Raadsel over containerverlies wordt groter na 'melding'

MSC Zoe heeft op 1 januari boven Ameland gemeld dat het schip containers verloor, aldus de Duitse politie. Maar de melding is niet bekend bij de Kustwacht.

Vlot nadat de MSC Zoe op 3 januari aanmeerde in Bremerhaven, zijn bemanningsleden verhoord door de Wasserschutzpolizei. Die tekende op dat de scheepsleiding op 1 januari omstreeks 23.00 uur een eerste melding heeft gedaan over containerverlies. Dat zou zijn geweest op de ‘snelweg’ boven Ameland. Het megaschip was toen al zeker 220 containers kwijt.

'Niet bekend'

De melding, deze week wereldkundig gemaakt door het Havariekommando in Cuxhaven, wekt bevreemding. ,,Deze melding is bij ons niet bekend’’, zegt woordvoerder Edwin Granneman van de Kustwacht in Den Helder. Kan de Kustwacht een melding hebben gemist? Onmogelijk, zegt hij. ,,Op het Kustwachtcentrum luisteren functionarissen dag en nacht het VHF-kanaal 16 af, het kanaal voor nood-, spoed- en veiligheidsverkeer.’’

Kan de melding verkeerd geadresseerd zijn geweest? ,,Het is voor elke kapitein glashelder welk kanaal hij in geval van containerverlies moet gebruiken.’’

De Kustwacht houdt vast aan haar eerdere lezing: op Nederlands grondgebied is geen contact geweest tussen schip en Kustwacht. Pas op 2 januari om 03.57 uur kwam er een eerste melding binnen over problemen in Duitse wateren.

Interne melding

Is het wellicht een interne melding geweest, aan het hoofdkantoor van rederij MSC in Genève? MSC onthoudt zich desgevraagd van een reactie. De Wasserschutzpolizei verwijst voor uitsluitsel door naar het Openbaar Ministerie. Dat reageert terughoudend: ,,Al dan niet door de MSC Zoe gedane meldingen van containerverlies worden in het strafrechtelijk onderzoek betrokken.’’

Het Scheepvaartreglement territoriale zee (art. 6e) verplicht schippers tot het zo spoedig mogelijk melden van voorwerpverlies aan de bevoegde autoriteit. Nalatigheid is strafbaar.