Beeld Marlena Waldthausen

Jurist Laial Laham van het Syria Legal Network ziet dat vrouwen in Syrië complexe culturele en financiële redenen hebben om in een slecht huwelijk te blijven. ‘Het bedrag aan alimentatie is nooit hoog genoeg om een zelfstandige woonruimte te betalen. Daarnaast is het in onze cultuur niet geaccepteerd dat een vrouw alleen woont. De familie van de vrouw moet bereid zijn hun dochter terug in huis te nemen. Dat kan de familie weigeren uit schaamte voor hun gescheiden dochter. In Nederland heeft de vrouw altijd een dak boven haar hoofd en ze heeft vaak recht op een uitkering. In Syrië niet.’

Volgens Al Jaramani heeft elk Syrisch stel relatieproblemen na aankomst in Nederland. ‘Dat kan ook niet anders. Je hebt alles verloren, je komt in een ander land, vers uit een oorlog met een trauma. Je maakt je zorgen over je kinderen die opnieuw moeten aarden. Bovendien is dit een land met een andere positie voor de man en de vrouw dan in Syrië: zo’n cultuurshock geeft veel uitdagingen. Iedereen moet opnieuw zijn weg vinden.’

Venster naar de wereld

Voor veel Syrische vrouwen voelt de komst naar Nederland als een bevrijding van onderdrukking. Ze zijn alleen om die reden al blij dat ze zijn gevlucht, zegt Al Jaramani. ‘Het is hier de hemel voor vrouwen.’ Het emancipatieproces dat in Nederland doorzet, begon echter al in Syrië, stelt Jaramani. Sinds de revolutie begon in 2011 is ­Facebook voor de Syrische vrouw het venster naar de wereld.

Voor de Vrije Universiteit van Brussel doet Al Jaramani onderzoek naar de emancipatiebeweging van Syrische vrouwen op sociale media. ‘Wij zijn verliefd geworden op Facebook. Wij lazen dat de rechtspositie van vrouwen beter is in andere landen: dat vrouwen het recht hebben om te studeren, om zelf hun mannen te kiezen, om te scheiden. Ineens was daar het besef dat het geen individueel probleem was, maar dat van de Syrische vrouw in het algemeen.’

Die bewustwording werd hier concreet. Syrische nieuwkomers zagen met eigen ogen dat de Nederlandse buurman kookt, schoonmaakt en de kinderen naar school brengt. Al Jaramani: ‘Wij praten veel over de Nederlandse vrouwen: zij zijn namelijk gelukkig. Mannen praten anders tegen hen. Ze hebben respect voor hen. De Syrische vrouw is niet gelukkig. Waarom zorgen wij voor de kinderen en kan de man tv kijken? Waarom hebben wij deze positie?’

Al Jaramani groeide op in een uitzonderlijk liberaal gezin in het zuidoosten van Syrië. Haar vader was een groot voorstander van de emancipatie van vrouwen. Ze vond in Syrië een echtgenoot met hetzelfde gedachtengoed als haar familie. ‘Toen ik mijn man trouwde in Damascus, hebben we onze eigen regels opgeschreven: we hebben beiden het recht om alles te doen, maar met respect voor elkaar. Toen we kinderen kregen, hebben we regels toegevoegd: ze moeten vrij zijn en over alles kunnen praten met ons.’

Haar liberale opvattingen bleven niet onopgemerkt door het Assad-regime. Als journalist en scenarioschrijver maakte ze een dramaserie over de corruptie aan onderwijsinstellingen in Syrië. ‘Ik word snel boos, als de politie op straat iemand martelde, dan ging ik erheen: ik wilde demonstreren, vechten.’ Haar activisme deed haar de das om, ze werd voortdurend bedreigd. Mijn man zei: ‘Jij zorgt voor problemen zo. We moeten zorgen dat onze kinderen veilig zijn.’

In augustus 2013 vertrok ze naar ­Nederland. Haar gezin volgde niet veel later. Aangekomen in Nederland had ook zij moeite met wortelen. ‘Hoe begeleid ik mijn kinderen op de Nederlandse school? Hoe ga ik hier met mijn man om? Ik maakte me zorgen: hoe zou het met de vrouwen gaan die niet dezelfde achtergrond hebben als ik? Dus toen heb ik de Stichting voor Syrische Vrouwen in Nederland opgericht.’ De stichting onderwijst Syrische vrouwen over Nederlandse gewoonten en de positie van vrouwen.

Dolle Mina

Souha’s ex-man is opnieuw getrouwd, maar hij laat haar nog niet met rust. Zo probeerde hij onlangs in het huis tegenover haar te gaan wonen. De politie voorkwam dat. Haar kinderen zien hun vader niet en komen tot rust. ‘Je wilt je eigen leven kunnen leiden. Kinderen moeten zelf beslissingen kunnen nemen. Nu durven ze te vertrouwen op zichzelf.’

Souha prijst zich gelukkig met een buurvrouw die haar de weg wees. Maar voor veel Syrische vrouwen is het lastig uit te vinden wat hun rechtspositie is in Nederland, merkt Al Jaramani. Het Syria Legal Network wil samen met de rechtenfaculteit van de Universiteit van Amsterdam een juridisch loket ­opzetten voor Syriërs, zodat ze hen kunnen adviseren in hun moedertaal en rekening kunnen houden met culturele verschillen.

Al Jaramani ziet een parallel met de Nederlandse maatschappij van zeventig jaar geleden. ‘Syriërs hebben veel respect voor Nederlanders omdat ze hun land hebben kunnen opbouwen na de Tweede Wereldoorlog. Maar ze moeten zich realiseren dat het niet alleen ging om huizen en bruggen, maar dat er ook een maatschappelijke opbouw was. Dankzij de Dolle Mina-beweging heeft de Nederlandse vrouw nu deze positie. Er lag een sociale beweging aan ten grondslag. Dat moeten Syrische nieuwkomers weten: het is een proces.’

Ze maakt zich zorgen over serieuze tegenbewegingen die de emancipatie van Syrische vrouwen in Nederland willen dwarsbomen. ‘Zij verkondigen op Facebook conservatieve ideeën over de vrouw. Ze zeggen dat Nederland onze Syrische cultuur wil veranderen, dat er sprake is van een samenzwering tegen Syriërs. Het is gevaarlijk, want Syrische vrouwen zijn nog niet zo heel lang hier, ze zijn zoekende.’

Al Jaramani pleit voor meer aandacht voor de feministische beweging in Nederland tijdens de inburgeringscursus. ‘Syrische nieuwkomers moeten weten dat er geen samenzwering is om de Syrische cultuur te veranderen. Wij moeten alleen een fout in onze ­cultuur herstellen, de zwakke positie van de vrouw.’