Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Dwarsliggers verlammen EU steeds opnieuw

Buitenlandbeleid EU De EU wil graag met één mond spreken over kwesties als het INF-verdrag of migratie. Maar omdat één dwarsligger volstaat om zo’n initiatief te torpederen, gaat het toch steeds mis.

Stemming in het Europees Parlement over de erkenning van Juan Guaidó als nieuwe interim-leider van Venezuela.
Stemming in het Europees Parlement over de erkenning van Juan Guaidó als nieuwe interim-leider van Venezuela. Foto Stephanie Lecocq/EPA

Met enige goede wil valt er de laatste tijd best enige toenemende gemeenschappelijke Europese actie te ontwaren in de internationale politiek. Donderdag is EU-buitenlandchef Federica Mogherini bijvoorbeeld in Montevideo als medegastvrouw van een contactgroep om een „politieke oplossing” te vinden voor de crisis in Venezuela. Acht Europese lidstaten zitten erin, waaronder Nederland, samen met enkele Latijns-Amerikaanse landen.

En de top van de EU en de Arabische Liga eind deze maand in het Eygptische Sharm el-Sheikh is de allereerste op dit niveau met de Arabische wereld. Traditioneel was Europese bemoeienis met dit deel van de wereld het domein van de grote EU-lidstaten – die nu eens gecoördineerd optraden, dan weer los van elkaar. Nu komt er een EU-top – er is dus iets in beweging.

Maandag kwamen de 28 lidstaten bovendien met een nieuwe gezamenlijke verklaring over Iran. De inhoud weerspiegelde geen grote veranderingen, maar de verklaring liet zien dat de Europese lidstaten hun onderlinge gekissebis over zo’n verklaring te boven waren gekomen. En vier dagen daarvoor hadden Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk – ook weer na moeizame maanden – een financieel mechanisme gepresenteerd om handel met Iran voort te zetten, ondanks de Amerikaanse sancties. Het duurt nog maanden van technische uitwerking voordat zal blijken of bedrijven – en mogelijk ook niet-Europese landen als Rusland en China – er gebruik van maken. Maar Europa had een stap gezet, als eenheid, los van Amerika.

Dat er een grotere wíl is om eendrachtig op te treden in een turbulente wereld en bij afbrokkeling van het trans-Atlantisch bondgenootschap, is dus duidelijk. Maar lukt dat ook al beter?

Europees onvermogen

Juist de laatste dagen kenmerkten zich door Europees onvermogen om eendrachtig op te treden op het wereldtoneel. Of het nu over Venezuela ging of over de opzegging door Rusland en de Verenigde Staten van het INF-verdrag voor middellangeafstandsraketten: steeds lukte het de EU niet een gemeenschappelijke positie te betrekken.

De opwinding over dat laatste bepaalde vorige week de informele bijeenkomsten in Roemenië van de EU-ministers van Defensie en ook, in de wandelgangen, van hun collega’s van Buitenlandse Zaken. Over de gevolgen voor de Europese veiligheid liet EU-buitenlandchef Mogherini zich daar in minstens zulke dramatische woorden uit als ministers van grote EU-landen, zoals de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Heiko Maas. Vrijdag sprak Mogherini van het schrikbeeld dat Europa zou kunnen terugglijden naar de status van „slagveld of een plek waar andere supermachten elkaar bestrijden”. Het INF-verdrag plaatste Mogherini min of meer op een lijn met de Europese Unie zelf: een garantie dat deze „ver-verwijderde geschiedenis” nooit zou kunnen terugkeren.

„Binnen enkele uren”, zei ze, zou dan ook een EU-verklaring te verwachten zijn die zou pleiten vóór het INF-verdrag. Intussen is duidelijk dat de EU niet met zo’n verklaring komt: niet-NAVO-lid Cyprus werkt niet mee, waardoor de vereiste unanimiteit ontbreekt.

De Europese reacties op de ontrafeling van het INF-verdrag geven aan waar het nu wringt. Enerzijds groeit het besef dat Europese eensgezindheid meer dan ooit nodig is, nu Amerika is weggevallen. En de bereidheid om samen op te treden groeit daardoor ook werkelijk. Duitsland wil een Europese Veiligheidsraad en heeft met Frankrijk daar al eerste stappen voor genomen, in het recent gesloten Verdrag van Aken.

Unanimiteitsregel

Maar om als héle EU eensgezindheid te bereiken, is groeiende bereidheid alleen niet genoeg: zolang er over internationale politieke posities met unanimiteit gestemd wordt, is één land voldoende voor mislukking – en voor krantenkoppen dat de Europese Unie ‘ruziet’ over een gedeeld standpunt. Ook als ondertussen wel degelijk véél Europese landen samen optrekken.

