Direct naar artikelinhoud
ColumnSheila Sitalsing

Je zou de terugkeer van difterie indirecte moord door de staat kunnen noemen

Je zou de terugkeer van difterie indirecte moord door de staat kunnen noemen

Het volgende stadium van de implosie van een natie is difterie. Marjolein van de Water, die voor deze krant reportages maakt over Mexicaanse drugscriminelen en Colombiaanse guerrillero’s beschrijft dezer dagen vanuit Venezuela hoe het eruitziet als een regering haar bevolking in de steek laat.

Wilt u deze column liever beluisteren? Hieronder staat de door Blendle voorgelezen versie.

Zaterdag behandelde ze de terugkeer van difterie, een ziekte die al 25 jaar uitgebannen was. Nu, na jaren van verwaarlozing van vaccinatieprogramma’s, gaan er weer kinderen dood aan. Er was een tijd dat de mensen uit de buurlanden, die er doorgaans stukken slechter voor stonden, naar Venezuela kwamen voor de modernste medische behandelingen. Nu zegt een arts in de Volkskrant dat er geen antibiotica zijn, en dat hij weleens uit eigen zak iets op de zwarte markt koopt voor een patiënt. Omdat hij niet kan aanzien dat kinderen sterven. En dat ze niettemin slecht herstellen omdat ze ondervoed zijn.

Drie miljoen Venezolanen hebben al hun heil elders gezocht. Het is de grootste vluchtelingenstroom uit de Zuid-Amerikaanse geschiedenis, zeggen vluchtelingenorganisaties. Het Rode Kruis is een inzamelingsactie begonnen.

Hier in Nederland maken we het overzichtelijke onderscheid tussen ‘economische’ vluchtelingen (‘gelukzoekers’) en ‘politieke vluchtelingen’ (‘echte’ vluchtelingen die vervolging vrezen). Het is een wanhopige poging om greep te krijgen op de werkelijkheid, en om de illusie van rechtvaardigheid te creëren bij het bepalen wie bescherming verdient en wie niet. Het geval-Venezuela laat zien hoe onzinnig die indeling is.

Want er zijn beslist mensenrechtenschendingen in Venezuela: van militairen die ervan verdacht worden niet loyaal te zijn aan Maduro, en van deelnemers aan demonstraties tegen de regering. Maar heel veel van de op drift geraakte Venezolanen lopen niet het directe risico vervolgd of vermoord te worden door de staat, of in een martelkelder van het leger te belanden. Van een groot gewapend conflict is evenmin sprake – nóg niet: er zijn liefst twee internationale landencoalities aan het bemiddelen om te voorkomen dat de vraag wie de rechtmatige president van Venezuela is uitmondt in bloedvergieten.

Niettemin zijn de vluchtelingen wel degelijk slachtoffer van een falend, autoritair politiek systeem, dat de basis onder hun bestaan heeft weggeslagen. Mensen gaan weg omdat ze niet altijd aan eten kunnen komen, omdat de ziekenhuizen niet meer functioneren, omdat hun geld niks meer waard is, omdat er niet altijd meer water uit de kraan komt, omdat de stroom vaak uitvalt, omdat de criminaliteit ongecontroleerd bloeit, omdat hun kinderen zomaar dood kunnen gaan aan difterie. Je zou het indirecte moord door de staat kunnen noemen.

Echte vluchtelingen dus, wier mensenrechten andermaal worden geschonden wanneer ze arriveren in een buurland als Curaçao. Daar worden ze vastgezet in de vreemdelingenbarak, soms gedwongen deportatiebevelen te tekenen in een voor hen vreemde taal. Over die schendingen, en de verantwoordelijkheid die Nederland als grootste land in het koninkrijk heeft, was onlangs een hoorzitting in de Eerste Kamer, waarin juridische experts (onder wie Ernst Hirsch Ballin, het wandelende geweten van het hernieuwde CDA) uitlegden dat Nederland wel degelijk de juridische mogelijkheid en de morele plicht heeft om in te grijpen in de vluchtelingenopvang op Curaçao en Aruba.

De Nederlandse politiek heeft er geen trek in.