Deense vrouw riskeert celstraf omdat ze tegen IS vocht: "Dit is de wereld op z'n kop"
Een Deense vrouw die in Irak en Syrië tégen IS vocht, riskeert een celstraf van zes maanden. En dat terwijl teruggekeerde jihadstrijders in het Scandinavische land in sommige gevallen enkel maar een reïntegratiecursus hoeven te volgen, zonder meer. De kwestie verhit de gemoederen danig.
Joanna Palani (23) vocht voor zowel de Koerdische peshmerga als de YPG-militie. In september 2015 kreeg ze een reisverbod van een jaar opgelegd, maar toch zou ze binnen die tijdsspanne nog naar Doha (Qatar) trekken. Een overtreding van haar voorwaarden dus en daar moet ze nu voor boeten.
"Het is een schande", vindt haar advocaat Erbil Kaya. "We zijn het eerste land ter wereld waar iemand op de vingers wordt getikt omdat ze aan de zijde van de internationale coalitie vocht. Waarom straffen we de mensen die voor IS vechten niet? Zo hypocriet, dit is de wereld op z'n kop."
Teruggekeerde IS-strijders kunnen in Denemarken inderdaad profiteren van het zogenaamde Aarhus-model. De alternatieve aanpak is erop gericht om hen zo snel mogelijk weer in de maatschappij te integreren. Wie geen strafbare feiten gepleegd heeft, hoeft dus niet naar de cel. In plaats daarvan krijgen ze volop medische zorg en psychologische hulp én worden ze begeleid in de studiekeuze of de zoektocht naar een job.
Maar op die milde behandeling kan Palani dus niet rekenen. "Het is heel lastig voor mij", verklaarde ze voor de eerste hoorzitting. "Ik heb veel tegenstanders hier in Kopenhagen, onder hen ook leden van IS. Ik word door hen bedreigd omdat ik zo in de kijker loop. Een job vinden lukt ook al niet omdat de Deense inlichtingendienst tegen alle werkgevers rondbazuint dat ik een bedreiging vorm voor de nationale veiligheid. Niemand staat aan mijn kant, lijkt het wel."
Palani vocht letterlijk voor haar idealen. Tijdens haar eerste avond aan het front verloor ze al een Zweedse kameraad: hij werd gedood door een sluipschutter toen hij een sigaretje stond te roken, maar die tegenslag bracht haar niet van de wijs. "De Koerden strijden voor democratie en westerse waarden. Als ik gevangengenomen of vermoord word, zal ik daar allerminst spijt van hebben", klonk het.
Een half jaar geleden kreeg Palani weer alle schijnwerpers op zich gericht met een interview voor Broadly, een internationaal online tv-kanaal gericht op vrouwen. Ze verklaarde daarin dat "IS-strijders heel makkelijk te doden zijn, in tegenstelling tot de moordmachines van Assad".
In Syrië maakte Palani deel uit van een bataljon dat een dorp in de buurt van Mosoel van IS-terreur wist te bevrijden. In een huis vond ze meisjes die opgesloten zaten, met het doel misbruikt te worden. "Ze waren allemaal jonger dan 16 jaar. Een christelijk meisje is in het ziekenhuis gestorven terwijl ze mijn hand vasthield. Ze was elf jaar en zwanger van een tweeling. Haar gezichtje was enorm opgezwollen. Ik herinner me nog perfect hoe de dokter stond te huilen en te schreeuwen."
"Ik zou mijn leven geven voor Europa, voor democratie, voor vrijheid en vrouwenrechten. Het voelt nu aan alsof ik verraden ben door diegenen voor wie ik mijn leven wilde opofferen."