Een aantal landen – wederom Frankrijk en Duitsland voorop – wil daarom af van de unanimiteitsregel over buitenlands beleid. Maar een voorstel van de Europese Commissie daarover stuit op verzet bij de lidstaten. De grootste tegenstanders zijn Hongarije en Polen, geregeerd door partijen die de EU liever de kant op zien gaan van een zuiver intergouvernementele unie. En niet toevallig zijn dat – met Italië – ook de landen die geregeld dwarsliggen bij gemeenschappelijke initiatieven.

Italië zit wel bij de contactgroep over Venezuela, maar blokkeerde met Hongarije en Griekenland deze week een eensluidend Europese steunverklaring voor interim-president Guaidó. Het gaf Rusland de kans het optreden van de EU meteen als „onduidelijk” weg te zetten.

Nog pijnlijker was dat dwarsligpatroon deze week bij vooroverleg met de Arabische Liga over de komende top. Voor de EU is de wens afspraken te maken over migratie hierbij de belangrijkste drijfveer. Maar Polen en vooral Hongarije weigerden elke verwijzing naar internationale afspraken daarover in een gezamenlijke verklaring. Tot onvrede van andere landen wilde Mogherini daarom eigenlijk niet eens beginnen aan het opstellen van een gemeenschappelijk Europees-Arabisch document. Niet alleen vanwege de meningsverschillen tussen de EU en de Arabische Liga, maar ook vanwege verschil van inzicht „binnen onze respectievelijke organisaties”. Waarop Ahmed Aboul Gheit, secretaris-generaal van de Liga haar onderbrak: „Toch vooral binnen de Europese Unie”.

Verdeeldheid over het INF-verdrag: Cyprus blokkeert steun EU aan VS

Op de terugtrekking door de Verenigde Staten uit het INF-raketverdrag is door de EU-ministers van Buitenlandse Zaken helemaal niet gereageerd.
De VS trekken zich terug omdat Rusland het verdrag, over raketten voor de middellange afstand, al jaren zou schenden. Na de Amerikaanse bekendmaking liet ook Rusland weten het verdrag niet meer te zullen naleven. De EU-landen konden het niet eens worden over een gezamenlijke verklaring: de NAVO-leden in de EU wilden wel, maar niet-NAVO-lid Cyprus blokkeerde zo’n reactie. De NAVO-landen worden geacht zich achter de VS te scharen. Secretaris-generaal Jens Stoltenberg van de NAVO verklaarde vrijdag dan ook dat alle lidstaten van het Atlantisch bondgenootschap het Amerikaanse besluit steunen.

Verdeeldheid over migratie: Hongarije ligt bij voorbaat dwars

Eind deze maand, op 24 en 25 februari, vindt er in het Egyptische Sharm el-Sheikh een top plaats tussen de Europese Unie en de Arabische Liga. Het i s voor het eerst dat beide kanten op dit niveau met elkaar overleggen.

Een van de belangrijkste onderwerpen op de agenda is migratie. De EU hoopt dat meer Arabische landen het voorbeeld van Egypte volgen en migranten zo veel mogelijk stoppen bij hun pogingen Europa te bereiken. Veel valt er op dit punt echter niet meer te verwachten. Vooral Hongarije, maar ook Polen, weigert iedere gemeenschappelijke verklaring te ondertekenen waarin migratie als een gezamenlijke uitdaging wordt genoemd. Daarom is er bij vooroverleg tot ergernis van veel EU-staten voorlopig besloten dat er helemaal geen slotverklaring komt.

Verdeeldheid over Venezuela: EU oneens over erkenning Guaidó

De EU wilde maandag in een gezamenlijke verklaring Juan Guaidó erkennen als interim-president van Venezuela. Maar zover kwam het niet. Uiteindelijk gingen 19 van de 28 EU-landen tot erkenning over. Tekenend voor de verdeeldheid was dat bij die negentien ook een van de grote EU-landen ontbrak. De regering van Italië, het land van EU-buitenlandcoördinator Federica Mogherini, kon het onderling niet eens worden. De radicaal-rechtse Lega noemt president Maduro van Venezuela een ‘dictator’ en wilde overgaan tot erkenning van Guaidó. Coalitiepartner Vijfsterrenbeweging denkt daar heel anders over en wilde de linkse Maduro juist blijven steunen.

„Europa moet voor eens en voor altijd stoppen met het uitvoeren van Amerikaanse bevelen”, zei parlementariër Alessandro Di Battista. Beide coalitiepartijen zijn doorgaans pro-Russisch, wat in dit geval steun voor Maduro zou betekenen. Maar de ‘linkse’ Maduro wekt in dit geval meer sympathie op bij de Vijfsterrenbeweging dan bij de radicaal-rechtse Lega. Om de verwarring nog groter te maken koos de Italiaanse president Sergio Mattarella de lijn van de negentien erkennende EU-lidstaten.