Spring naar de content
bron: ANP

Waar komt dat gevaar in GGZ toch vandaan, Paul Blokhuis?

Het personeelstekort in de GGZ brengt levens in gevaar. Dat kopte Trouw in ieder geval deze week. Volgens een onderzoek dat de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd deed in opdracht van Trouw en de Groene Amsterdammer, zou in bijna de helft van de onderzochte calamiteitsrapportages een personeelstekort een rol spelen. Met een calamiteit wordt bijvoorbeeld een suïcide, brand, medicatiefout of geweldsincident bedoeld. In 20 procent van de gevallen was een personeelstekort de ‘grondoorzaak’, bij nog eens een kwart speelde het een ‘nadrukkelijke rol’. Welkom bij de gezondheidszorg in een van de meest welvarende landen van de wereld.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Meredith Greer

Het eerste wat overkoepelende organisatie GGZ Nederland deed was benaderen dat er écht geen één-op-één relatie aan te tonen was tussen een calamiteit en personeelstekorten. En dat is natuurlijk ook waar. Niet alles dat fout gaat in de zorg is te wijten aan een personeelstekort. En soms gaan er ook dingen gewoon goed ondánks het schrijnende tekort aan mensen. Dat zou ik ook willen benadrukken als ik een GGZ-instelling was.

Controleren dat instellingen veilige zorg kunnen garanderen voor patiënten, dat lijkt me zo’n beetje de basisfunctie van de inspectie gezondheidszorg en jeugd. Daarom begrijp ik niet dat de inspectie zelf niet eerder op het idee is gekomen om een overzicht van fatale gevallen bij te houden en uitgebreider onderzoek te doen. Het onderzoek dat er nu ligt is namelijk onvoldoende om conclusies te trekken over alle GGZ instellingen. Maar wat niemand kan ontkennen, is dat er het afgelopen anderhalf jaar incidenten waren met dodelijke afloop, die grotendeels te wijten waren aan een tekort aan personeel. En dat kan voor niemand acceptabel zijn.

Staatssecretaris Paul Blokhuis was er als de kippen bij om het beeld dat door de inspectie wordt geschetst ‘zorgelijk’ te noemen. Hij wil met bestuurders van GGZ-instellingen in gesprek. Ik weet zeker dat dit voor alle psychiatrische patiënten en hun familie een grote opluchting zal zijn. U kunt rustig gaan slapen.

De staatssecretaris wil “precies weten hoe het zit” zodat hij “gericht actie kan ondernemen”. En dat is natuurlijk logisch, aangezien we voor het eerst allemaal horen over de gigantische tekorten, en belachelijk hoge werkdruk in de GGZ.

Dat medewerkers in de GGZ zich niet veilig voelen om gewelddadige patiënten te kunnen behandelen, daar had hij in september misschien een beetje overheen gelezen. Dat er in oktober 2017 al een dringend tekort was aan bedden voor mensen met verward, gevaarlijk en agressief gedrag die psychische zorg nodig hebben, staat er vast los van. Dat er al sinds 2015 aan de alarmbel wordt getrokken dat steeds meer GGZ-patiënten escaleren vanwege de lange wachttijden en bezuinigingen in de zorg, was misschien even niet top of mind.

Toen men in 2013 waarschuwde dat een extra 120 miljoen bezuinigen op forensische psychiatrische zorg – zoals Tbs-klinieken en poliklinieken voor verslavingen en persoonlijkheidsstoornissen – luisterde er namelijk niemand. Toen men in 2010 waarschuwde dat de 600 miljoen aan bezuinigingen de GGZ ‘de nek om zouden draaien’, ook niet.

GGZ-Nederland zegt in hun statement dat ze alle calamiteiten zien als ‘momenten waarvan ze leren om het de volgende keer beter te doen’. Dat is psychologisch gezien misschien een goede management tactiek voor het personeel dat er ook maar het beste van probeert te maken. Maar voor de patiënt, die er zelf niet zo veel over te zeggen heeft op een gesloten afdeling, is het weinig geruststellend.

Dus, we zullen onze hoop maar moeten vestigen op de bezorgde fronsrimpel van Paul Blokhuis. Immers, toen hij afgelopen zomer hoorde dat er nog nooit zoveel jongeren zelfmoord hadden gepleegd als vorig jaar, stond hij ook vooraan om het ‘echt verschrikkelijk’ te noemen. Dat hielp toen ook ontzettend. Ook toen wilde Blokhuis de ‘onderste steen boven halen’ en uit gaan zoeken ‘waar laten wij steken vallen, wat we beter kunnen doen en wat precies de oorzaken zijn”.

Wisten we het maar.

Onderwerpen