Zeekoeten spoelen massaal aan: schoonmaken, aansterken en weer de zee op

• Martijn van der Zande

  verslaggever

Heel voorzichtig wordt een verzwakte zeekoet opgetild. Hetty Sinnema van vogelopvang de Fûgelhelling in Ureterp heeft blauwe handschoenen aan. Het beestje wordt in een doorzichtig bakje op een weegschaal gezet. "690 gram, dat valt me niet tegen", zegt Sinnema.

"Maar het is nog wel te weinig om de plakkerige vleugels schoon te maken. Dat is voor de vogels namelijk erg stressvol en kost dus veel energie. Wil een vogel dat overleven, dan moet hij zeker 800 gram wegen". Waar Sinnema zich nog meer zorgen over maakt, is dat de vogels lusteloos zijn. "Normaal gesproken hebben ze pit, bijten ze van zich af, maar nu laten ze het allemaal over zich heen komen. Ze hebben nog een lange weg te gaan."

20.000 zeekoeten dood

Via het tussenstation op Terschelling zijn er in Ureterp inmiddels 35 zeekoeten binnengebracht. Een groot deel was te zwak en is overleden. Er wordt gevreesd dat inmiddels ruim 20.000 zeekoeten het loodje hebben gelegd. Het is lang geleden dat er zo'n massale vogelsterfte was.

De oorzaak wordt vanaf volgende week door de Wageningen Universiteit onderzocht. Volgens Sinnema kunnen er verschillende dingen spelen. "Het kan zijn dat de beesten langdurig op de Noordzee in een storm hebben gezeten. Door de hoge golven kunnen ze slecht jagen en doordat ze dan te weinig eten raken ze verzwakt."

Toch denkt Sinnema dat het niet alleen natuurgeweld is. "Een aantal vogels zit ook onder de olie en het lijkt erop alsof ze ook rommel hebben binnengekregen. Dat zou te maken kunnen hebben met de containers die begin januari van een schip zijn geslagen. Het gekke is wel dat we een dag nadat dat gebeurd was de eerste vogels binnen kregen. Dat zou wel heel snel zijn. We moeten dus maar even wachten op de resultaten van het onderzoek."

In de opvang zitten zeven al schoongemaakte zeekoeten. Ze zitten in een ruimte waar de ramen wijd openstaan, om vast een beetje aan de temperatuur te wennen. Sommige houden zich nog warm onder een rode warmhoudlamp, een paar andere hebben zelfs al gezwommen. Als ze sterk genoeg zijn, worden ze weer uitgezet bij de zee, terug in hun oude vertrouwde omgeving.