Direct naar artikelinhoud
OpinieOuderenzorg

Lachende 80-jarigen als politiek doel, hoe krijg je het verzonnen?

Beter kijken of zorg voor ouderen zinvol is, zou niet om kostenbesparing gaan, maar gaat wel die kant op, betoogt Paul Frissen.

Een oudere patiënt wacht in een ziekenhuis in Assen. Beeld Harry Cock / de Volkskrant

Kamerlid Corinne Ellemeet veroorzaakte deze week flinke ophef met haar voorstel om geriaters mee te laten beoordelen of operaties voor ouderen nog wel zinvol en niet te ­belastend zijn. Bekostiging kan uit de innovatiegelden van VWS. Altijd goed om je ideeën innovatief te noemen.

Vorig jaar publiceerde het Kamerlid namens GroenLinks al een initiatiefnota waaraan dit idee lijkt ontsproten. Daarin staat de aanbeveling om 65-plussers bij binnenkomst in het ziekenhuis te screenen op kwetsbaarheid. Dat klinkt heel empathisch, maar er valt het nodige op af te dingen. Mij deed de titel van de nota al huiveren: Lachend tachtig. Natuurlijk is er niks mis met humor, en een stevige portie ironie is aan mij wel besteed, maar ik vrees dat deze titel juist serieus is bedoeld. Lachende 80-jarigen als politiek doel, hoe krijg je het verzonnen?

De screening moet bijdragen aan ‘toekomstbestendige zorg’. Als de uitkomst van de screening is dat de oudere nog maar zes maanden te leven heeft, worden gesprekken gevoerd over ‘advance care planning’. Nu ben ik altijd zeer argwanend als Engelse woorden worden gebruikt. Engels geldt immers als de taal van de vooruitgang. Volgens aanhangers van de vooruitgang moet altijd alles bespreekbaar worden gemaakt en uit de taboesfeer worden gehaald. Meestal betekent dit dat veel zaken juist onbespreekbaar worden: er is maar één optie, namelijk vooruit. En dan die valse zekerheid van de voorspelbare levensverwachting van maximaal zes maanden. Die zou planning van zorg mogelijk maken en in dit geval toch vooral overbehandeling tegengaan. Dat is namelijk de betekenis van ‘advance care planning’. Overbehandeling leidt tot permanente verzwakking en niet-optredend herstel. Alweer zo’n onvervalste zekerheid die in een context van kostenbeheersing niets goeds voorspelt. Wat GroenLinks namelijk wil is ‘passende ziekenhuiszorg’ en die heeft als belangrijk bijkomend voordeel dat daarmee ‘een onnodige snelle stijging van de curatieve zorguitgaven’ te voorkomen is. Het staat er echt, hoezeer Ellemeet nu ook betoogt dat kostenbeheersing helemaal niet de bedoeling is.

Logica van de dokter

Natuurlijk, het Kamerlid heeft de beste bedoelingen. De oudere moet worden beschermd tegen de logica van de dokter die altijd wil behandelen. Financiële prikkels in het huidige systeem bevorderen dat ook. Dan horen we de bekende voorbeelden: moeten ouderen nog wel een nieuwe hartklep krijgen, een kunstheup of een dure kankerbehandeling? Het gaat – zo heet dat tegenwoordig – vooral om ‘gezondheidswinst’ en ‘kwaliteit van leven’. Dat wordt in een guur klimaat van stevige kostenstijgingen al snel newspeak voor kostenbesparingen.

GroenLinks zal dit verre van zich werpen. Dan is het goed toch even een interview met Ellemeet in herinnering te roepen. NRC vraagt haar op 22 april 2018 of ze met haar nota het politieke taboe op kostenbesparing door beperking van medisch handelen wil doorbreken. Ze zegt letterlijk: ‘Van dat taboe moeten we maar eens af. Ik heb juist vanuit de ouderen zelf gedacht.’ Dat herken ik: Nederlands paternalisme in het vooruitgangs­perspectief van de taboedoorbreking. Dan dreigt een hellend vlak. De dure behandeling wordt gekoppeld aan ­levensverwachting. De verzekeraar verhoogt de premie voor wie deze toch wil. En wat als de familie vindt dat het wel mooi is geweest na jaren van uitputtende mantelzorg?

De assertieve oudere heeft uiteraard niets te vrezen. Doe mij maar overbehandeling en handhaving van dit taboe.

Paul Frissen is hoogleraar ­bestuurskunde Tilburg University en bestuursvoorzitter Nederlandse School voor Openbaar Bestuur.