Direct naar artikelinhoud

‘Klimaatprotest oké… maar van mijn vliegreisjes blijven jullie af’

Scholieren staken, in navolging van het Zweedse meisje Greta, voor het gebouw van de Tweede Kamer, september 2018.Beeld ANP

Donderdag gaan scholieren de straat op voor een klimaatprotest. Maar hoe groot is eigenlijk de zorg bij jongeren? ‘Scholieren weten dat er een risico is, maar betrekken dat niet op zichzelf.’ 

Als je aan 15-jarigen vraagt wat de grootste bedreiging is voor de toekomst van ­Nederland, dan scoort de vluchtelingenproblematiek veruit het hoogst. Daarna pas komt klimaat, op de voet gevolgd door  bevolkingsgroei.

Vijftienjarigen twijfelen niet aan klimaatverandering. Maar ze zien het niet als een heel groot probleem.
Adwin Bosschaart, hoofddocent, Hogeschool van Amsterdam

Maar vraag je aan derdeklassers van vmbo, havo en vwo welke twee bedreigingen voor hun éigen toekomst het grootst zijn, dan kiezen ze wel voor klimaat (43 procent). Op de tweede plaats komen gezondheid en ziekte.

Geen twijfel

“15-jarigen twijfelen niet aan klimaatverandering. Ze zijn ervan overtuigd dat er iets aan de hand is. Maar als je vraagt naar hun beeld van de risico’s, dan valt dat erg mee. Ze zien het niet als een heel groot probleem”, zegt ­Adwin Bosschaart, hoofddocent aan de ­lerarenopleiding aardrijkskunde van de Hogeschool van Amsterdam.

Samen met zijn studenten heeft Bosschaart begin vorig jaar uitgezocht hoe 2200 leerlingen uit heel Nederland aankijken tegen het klimaatprobleem. Hij ondervroeg afgelopen najaar ook 1100 leerlingen in Amsterdam. Allemaal zitten ze in de derde klas. Er is verschil tussen de Nederlandse groep en de Amsterdamse: vwo-leerlingen uit de hoofdstad zijn meer klimaatbewust dan vwo-leerlingen uit de rest van Nederland. Dat is mogelijk het ‘grachtengordel-effect’: in gezinnen met hoger opgeleide ouders is het klimaat vaker een gespreksthema.

De organisatoren van de klimaatactie van scholieren in Den Haag, morgen. Van links naar rechts: Tom, Damien, Dila en Caya.Beeld Inge van Mill

Bij vmbo-leerlingen is de klimaatbewustheid in Amsterdam juist weer minder dan bij leerlingen van hetzelfde schooltype elders in Nederland. Mogelijke verklaring is dat Amsterdamse vmbo-scholen relatief meer leerlingen met een migratieachtergrond tellen, waar thuis vaak minder over het klimaat gesproken wordt.

Niet heel ernstig

Uit de enquêtes van Bosschaart blijkt dat scholieren op zich niet twijfelen aan het bestaan van klimaatverandering en dat zij ook de gevaren wel zien. Maar ze betrekken die risico’s veel minder op zichzelf. Bovendien wordt de ernst van de gevolgen van klimaatverandering ook niet heel hoog ingeschat. Ze zien klimaatverandering veelal als een ver-van-mijn-bedprobleem.

De bereidheid onder scholieren om maatregelen te nemen om klimaatschade te beperken is vrij laag

De bereidheid onder scholieren om maatregelen te nemen om klimaatschade te beperken is vrij laag, aldus Bosschaart. Hij ziet in het onderzoek onder de ruim 1100 15-jarigen uit Amsterdam grote verschillen tussen leerlingen met en zonder migratieachtergrond. Havo- en vwo-leerlingen zonder migratieachtergrond vinden klimaatverandering erger dan leerlingen met een Marokkaanse, Turkse, Surinaams of Antilliaanse achtergrond.

Bosschaart peilde in 2014 onder 1000 leerlingen van scholen in laaggelegen gebieden in Nederland hoe groot zij de kans inschatten dat hun schoolplein onder water zou komen te staan bij een grote overstroming. Bijna zes van de tien scholieren, van scholen die meters onder de zeespiegel liggen of dicht bij grote rivieren staan, dachten dat het water hun school niet zou bereiken. Hij vroeg de leerlingen vervolgens naar de kans op een grote overstroming in Nederland: bijna 70 procent achtte die kans aanwezig. Scholieren weten dat er een risico is, maar betrekken dat niet op zichzelf. Volwassenen redeneren net zo, aldus Bosschaart in 2014. Zijn nieuwe peiling wijst ook in die richting.

Lesprogramma’s

Bosschaart wil zijn enquêtes gebruiken bij het ontwikkelen van lesprogramma’s voor leraren aardrijkskunde. “In het onderwijs geven wij aan leerlingen uitleg over oorzaak en gevolg van klimaatverandering. Dat blijft belangrijk. Maar kennis leidt niet vanzelf tot bewustzijn, daar is meer voor nodig. Wij zijn als leraren niet gericht op gedragsverandering, maar we moeten leerlingen het wel op zichzelf laten betrekken en een handelingsperspectief bieden. Kennis speelt daarbij een rol maar belangrijker is dat ze zichzelf de vraag stellen: wat is mijn rol en wat kan ik zelf doen om het probleem aan te pakken? Uit het onderzoek is gebleken dat de klimaathouding van ouders invloed heeft op de mening van de leerling. Het onderwijs kan het dus niet alleen af.”

