Direct naar artikelinhoud
Reportage

Hoe deze voetbalvereniging een betere afspiegeling van de wijk werd: ‘Jij bent gewoon de club aan Marokkanen aan het verkopen!’

Voetbalvader en voorzitter (van 2012 tot 2018) Abdelkader Loukili: ‘We kunnen ons bij VV De Dreef nu weer met voetbal gaan bezighouden.’Beeld Kees Rutten

De gemeente Utrecht probeerde het bestuur van een noodlijdende voetbalvereniging een betere afspiegeling van de wijk te laten zijn. Het resultaat? De oude garde voelde zich niet meer thuis bij VV Onder Ons.

‘We gaan geen thee of halalvlees verkopen in onze kantine. Over mijn lijk. Jij bent gewoon de club aan de Marokkanen aan het verkopen!’

De discussies liepen hoog op bij voetbalvereniging Onder Ons, beschrijft antropoloog Michel van Slobbe, die vrijdag promoveert aan de Universiteit Utrecht. Voor zijn proefschrift liep hij drie jaar lang mee als bestuurslid en was zo zelf getuige van een roerige periode in de geschiedenis van de voetbalclub. Participerende wetenschap, de club vond het goed.

Segregatie

Wat speelde er bij Onder Ons? In 2008 stond de club er financieel slecht voor. Leden betaalden geen contributie, soms was er geen scheidsrechter geregeld, alle kastjes in de bestuurskamer hingen scheef en op de computer hing permanent een briefje met ‘doet het niet’. De gemeente wilde graag bijspringen, maar op één voorwaarde: het bestuur zou drie externe deskundigen toelaten die een goed functionerend bestuur zouden opzetten en ervoor moesten zorgen dat de verschillende etniciteiten in de sportclub – en hierdoor ook in de wijk – zouden mengen.

Want gesegregeerd is de club rond 2008 zeker. Ondanks de diversiteit van het ledenbestand mengen de verschillende bevolkingsgroepen niet. Zo bestaan de meeste teams uit spelers met voornamelijk Marokkaanse en Turkse wortels; ‘de buitenstaanders’ in het proefschrift van Van Slobbe. Eén seniorenteam bestaat nog uit autochtone spelers, evenals het bestuur; Van Slobbe noemt hen ‘de gevestigden’.

Segregatie komt ook in andere clubs vaak voor. Marokkaanse, Turkse en autochtone Nederlanders zoeken sneller een vereniging uit met leden van dezelfde achtergrond, blijkt uit onderzoek in Nederland van socioloog Dingeman Wiertz verbonden aan de universiteit van Oxford. Hij onderzocht etniciteit in vrijwilligersorganisaties, waaronder sportclubs.

Machtsstrijd

De komst van de gemeentelijke bestuurders mondt uit in een machtsstrijd binnen de club, die Van Slobbe in verschillende fasen beschrijft. Eerst proberen de oude bestuursleden hun macht vast te houden. Van Slobbe: ‘Zo hadden zij als enige de sleutel van de kantine. De andere bestuurders konden alleen bij het materiaalhok.’ In de daarop volgende fasen verschuift die macht langzaam van de ‘gevestigden’ naar de ‘buitenstaanders’.

Bij die cultuurveranderingen ontstaan grote conflicten in de club. Na incidenten – variërend van het verstoppen van de theedoos door ‘de gevestigden’ tot een knokpartij tussen twee seniorenelftallen – besluiten de witte autochtone Nederlanders de club te verlaten. De macht in het bestuur verschuift naar de ‘buitenstaanders’. Zij dopen VV Onder Ons om tot VV De Dreef en ruilen de zwart-witte tenues in voor blauw-rood-wit. Voorspellend blijkt ook de uitspraak van een ‘gevestigde’ vlak voor zijn vertrek: ‘Als wij niet meer voor jullie voetballen, is er ook geen VV Onder Ons meer.’

