Het gaat om de aanschaf van exploitatierechten voor het olieveld OPL-245 voor de Nigeriaanse kust. Daarvoor telden Shell en het Italiaanse energieconcern Eni in 2011 omgerekend 1,3 miljard euro neer.
Rond de transactie hangt al langer een zweem van corruptie, omdat de Nigeriaanse regering de opbrengst doorsluisde naar een bedrijf dat eigendom was van een omstreden oud-olieminister.
Uit interne e-mails zou blijken dat Shell een claimzaak op basis van een Nederlands-Nigeriaans investeringsverdrag gebruikte om Nigeria onder druk te zetten akkoord te gaan met de gunning van het olieveld. De Nigerianen hadden de rechten eigenlijk al aan een andere partij dan Shell toegewezen.
Er loopt al een Italiaanse strafzaak over de kwestie. Bij het strafonderzoek in Italië was ook het Nederlandse Openbaar Ministerie betrokken. Shell en Eni hebben altijd ontkend dat er iets verwijtbaars is gebeurd.
'Volstrekt normaal' om zaak aan te spannen
In een verklaring stelt Shell dat het "volstrekt normaal" was om een internationale arbitragezaak tegen de Nigeriaanse regering aan te spannen, omdat die het olieveld zowel aan Shell als aan een andere partij had toegewezen.
"Het was een legitieme manier om onze rechten op OPL-245 en onze investeringen te beschermen. De Nederlandse overheid was hiervan op de hoogte. Ook de uiteindelijke schikking van dit geschil met de Nigeriaanse regering in 2011 was geheel legitiem", aldus het bedrijf.