Direct naar artikelinhoud
Verslaggeverscolumn

Het woord ‘laagopgeleid’ gaat in de ban, maar lost dat iets op?

IJzeren logica: ‘De vakmensen van de toekomst starten in het vmbo!’ Op het Broeckland College krijgen scholieren bij de open dag een brochure vol met zelfbewuste argumenten. Nederland verandert, er komt een energietransitie aan, honderdduizenden nieuwe woningen, duizenden ouderen hebben zorg nodig: ‘Wat ontbreekt? Goede vakmensen!’

Bij Motorvoertuigen en Transport.

Geen speld tussen te krijgen natuurlijk. Loodgieters kunnen goudgeld verdienen. De favoriete huisschilder is tot volgend jaar volgeboekt. Toch vinden veel ouders recht tegen gezond verstand en conjunctuur in dat havo ‘haalbaar’ moet zijn. Dit binnen gehoorafstand van kinderen.

Op het Broeckland, een klein vmbo in Breukelen met ruim zeshonderd leerlingen, krijgen kinderen bij hun eerste les techniek een mooie eigen overall. Daarin lopen ze al wat meer rechtop, zegt Evert van Klingeren, adjunct van de onderbouw: ‘Als ouders dat zien, en ook dat er werk zat is, dan trekken ze bij.’

Ik schreef hier al eens over het uitbundige eindexamengala dat het Broeckland met geslaagden viert: rode loper buiten, leerlingen in smoking, avondjurken, een dorpsfeest vol liefde, verwachting en vertrouwen. Nu kantelt het beeld ook buiten het vmbo. Sinds vorige week zeggen de grote steden officieel een probleem te hebben met de termen ‘laagopgeleid’ versus ‘hoogopgeleid’. Rotterdam wil ervan af en Den Haag en Utrecht gebruiken al bij voorkeur ‘praktisch’ en ‘theoretisch geschoold’, bleek uit een rondgang van het Algemeen Dagblad langs wethouders en woordvoerders.

Djayden met slijptol.

De alternatieven ‘theoretisch’ en ‘praktisch’ werden bekend dankzij een tirade van opiniemaker Marianne Zwagerman (‘Zo wreed zijn wij in Nederland: tegen een kind van twaalf zeggen ‘Jij bent laag’). Amsterdam wil ‘laagopgeleid’ nu ook afschaffen, maar wacht nog op een ‘landelijke consensus’ over betere woorden. Het is de vraag of die ooit komt. Het ministerie van Onderwijs zegt geen ‘hoog’ of ‘laag’ meer, maar noemt meteen het opleidingsniveau. Waarmee iemand voortaan ‘vmbo-geschoold’ is.

Iets zegt me dat dit hem ook niet gaat worden.

Binnen het Broeckland College is de term ‘laagopgeleid’ nog nooit gebruikt – ook maar niet doen, dus. Toch zijn het niet de termen die het probleem zijn, zegt adjunct Evert van Klingeren. Hij begint over voormalig staatssecretaris Sander Dekker (VVD, Onderwijs) en diens heilig verklaren van ‘excellentie’. Sinds Dekker maakt het ministerie ouders ‘helemaal gek’ met een ratrace tussen excellente scholen vol ‘opbrengstgericht leren’ en ‘data gestuurd onderwijs’.

Elk kind met het advies ‘theoretische leerweg’ dat op dit vmbo doelbewust het meer beroepsgerichte ‘kader’ kiest, omdat dat vaak gewoon interessanter is, wordt door de onderwijsinspecteur geregistreerd met een minnetje. ‘Pure minachting’, zegt Evert van Klingeren.

Vroeger werden zijn leerlingen netjes getoetst en klopte het schooladvies. Als een kind naar het Broeckland kwam dan hóórde het hier. Maar staatsecretaris Dekker liet het advies van de leerkracht in groep acht weer zwaarder wegen. ‘Dus nu overvragen ouders de leerkracht.’ En fietsen kinderen die op het vmbo thuishoren het Broeckland voorbij, richting de Rientjes Mavo of het Niftarlake College in Maarssen.

En regelmatig fietsen ze een paar jaar later weer terug. Omdat het toch niet klopte daar.

Ook op het Broeckland wordt soms flink gevochten en sommige leerlingen zien een verband. ‘Veel kinderen die hier van andere scholen komen denken eerst dat ze niks waard zijn’, zegt Lucas Schipper (15), die door wil naar de mariniersopleiding: ‘Ze denken dat ze hier niks kunnen bereiken, ze moeten eerst nog leren een knop om te zetten, dan houdt het vechten meestal ook wel op.’ Adjunct Evert van Klingeren noemt dit ‘compensatiegedrag’.

Isabel Paumen (14), kwam ook terug, van het Niftarlake, waar het niet zo goed lukte. ‘O, ga je naar de laagopgeleiden’, zeiden ze daar. Maar nu komen vriendinnen haar achterna.

Djayden van Hattem.

We lopen door de school. Langs de afdelingen bouw, zorg en welzijn, wonen en interieur, produceren, installeren, elektriciteit. Djayden (16) weet nu al dat hij over twee jaar bij Strukton terechtkan, net als zijn vader (‘Dat is mijn droom: vader, zoon, collega’s’). Bij motorvoertuigen en transport staat een elektrische auto op de brug en blijken Patrick van der Mars (15), Jasmina Bloem (14) en Nick van Weerdenburg (14) ook niet speciaal te wachten op waardering van ‘theoretisch geschoolden’. Trotse, rustige kinderen. Hun ouders zijn loodgieter, ouderenverzorger, schoonmaker, liftmonteur. En die lijken aanzienlijk beter dan veel ‘theoretisch geschoolden’ in staat hun kinderen met kalme, vanzelfsprekende waardering te doordringen van hun waarde.

Patrick zei: ‘Het zijn niet de woorden die je zelfvertrouwen geven.’