Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politie, recht en criminaliteit

Topambtenaar Schoof wilde MH17-onderzoek beïnvloeden

Uit documenten die website GeenStijl verkreeg, blijkt dat NCTV-baas Schoof onderzoek naar zijn eigen rol wilde beïnvloeden.

Dick Schoof
Dick Schoof Foto Freek van den Bergh / ANP

Topambtenaar Dick Schoof heeft als Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) geprobeerd om onafhankelijk onderzoek naar het optreden van de overheid in de nasleep van de ramp met vlucht MH17 te beïnvloeden. Schoof, inmiddels baas van inlichtingendienst AIVD, wilde conclusies afzwakken, de samenstelling van de commissie die het onderzoek begeleidde veranderen, en de inhoudelijke richting van het onderzoek aanpassen.

Dat blijkt uit documenten die website GeenStijl heeft verkregen met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). Het gaat om in 2015 uitgevoerd onderzoek door de Universiteit Twente. De pogingen mislukten grotendeels, omdat de onderzoekers zich niet lieten beïnvloeden. Wel werden volgens onderzoeker René Torenvlied van de Universiteit Twente sommige zinnen „neutraler verwoord om zo de acceptatie van onze stevige conclusies te vergroten", zegt hij tegen GeenStijl.

Te weinig samenwerking

Eén van de conclusies van het onderzoek was dat de NCTV te veel „naar binnen gekeerd” was en weinig samenwerkte met andere overheidsdiensten. Dat frustreerde de politieke en ambtelijke besluitvorming in de nasleep van de ramp, concludeerde het onderzoek.

Schoof was volgens de documenten furieus over die conclusie en weigerde de onderzoekers hun onderzoek toe te lichten aan topambtenaren. Ook wilde hij met de directeur van het WODC, het onderzoeksinstituut van Justitie dat het onderzoek begeleidde, in gesprek over de conclusies.

In een reactie schrijft het ministerie van Justitie en Veiligheid dat Schoof de pogingen tot beïnvloeding „op eigen titel” deed en niet namens toenmalig minister van Justitie Ard van der Steur (VVD). Het ministerie benadrukt dat de pogingen tot beïnvloeding zijn mislukt: er zouden geen conclusies of bevindingen zijn aangepast door de druk van Schoof.

Lees ook: Onafhankelijk WODC geen prioriteit voor Justitie

Voet bij stuk

Dat pogingen tot beïnvloeding mislukken, komt vooral doordat onderzoekers voet bij stuk houden, bleek afgelopen januari al. Toen concludeerde een commissie, die de relatie tussen Justitie en het WODC onderzocht, dat het regelmatig voorkomt dat ambtenaren onderzoek proberen te beïnvloeden. Bijvoorbeeld door tijdens het onderzoek de vragen en methoden te veranderen of door achteraf de conclusies te herschrijven. Dat leidde niet altijd tot „ondeuglijke beïnvloeding”, omdat onderzoekers weigerden conclusies aan te passen.

De onafhankelijkheid van het WODC was daarmee geschaad, concludeerde de commissie. Aanleiding van dat onderzoek was de zogeheten WODC-affaire, waarin ambtenaren probeerden politiek onwelgevallige conclusies van onderzoek naar het softdrugsbeleid van toenmalig Justitie-minister Ivo Opstelten (VVD) te veranderen. De nu geopenbaarde poging van topambtenaar Schoof speelde zich in dezelfde periode af.

Coalitiepartijen CDA en D66 hebben vrijdag om opheldering gevraagd van minister Ferdinand Grapperhaus (Justitie, CDA). „Dit soort ruis raakt nabestaanden”, twittert CDA-Kamerlid Chris van Dam, die Kamervragen heeft gesteld over de kwestie. In januari zette Grapperhaus het WODC al op grotere afstand van zijn departement, om pogingen tot beïnvloeding door zijn ambtenaren in de toekomst te vermijden.

Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming, VVD - Grapperhaus is afwezig vanwege Europese verplichtingen), toonde vrijdag na de ministerraad begrip voor Schoof: „Als je vol overgave hebt gewerkt aan het managen van de crisis rond MH17, kan ik begrijpen dat je emotioneel betrokken bent bij dit onderzoek”. Wel had Schoof beter „iets meer afstand” moeten houden tot het onderzoek, aldus Dekker.