Direct naar artikelinhoud
Reportage

Staatsbosbeheer vernielt onze bossen, vindt een oud-directeur. ‘Ze maken mooie bossen lelijk’

Een gezin wandelt langs een kaalgekapt bosperceel bij Amerongen.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

Een oud-directeur van Staatsbosbeheer heeft forse kritiek op de manier waarop de organisatie omgaat met haar bossen. ‘Dit is landbouw met bomen.’

Het lijkt wel alsof in de bossen bij Amerongen een reus met een grasmaaier aan het werk is geweest. Op een gebied van zo’n twee hectare zijn alle grote bomen weggevaagd. De open plek die daardoor is ontstaan, staat bezaaid met kleine dennenbomen. Alsof er midden in het bos een kerstbomenplantage is neergepoot.

Nog maar een paar jaar geleden zag deze kale vlakte er net zo uit als het stuk aan de overkant van het pad, wijst Frits van Beusekom: een gemengd bos van naald- en loofbomen met bladeren en dood hout op de bodem. Het is treurig, beaamt Jaap Kuper. ‘Dit is geen bos meer. Dit is landbouw met bomen.’

Van Beusekom en Kuper weten alles van bos. De eerste was tien jaar lang (van 1979 tot 1989) directeur bij Staatsbosbeheer. Kuper was tot vijf jaar geleden rentmeester van de kroondomein Het Loo, het koninklijke bos bij Apeldoorn.

Beiden hebben grote kritiek op de wijze waarop Staatsbosbeheer, ’s lands grootste boseigenaar, tegenwoordig met zijn bossen omgaat en wat hier in Amerongen wordt geïllustreerd: het kaal kappen van stukken bos om ruimte te maken voor jonge aanplant, dennen vooral.

Dennenakkers

Die zijn interessant voor de houtproductie. Maar het is funest voor het bos, zegt Kuper. Mooie oude bomen worden gekapt om plaats te maken voor saaie dennenakkers. De bodem verschraalt, waardoor de biodiversiteit achteruit holt. Van Beusekom knikt: ‘Ze maken van mooie bossen lelijke bossen.’

Alle bos in Nederland is aangeplant. Oorspronkelijk vooral met als doel om hout te oogsten. Maar eind vorige eeuw verschoof de aandacht: het behoud van bossen als waardevol natuur- en recreatiegebied kwam voorop te staan. Houtproductie kwam op de tweede plaats. Er werd nog wel hout geoogst, maar dat ging op een manier die in de bosbouw ‘uitdunnen’ heet: het selectief kappen van grote bomen.

Maar dat uitdunnen is een keer klaar, zegt Harrie Hekhuis van Staatsbosbeheer, dat 95 duizend hectare bos beheert, een kwart van alle bossen in Nederland. Bij de houtindustrie zijn vooral lange, rechte dennenstammen in trek. Op een gegeven moment zijn die op en staan in het bos vooral nog commercieel minder interessante loofbomen.

Frits van Beusekom en Jaap Kuper: 'Dit is landbouw met bomen.'Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

Kaalkap

Bij Staatsbosbeheer merkten ze dat de aanwas van jonge dennen stokte. ‘Daardoor bleef onze houtproductie achter’, zegt Hekhuis. Om die reden besloot Staatsbosbeheer zeven jaar geleden om op sommige plekken een ander beleid te gaan toepassen: kaalkap.

Daarbij worden stukjes bos in zijn geheel gekapt om jonge (dennen)aanplant weer ruimte te geven. Het moet zorgen voor een noodzakelijke ‘verjongingskuur’ van het bos, zegt Hekhuis. ‘Zodat onze kleinkinderen straks ook nog hout kunnen oogsten.’

Maar volgens Kuper en Van Beusekom wordt die verjongingskuur vooral door geldbejag gedreven. De afgelopen jaren is er flink gekort op subsidies aan natuurbeheerorganisaties. Dat verlies wil Staatsbosbeheer nu goed maken door in te zetten op houtproductie, zegt Van Beusekom. ‘Staatsbosbeheer laat zich leiden door de belangen van de houtindustrie.’

