Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Alsnog erkenning voor meisjes van de Goede Herder

Tussen 1860 en 1978 hebben zeker 15.000 meisjes en vrouwen dwangarbeid verricht in wasserijen en naaiateliers van katholieke zusters. Minister Dekker wil ze nu toch helpen.

Voorwerpen in het Museum van de 20ste Eeuw in Hoorn die genoemd worden in interviews met de katholieke zusters van de Goede Herder.
Voorwerpen in het Museum van de 20ste Eeuw in Hoorn die genoemd worden in interviews met de katholieke zusters van de Goede Herder. Foto Merlijn Doomernik

De meisjes van de Goede Herder hebben recht op erkenning en genoegdoening. Tegelijk moeten alle feiten over hun decennialange dwangarbeid door deze katholieke congregatie op tafel komen. Dat zei minister Dekker (Rechtsbescherming, VVD) woensdag in een overleg met de Tweede Kamer.

Dekker, die eerder niet met de slachtoffers wilde spreken en zei dat de kwestie al onderzocht was, lijkt nu toch overtuigd van de noodzaak om de nog levende slachtoffers van de zusters te helpen. Daarbij wil hij ook de rol van de overheid erkennen. Die leverde de meisjes af bij de zusters.

Dekkers draai lijkt te zijn ingegeven door de scherpe analyse die professor Jan van Dijk, hoogleraar victimologie aan Tilburg University, deze week maakte. Hij concludeert dat de katholieke nonnen zich schuldig gemaakt hebben aan jeugddwangarbeid en mensenhandel door minderjarige meisjes systematisch op te sluiten en uit te buiten. De Nederlandse overheid is volgens hem medeverantwoordelijk voor omdat die bekend was met de praktijken en ze toestond.

15.000 meisjes

Tussen 1860 en 1978 verrichtten zeker 15.000 meisjes en vrouwen in Nederland dwangarbeid in wasserijen en naaiateliers van de zusters in Tilburg, Zoeterwoude, Almelo en Velp. Dat bleek vorig jaar uit onderzoek van NRC.

De zusters kwamen begin deze eeuw al in Ierland in opspraak wegens de uitbuiting van meisjes in wasserijen. De Ierse regering liet onderzoek doen, erkende schuld en betaalde compensatie. In Nederland weigerde minister Dekker dit tot nu toe.

In de Tweede Kamer namen D66, SP en CDA het op voor de slachtoffers van wie een deel op de publieke tribune zat. Tweede Kamerlid Michiel van Nispen (SP): „Het is gruwelijk wat met deze vrouwen is gebeurd. Het is ondenkbaar dat de overheid dit niet erkent en geen schadevergoeding betaalt.”

In stilte werkten duizenden meisjes gedwongen in kloosters. Lees onze productie over de meisjes van de Goede Herder

Recht op erkenning

Dekker zei met professor Van Dijk te hebben gesproken. „Ik vind ook dat de slachtoffers recht hebben op erkenning en genoegdoening.” Een apart onderzoek naar wat er gebeurd is in de gestichten van de Goede Herder wijst Dekker ook niet langer af. Hij wilde wél nog de uitkomst afwachten van het lopende onderzoek van de Commissie-De Winter naar het geweld in de jeugdzorg. Daarin zou ook naar de situatie in de Goede Herder gekeken worden.

Partijen in de Kamer wilden daar niet op wachten, waarop Dekker beloofde de Commissie-De Winter alvast op korte termijn te vragen naar de bevindingen over de Goede Herder. „Dan weten we gerichter wat we eventueel nog meer moeten onderzoeken en kan er erkenning en goeddoening komen”, aldus Dekker.

In een reactie zegt Annemie Knibbe namens de lotgenotenorganisatie die de meisjes van de Goede Herder steunt, minister Dekker te zullen houden aan zijn toezegging dat de vrouwen recht hebben op erkenning en genoegdoening. Knibbe: „Wij hopen dat hij het advies van hoogleraar Van Dijk opvolgt en de slachtoffers niet langer laat wachten.”