Zijn 14-jarige dochter gaat morgen ook meelopen in de scholierendemonstratie. “Ik zie de glans in haar ogen, lekker een dagje uit de sleur. Maar aan de andere kant: het is natuurlijk prachtig als politici uitgerekend door jongeren ertoe worden aangezet zich drukker te maken voor hun toekomst, de lange termijn. En misschien heeft zo’n demonstratie ook het effect dat leerlingen zelf gaan nadenken over hun ­eigen rol.”

Lesprogramma’s
Beeld Trouw TVD

Antwoorden van scholieren: ‘Mijn vliegreisjes pakken ze mij niet af’

Voor zijn onderzoek stelde Adwin Bosschaart, hoofddocent aan de lerarenopleiding van de Hogeschool van Amsterdam, zijn vragen over klimaatverandering behalve aan leerlingen door heel Nederland ook aan 1100 15-jarigen op Amsterdamse scholen. Studenten hebben bij zestig van de ondervraagde scholieren interviews afgenomen, voor hun afstudeeronderzoek.
Hieronder een greep uit de antwoorden van de geïnterviewde scholieren. De citaten worden weergegeven zoals ze zijn uitgesproken en de uitspraken zijn telkens van verschillende scholieren van vmbo, havo en vwo.

Ben je bezorgd over de klimaatverandering?

“Voor mij persoonlijk verandert er niet echt veel. Want het gaat niet om mijn toekomst, maar meer om de wereld, of er nog bomen zijn over weet ik veel, honderd jaar. Het is niet per se een effect op mij, want het is pas later.”

Dus het zou voor Nederland dan geen probleem worden?

“Niet. Nou het gaat over klimaatverandering en dat is overal, maar ik denk minder in Nederland dan bijvoorbeeld Amerika. Ik was in Bali en daar waren echt allemaal problemen. Met vulkaanuitbarstingen, tsunami’s en aardbevingen dit en dat, maar hier in Nederland hebben wij eigenlijk bijna niks waar we ons zorgen om hoeven maken. Alleen dat we kunnen overstromen. Maar ja, daar zijn ook heel goede dingen voor.’’

Praat je weleens met andere ­mensen over klimaatverandering en klimaatmaatregelen?

“Ja, met mijn vriendinnen. Het is dan meer op een slaapfeestje en dan uiteindelijk verandert het gesprek in een diep gesprek over de wereld en van alles en dan ook klimaatverandering. Ik ben meestal gewoon altijd de persoon die dan zo van ja, we gaan allemaal dood en mijn kleinkinderen gaan het niet overleven. En de ­anderen zeggen dan van ‘nee, het komt wel goed, we gaan misschien ondergronds wonen of zo’. Dat.”

Over maatregelen tegen klimaatverandering: minder met het vliegtuig op vakantie?

“Ik weet niet, maar op zomervakantie vlieg ik vier keer meestal. Mijn ouders zijn gescheiden dus ik vlieg dan twee keer heen en weer. En dan meestal in de meivakantie en in de herfstvakantie ga ik nog wel ergens naartoe. En soms in de kerstvakantie iets kleins, een weekendje weg. En als je dat minder wilt maken, ja. Dat is wel goed, gewoon een weekendje weg misschien wel schrappen, of gaan wandelen of zo. Maar ik vind vliegen ook fijn.”
“Ja, ik vind het moeilijk. Zelfs als minder vliegen bijdraagt aan het oplossen van klimaatverandering. Het klinkt heel lullig, maar ik houd gewoon van reizen. Nederland is mijn thuis, maar de wereld rond vind ik heel leuk. Ik wil mijn auto inleveren, ik wil mijn hele leven met de fiets gaan, maar mijn vliegtuigje pakken mensen mij niet af.”

En, minder vlees eten?

“Nee ik denk het niet, want je eet iets wat je al je hele leven eet. Ik eet al mijn hele leven vlees, dan is het raar om ineens geen vlees meer te eten.”
“Het was zo’n challenge dat je een week geen vlees mocht eten omdat dat goed voor het klimaat was. Mij lukte het niet. Ik wil niet vegetarisch worden. Vlees is gewoon lekker en goed voor je. Toch? Misschien iets minder, maar helemaal geen vlees, no way. Mijn vlees, daar moeten ze van afblijven.”

Een stelling: voor het verminderen van klimaatverandering ben ik bereid minder nieuwe spullen te kopen.

“Mee oneens, want ik houd erg van shoppen. Ik zou het er niet voor overhebben. Als het echt, echt, echt nodig is maar … Ik koop wel veel, maar ik denk dat ik meer egoïstisch ben dan.”
“Kijk, mensen die zeggen, de regering dit en de regering dat … Maar als iedereen thuis kleine dingetjes gaat veranderen, zoals meer met de fiets of minder vlees eten, minder plastic verpakkingen, recyclen en alles. Als iedereen daar een klein stukje aan bijdraagt, denk ik dat je al veel verder komt, dan dat we alleen maar zeggen dat de regering daar in Den Haag moet wat doen.”

Lees ook: 

Klimaatspijbelen: de ene school moedigt het aan, de andere deelt straf uit

Scholen gaan verschillend om met leerlingen die de straat op willen voor het klimaat. De ene beloont, de andere straft.

Spijbelende leerlingen, wat wil je als school nog meer?

Klimaatspijbelen is een teken dat leerlingen kritische burgers worden, vindt de schoolleidersvereniging AVS. Scholen zouden het initiatief daarom moeten omarmen.