Kuper laat een luchtfoto zien van de Amerongse Berg, het bosgebied tussen Amerongen en Veenendaal. Tussen het donkergroen van de bomen zijn op tal van plaatsen lichte vlekken te zien. ‘Dat is waar kaalkap is gepleegd.’ Officieel mogen die plekken niet groter zijn dan 0,5 tot 1 hectare. ‘Maar wij komen ook stukken van 2 hectare tegen’, zegt Van Beusekom. ‘Het is gewoon roofbouw.’
Lees verder onder de kaart

Kaalkap

Doorgeschoten

‘In Amerongen zijn we doorgeschoten’, geeft Hekhuis toe. Maar, benadrukt hij: het is niet zo dat hij en zijn mensen rücksichtslos te werk gaan. Staatsbosbeheer heeft twee soorten bos: natuurbossen waar ecologisch beheer voorop staat en multifunctionele bossen waar ook hout wordt geoogst. Die vormen ruim 60 procent van het totaal.

Kaalkap wordt alleen toegepast in multifunctionele bossen. En ook daar niet overal, zegt Hekhuis. ‘We kijken van plek tot plek waar het kan.’ Hij zal niet ontkennen dat geld een rol speelt: Staatsbosbeheer ‘oogst’ jaarlijks zo’n 350 duizend kuub hout, goed voor 25 miljoen euro in 2017, bijna 14 procent van de totale begroting. ‘Maar daarvoor gaan we onze bossen niet verkwanselen.’ Hekhuis kan zich voorstellen dat de argeloze wandelaar schrikt van een kale vlakte in het bos. ‘Maar na vijf jaar ziet het er al beter uit.’

Over de beste manier van bosbeheer wordt eindeloos gediscussieerd, weet Frits Mohren, hoogleraar bosecologie van Wageningen Universiteit, tevens adviseur van Staatsbosbeheer. Die beweegt zich tussen twee uitersten: productie en natuur.

Dat een boseigenaar geld wil verdienen aan de houtoogst vindt Mohren legitiem. ‘De houtopbrengsten kun je gebruiken om natuurbeheer te financieren.’ Maar dat Staatsbosbeheer daarvoor terugvalt op een verouderde beheersvorm als kaalkap vindt hij sneu.

‘Dat is namelijk helemaal niet nodig. Om het bos te verjongen kun je ook kleine groepjes bomen kappen. Dat is ingewikkelder. Maar op die manier houd je het bosklimaat in stand. Bij kaalkap verdwijnt dat helemaal.’

Overdreven

Mohren vindt dat Van Beusekom en Kuper overdrijven met hun kritiek. Amerongen is volgens hem een uitzondering. Maar ze hebben volgens hem wel een punt, vooral wat betreft het omwoelen van de bosbodem na kaalkap om dennenzaden meer kans te geven op ontkiemen. ‘Daar moet Staatsbosbeheer echt mee ophouden. Daarmee breek je de kwetsbare bosbodem af.’

In de Amerongse bossen kijkt oud-rentmeester Kuper mistroostig naar de vlakte met groene dennetjes. ‘Het lijkt wel een spinazieveld.’ Op het kroondomein, zegt Kuper, ligt een voormalig heideveldje dat min of meer bij toeval tweehonderd jaar ongemoeid is gelaten. ‘Er groeit nu van alles door elkaar: eiken, beuken, berken, dennen. Allemaal spontaan opgekomen. Eigenlijk moet je in een bos niets doen.’

Verbetering: in een eerdere versie van dit artikel stond dat de kritiek op Staatsbosbeheer afkomstig is van ‘de’ oud-directeur van Staatsbosbeheer, Frits van Beusekom. Dat is niet correct. Van Beusekom was een van de directeuren (de organisatie had in het verleden tijd meerder directeuren, een per afdeling).