Direct naar artikelinhoud
Opinie op ZondagDirk-Jan van Baar

Opinie op Zondag: mondiale klimaatpolitiek is voor grote mensen

Prikkelende opinies op een dag dat u er tijd voor heeft: de Volkskrant presenteert elke zondag bijdragen van een vaste club auteurs. Later vandaag cultureel psycholoog Keyvan Shahbazi. Nu is het de beurt aan historicus Dirk-Jan van Baar.

Belgische scholieren demonstreren in Brussel tegen klimaatverandering, 24 januari.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Ik voel mij in de 21ste eeuw steeds minder thuis. Mijn wereldbeeld kreeg vorm tijdens de Koude Oorlog, diep in de vorige eeuw, en ik had gedacht dat we daarvan een paar dingen hadden afgeleerd. Het politiek gebruik van kinderen bijvoorbeeld. In het klimaatdebat zijn onze kinderen en kleinkinderen weer helemaal terug. Christenpolitici refereren er telkens aan en ook Mark Rutte, die zelf geen kinderen heeft, doet eraan mee. In België spijbelen scholieren om de straat op te gaan met als argument dat zij de laatste generatie zijn die nog wat tegen de klimaatverandering kan doen. Dat hebben ze van de juf gehoord.

Kruisraketten

Zelf behoor ik tot de eerste generatie die vanaf de kinderwagen met het wereldleed is opgegroeid. De moord op Kennedy, de oorlog in Vietnam, de honger in Afrika; het kwam allemaal via de tv de huiskamer in en werd op school besproken. Alsof we er zelf iets tegen konden doen. Ik maakte mij als puber bezorgd over een kernoorlog waarbij de hele planeet vernietigd zou worden. Daar hoor je nu niemand meer over, hoewel Amerika en Rusland nog steeds het potentieel hebben om de aarde op te blazen en het INF-verdrag uit 1987 op 1 februari door Washington buiten werking is gesteld. Begin jaren tachtig liepen er tegen de plaatsing van Amerikaanse kruisraketten honderdduizenden te hoop en ook ik was erbij toen IKV-leider Mient-Jan Faber een bomvol Museumplein toesprak. Pas tijdens colleges internationale betrekkingen kreeg ik waardering voor de nucleaire afschrikking, die de kans op een gewapend treffen tussen Oost en West in Europa minimaal had gemaakt. Onder de meeste geleerden, waartoe ik mezelf toen ook ging rekenen, was daar consensus over.

Als man van de wetenschap was ik voor rationele discussie, maar tijdens die vredesdemonstratie in Amsterdam viel mij op dat daar inzake kernwapens geen sprake van was. IKV-voorman Faber was natuurkundige, maar zijn achterban bestond uit progressieve gelovigen, vrouwen met aanleg voor hysterie (ik las Freud), communisten die liever een Rus in de keuken hadden dan een kruisraket, en tienduizenden met onze nationale driekleur wapperende landgenoten die er trots op waren door de ‘hollanditis’ te zijn besmet. We horen weleens afgeven op de linkse kerk, maar ik kan zeggen dat die toen werkelijk bestond. In Utrecht woonde ik in een kernwapenvrije zone. Dat vond ik provinciaal en irrationeel, maar gezien alle milieuzones waarin onze binnensteden zijn getransformeerd, moet ik toegeven dat ik het nationale klimaat destijds verkeerd heb getaxeerd. De toekomst is aan bakfietsen en kinderdagverblijven; ik ben nu degene die wereldvreemd is in eigen land.

Reagan-Gorbatsjov

De vredesbewegers van toen hechtten geen enkel geloof aan de dubbele nuloptie waarmee Ronald Reagan de Russen via de onderhandelingstafel tot echte wapenvermindering wilde overhalen. Ook veel experts hadden daar een hard hoofd in, omdat zij bij niet-plaatsing van de omstreden wapens bang waren dat de geloofwaardigheid van de Navo-strategie, die op de nucleaire afschrikking was gebaseerd, in gevaar zou komen. Achteraf gezien bleken ook dat theologische exercities te zijn en doorbrak Sovjetleider Michail Gorbatsjov de strategische status quo tussen Oost en West zonder dat er een schot werd gelost. Dat happy end leidde er in het Westen toe dat de vrees voor een nucleaire winter verdween en de economie belangrijker werd dan ouderwetse machtspolitiek.

De jaren van de globalisering braken aan, van de Washington Consensus, die op marktdenken was gebaseerd en mondiale voorspoed bracht tot zij na de financiële crisis van 2008 werd verguisd. In de wereldpolitiek is consensus altijd maar tijdelijk, al kun je zeggen dat het een voorwaarde is voor internationale verdragen. De grote wapenbeheersingsakkoorden uit de jaren zeventig maakten geen einde aan de wapenwedloop en de Koude Oorlog, maar zorgden wel voor een gemeenschappelijke ‘taal’ tussen Oost en West over definities van wapensystemen en wederzijdse dreigingen. Dat klinkt soft, maar zorgde zolang ze zich aan de afspraken hielden voor een tijdelijk beter klimaat tussen beide supermogendheden. Rationele politiek, met hoofdrollen voor Richard Nixon, Henry Kissinger en Leonid Brezjnev, mannen die bij ons op school beslist geen goede naam hadden.

De moraal van dit verhaal is drieledig. Allereerst zegt wetenschappelijke consensus niet veel, die is tijdelijk, de politiek beslist. Daarbij moeten allerlei verschillende prioriteiten, zoals het winnen van verkiezingen, tegen elkaar worden afgewogen en de opwarming van de aarde is slechts één van de vele urgenties. Ten tweede kan er op lokaal niveau van alles aan milieubeleid worden bedacht, maar het klimaat is toch echt een mondiale kwestie. Mondiale kwesties worden uitgevochten door grote mogendheden, wat de kleintjes daar ook van vinden. Klimaatpolitiek op wereldschaal is cynisch en voor grote mensen. Laat onze tere kinderziel, mijn derde en laatste punt, daar alsjeblieft buiten. 

Dirk-Jan van Baar is historicus.