Direct naar artikelinhoud

De voorzitter van moskeekoepel CMO houdt er alweer mee op

Halil KaraaslanBeeld Inge van Mill

Het Contactorgaan Moslims en Overheid moet op zoek naar een nieuwe voorzitter. Nog geen jaar nadat hij is begonnen, legt Halil Karaaslan het voorzitterschap neer van de koepel, die driehonderd moskeeën vertegenwoordigt. 

In aanpak, geluid en stijl verschilde Karaaslan naar eigen zeggen zoveel van de rest van het bestuur, dat er niets anders opzat dan te stoppen.

Karaaslan wil weinig kwijt over waar het verschil van inzicht zich precies manifesteerde. De discussie ging volgens hem vooral over de vraag of het CMO een religieuze functie heeft, of een maatschappelijke. Zelf zat hij meer op de maatschappelijke lijn, hij wilde het hebben over buitenlandse financiering van moskeeën, moslims vertegenwoordigen in debatten en een geluid naar buiten zijn. Voor die aanpak vond hij onvoldoende steun.

“Het is jammer, het is geen gewilde breuk”, zegt Karaaslan. “Maar als je constateert dat je visie zo verschilt met de andere leden van het bestuur, dan kan je niet anders dan ophouden en het bestuur veel succes wensen.”

Ik wil een luider, actiever en zichtbaarder geluid en hoop dat een nieuwe voorzitter mijn lijn voortzet
Halil Karaaslan

Nieuwe fase

Het CMO ontstond in 2004, op aandringen van de overheid. Die wilde een aanspreekpunt dat een groot deel van de islamitische gemeenschap vertegenwoordigt. Met het aantreden van de jonge Karaaslan – toen hij in juni begon 29 jaar oud –  brak een nieuwe fase aan. De eerste generatie moskeebestuurders maakte plaats voor de tweede.

De docent maatschappijleer zei destijds tegen Trouw dat hij van plan was vaker van zich te laten horen. Hij wilde moskeebestuurders professionaliseren, hen regels uitleggen over buitenlandse predikers, financiering et cetera. Hij kondigde ook aan zich te willen roeren in het debat.

Maar zijn belangrijkste doel was en is: normaliseren van de islam in Nederland. “We moeten accepteren dat de islam een deel is van Nederland, we moeten de interne, en de buitenwereld overtuigen dat dit zo is”, zegt hij. Buitenstaanders beschouwen, zegt hij, de islam nogal eens als on-Nederlands. Moslims hebben het idee dat ze tweederangsburger zijn. Of zij vinden dat anderen zich niet met hun religie moeten bemoeien.

“Ik ben van de inclusie”, zegt Karaaslan. “Ik ben lid van dit land, met mijn religie en met inachtneming van de scheiding tussen kerk en staat. Ik wil een luider, actiever en zichtbaarder geluid. Ik hoop dat een nieuwe voorzitter mijn lijn voortzet, en ook de jongere generatie aan het woord laat.”

Lees ook:

Trouw sprak Karaaslan in juni vorig jaar, vlak na zijn aantreden. ‘Ik wil de islam normaliseren in Nederland.’