‘Het doel van de gemeente om groepen van verschillende afkomst meer te laten mengen, is hier duidelijk niet gelukt’, zegt Van Slobbe. ‘De club is juist nóg homogener geworden en de oude leden zijn vertrokken omdat ze zich niet meer thuis voelden.’

Over VV Onder Ons

De club, opgericht in 1948, was vanouds een echte arbeidersclub, begonnen als bedrijfssportvereniging P.T.T. (Utrechts distributiecentrum ‘Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie’). In 1998 verhuisde de club naar het midden van de wijk Overvecht in Utrecht, waar veel Marokkaanse Nederlanders woonden. Een plek die de gemeente Utrecht bij uitstek geschikt vond om buurtbewoners met verschillende etnische achtergronden dichter bij elkaar te brengen. Vandaar dat de gemeente bereid was tot een flinke investering in de club door een betalingsregeling voor opgelopen schulden en door bestuurlijke ondersteuners in te schakelen.

Onderzoeker Michiel van Slobbe

Het draait om het voetballen

Eén missie van het bestuur slaagt wel: de club staat er nu financieel en organisatorisch weer goed voor. ‘Toen ik begon, waren er drie dingen: gezeik, schulden en voetbal’, zegt Abdelkader Loukili, voorzitter tussen 2012 en 2018 van wie het zoontje bij de club voetbalt. ‘Nu is er gelukkig alleen nog maar voetbal.’ Met onder meer bedelacties onder de leden werd zo’n 30 duizend euro aan schulden bij de gemeente en drankleveranciers afbetaald.

Daarnaast maakte Loukili, voormalig maatschappelijk werker, van de kantine een buurthuis. Overdag kon je er koffie en thee drinken, en trainers spraken er rustig met de jeugd, ook over problemen buiten het voetbalveld. De biertap moest eraan geloven, dat paste niet meer in de nieuwe cultuur. Loukili lacht: ‘De Marokkaanse thee is ons bier: het heeft ook schuim. Maar onze kantine is alcohol- en rookvrij. Je bent er toch om te sporten?’

En de oude garde? Die kijkt met gemengde gevoelens terug op de interventie. Jan Venema, vrijwilliger tot 2009: ‘Ik krijg toch een beetje het gevoel dat de oude leden door het nieuwe bestuur gedwongen werden te stoppen. Het is wrang dat de oude VV ‘Onder Ons’ niet meer bestaat, dat was toch een stukje historie waar oud-leden niet meer bij betrokken zijn. Het is nu niet meer wat het geweest is: een vriendenclub, een wekelijks uitje. Zonde dat het zo moest eindigen.’

Onderzoeker Van Slobbe vindt het wel pijnlijk dat een groep haar thuis is kwijtgeraakt. ‘Zonder de gemeentelijke ondersteuning had de club niet kunnen voortbestaan, maar met de oplossing keken de externe bestuurders vooral naar de toekomst. Het had anders kunnen lopen als de gemeente meer oog had gehad voor de groep die het gevoel had haar oude vriendenclub te verliezen. In toekomstige interventies moet de overheid zich daar bewust van zijn.’

Objectief of niet?

Als etnograaf beschreef Michel van Slobbe voor zijn promotieonderzoek het wel en wee van voetbalclub Onder Ons door zelf mee te draaien als secretaris in het bestuur van de club. Kun je nog wel objectief onderzoek doen terwijl je zelf deelneemt? Van Slobbe: ‘Participerende observatie zorgde ervoor dat ik mensen in een real-lifesituatie kon bestuderen, aan de binnenkant van de organisatie. Het is betrouwbaar omdat je niet alleen hoort hoe mensen erin staan, maar het ook ziet, over een hele lange tijd. Maar het heeft natuurlijk ook beperkingen. Ik blijf een mens, met emoties en eigen opvattingen, die ik niet altijd kon uitschakelen. En op de club duwden ze me regelmatig in een hoek, als “Marokkanenvriendje” of als “PVV-stemmer”.’