Direct naar artikelinhoud
InterviewLucinda Douglas

Lucinda Douglas groeide op tijdens de apartheid in Zuid-Afrika en werd succesvol in Nederland: ik ben geen slachtoffer met een jankverhaal

Toen Lucinda Douglas naar Nederland kwam, kon ze één ding niet geloven: dat hier gratis geld werd uitgedeeld. ‘Voor het eerst in mijn leven zag ik verwende mensen. Geld waar je niets voor hoefde te doen. In Zuid-Afrika bestond dat niet eens als idee.’

Lucinda DouglasBeeld Casper Kofi

Wat bestond daar wel?

‘Anarchie. In de jaren tachtig, voordat de apartheid werd afgeschaft, waren alle regels verdwenen. Mijn moeder zei: ook al zijn de scholen dicht, jij gaat je diploma halen. Maar als kleurling mocht je door de politie worden doodgeschoten als je te laat op straat kwam.

‘Ik was de jongste van zes meisjes, de bonus die het klooster in zou gaan. Mijn moeder wilde geen kinderen meer. Ik heb me er totaal niet aan gestoord dat ik niet gewenst was. Daar heb je het te druk voor als je bezig bent met overleven. Dan ben je allang blij dat je nog leeft.

‘Mijn ouders waren allebei kleurlingen. Ik weet nog dat ik als kind naar de huisarts ging. Links zag je een prachtige wachtkamer, rechts een kamer waar je niet wilde zijn. Daar zaten alleen kleurlingen en zwarten. Die werden geholpen als de blanken klaar waren.’

Wat was het verschil tussen kleurlingen en zwarte Zuid-Afrikanen?

‘Zwarten vormden meer dan 80 procent van de bevolking, maar je zag ze niet. Ze werden geweerd uit de stad en woonden in getto’s, ze werkten in de mijnen. Naar de middelbare school mochten ze niet. Het hele systeem was erop gericht dat zij eng en gevaarlijk waren. Dat was mijn beeld. Pas in Nederland heb ik voor het eerst gepraat met iemand die donkerder was dan ik.

‘Met een vriendin ging ik kijken naar blanke scholen. Van achter de hekken zagen we al dat groene gras, de cricketvelden en de tennisbanen. Een andere wereld dan onze eigen school. Door het systeem werd het perfect in stand gehouden: als kleurling was ik beter dan een zwarte en een blanke was beter dan ik.’

Kom je nog in Zuid-Afrika?

‘In 2008 voor het laatst. Voor de 80ste verjaardag van mijn vader. Twee dagen nadat ik was teruggekeerd in Nederland kreeg ik het bericht van zijn overlijden. Hij was een autoritair figuur. Mijn moeder runde de business van het gezin, maar hij was de baas. Tot mijn 14de sloeg hij me iedere dag, bij mijn zussen deed hij dat ook. Ik dacht dat het normaal was. Op mijn 19de voerden we ons eerste gesprek. Hij vroeg wat ik wilde doen met mijn leven.’

Waarom ging je dan terug voor zijn verjaardag?

‘Mijn vader heeft het verhaal een of twee keer verteld. Hij woonde nog bij zijn ouders en op een avond kwam de politie hun huis binnen: jullie moeten nu weg hier, neem mee wat je kunt, want morgen komen hier blanken wonen. Ik probeerde me voor te stellen hoe het was om zeven kinderen te onderhouden en te weten dat je nooit je kwaliteiten kunt benutten omdat je niet blank bent. Maar ik ben niet opgegroeid met trauma’s of slachtofferschap en zeker niet met een slavernijverleden.

‘Via Frankrijk kwam ik op mijn 23ste naar Nederland, ik had geen idee waar het lag. Het was hier zo veilig. Niemand ging me aanranden, verkrachten of bestelen, zoals in Zuid-Afrika gebeurde. Eerst werkte ik als au pair in Utrecht. Vanaf het moment dat ik goed Nederlands kon praten, wist ik: en nu ben ik klaar voor het grote werk.

‘Presteren was makkelijk. Nederlanders hebben allemaal excuses om niet te hoeven werken, verhalen waarvan ik dacht: wat? Eerste werkte ik bij TNT, daarna voor Seaborne. Ik kreeg steeds hogere functies. Mijn EQ is hoger dan mijn IQ. Door wat ik in Zuid-Afrika heb meegemaakt, kan ik snel mensen inschatten. Mijn drijfveer was kijken hoe ver ik kon komen, ik begon het spel te spelen. Een paar jaar geleden ben ik fulltime ondernemer geworden. Als motivational speaker wil ik vooral vrouwen inspireren.’

Lucinda Douglas

Lucinda Douglas (Zuid-Afrika, 1970) werkt internationaal als motivational speaker. Ze is oprichter van Elle Mastermind en schreef het boek Yes you can woman. Vanaf 17/4 gaat ze op tournee met de theatervoorstelling De cheerleader.

In 2016 werd je genomineerd voor Etnisch zakenvrouw van het jaar.

‘Daarna werd ik steeds uitgenodigd door zwarte clubs om te komen spreken. Ze dachten: zij is interessant, ze heeft veel meegemaakt. Ik merkte dat ik moest oppassen. In Nederland is het slachtofferschap een verdienmodel. Het ging steeds over mental slavery en donkere mensen die dachten dat ze in Nederland een mindere positie hebben dan blanken. Ik dacht: waar heb je het over?

‘Ze vertelden dat ze in Amsterdam-Zuidoost niet naar de andere kant van het spoor konden omdat het daar wit was en zij waren zwart. Ik zei: je kunt er toch gewoon heen lopen? Je hebt de verkeerde persoon voor je, ik wil helemaal niet in een slachtofferpositie zitten. Bij bedrijven is het anders, maar voor subsidies moet je een jankverhaal hebben en zo donker mogelijk zijn. Zij dachten dat ik daarin zou passen, maar dat is niet wie ik ben.’

Nederlands

‘De eerste dag van het voorjaar, als die nare winter voorbij is.’

Zuid-Afrikaans

‘Niet. Ik ben een wereldburger.

Eten

‘Roti.’

Partner

‘Ik vind gelijkheid voor vrouwen en mannen belangrijk, dat zit meestal goed bij Hollandse mannen.’

Blank of wit

‘Wit klinkt beledigend. Een diskwalificatie. Alsof je er iets aan kunt doen.’