Direct naar artikelinhoud
DE TOEKOMST VAN EUROPA

Een Europees leger moet zijn ingebed in een bredere veiligheidsaanpak

Een Europees leger moet zijn ingebed in een bredere veiligheidsaanpak
Beeld Sjoerd van Leeuwen

Met de brexit en verkiezingen in zicht wordt 2019 een cruciaal jaar voor de EU. Deel 4 van een serie: Trineke Palm, postdoc onderzoeker aan de Universiteit Utrecht, over de noodzaak en risico’s van een Europees leger.

Eindelijk wordt er weer gesproken over een Europees leger. Al ziet het idee er wat anders uit dan in de jaren vijftig toen het sneuvelde, en de Navo, het trans-Atlantisch bondgenootschap, de veiligheidsarchitectuur van Europa ging bepalen.

Lange tijd maakte Defensie geen deel uit van het integratieproces van Europese lidstaten. Tot de wake-upcall van de Joegoslavië-oorlogen in de jaren negentig. Daaruit ontstond voorzichtig en zeer vrijblijvend een Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB).

Tegen de achtergrond van toenemende spanningen, instabiliteit en onveiligheid aan zowel de Oost- als Zuidgrenzen van de Europese Unie, zijn er de afgelopen jaren enkele concrete stappen gezet tot meer defensiesamenwerking. De focus ligt hierbij vooralsnog op het gezamenlijk ontwikkelen en aanschaffen van materieel door middel van ‘permanente gestructureerde samenwerking’, Pesco, waarbij 25 lidstaten zijn aangesloten. Zo neemt Nederland deel aan projecten op ondere andere het gebied van logistiek, maritieme mijnenbestrijding, cyber- en radiocommunicatie. Deze projecten worden financieel ondersteund door het Europese Defensie Fonds van de Europese Commissie, die hiermee een voet tussen de deur heeft gekregen in het intergouvernementele GVDB.

Minder eenduidig

In de jaren vijftig betekende een Europees leger niet alleen een gezamenlijke begroting en één commandostructuur, maar ook dat de landen hun nationale legers grotendeels moesten opgeven. Anno 2019 is in de discussie de betekenis van het Europese leger minder eenduidig. Er is een permanent hoofdkwartier opgericht, dat zich vooralsnog voornamelijk richt op de niet-executieve missies van de EU, zoals de trainingsmissies in Mali, Somalië en de Centraal Afrikaanse Republiek. Ook ligt er een voorstel voor een Europese Vredes­faciliteit – een budget van 10,5 miljard euro voor de financiering van militaire operaties.

Het argument dat een Europees leger ten koste zou gaan van de Navo wordt steeds minder relevant

Een Europees leger gaat verder dan een permanent hoofdkwartier voor niet-executieve missies en een beperkte begroting voor militaire operaties. Echter, een Babylonische spraakverwarring dreigt.

De door de Franse president Macron voorgestelde Europese interventiemacht staat los van zowel de Navo als de EU. Bondskanselier Merkel kiest daarentegen nadrukkelijk voor een ­Europees leger als onderdeel van het GVDB, en waar mogelijk in nauwe afstemming met de Navo. Bij Macron gaat het vooral om een Europees leger, en bij Merkel om een Europees leger. Deze ambiguïteit biedt echter ook kansen – de concrete invulling is nog niet in beton gegoten.

Is het wenselijk en haalbaar dat in EU-verband wordt geïnvesteerd in een Europees leger om de complexe grensoverschrijdende veiligheidsuitdagingen van deze tijd ‘te lijf’ te gaan?

In de voorstellen voor een Europees leger domineert een functionalistische argumentatie: het is effectiever en efficiënter als de lidstaten van de EU niet allemaal een geheel leger overeind proberen te houden. Met een Europees ­leger kunnen de afzonderlijke lidstaten zich toeleggen op specifieke legeronderdelen. Nu zijn er enerzijds door diverse systemen beperkte mogelijkheden om met elkaar te communiceren en samen te werken, anderzijds overlappen onderdelen elkaar. Door een Europees leger kan de militaire slagkracht vergroot worden tegen een gelijke totaalbegroting.

Soevereiniteit

Tegenstanders van een Europees leger benadrukken de formele soevereiniteit van lidstaten en hun geweldsmonopolie. Ook speelt bij hen de waardering van de Navo als hoeksteen van Europese veiligheid een belangrijke rol. Echter, het argument dat een Europees leger ten koste zou gaan van de Navo wordt steeds minder relevant. De VS kijken steeds meer weg van Europa (pivot to the Pacific), een proces dat al voor Trump van start ging. Je zou juist kunnen zeggen dat een Europees leger de asymmetrische verhouding in de Navo rechttrekt en daarmee de trans-Atlantische verhoudingen ten goede komt.

Wie draagt straks de verantwoordelijkheid voor Europese militaire operaties als er bodybags komen?

Maar een Europees leger brengt wel degelijk risico’s met zich mee. Militarisering van het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid ligt op de loer. Dat betekent dat het militaire instrument de niet-militaire aanpak van buitenlands beleid en veiligheidsvraagstukken steeds meer gaat overschaduwen. Het is daarom van belang dat een Europees leger voldoende is ingebed in een bredere veiligheidsaanpak. Daarnaast is democratische controle op een Europees leger van cruciaal belang voor de legitimiteit van militaire operaties. Immers, wie draagt de verantwoordelijkheid als militairen sneuvelen en de bodybags komen?

De inbedding en democratische controle zijn beter af in een Europees leger à la Merkel, dan een Europees leger à la Macron. Tijdens de onderhandelingen over het Europese leger in de jaren vijftig bleef Nederland lang aan de zijlijn staan. Uiteindelijk strandde het voorstel in het Franse parlement en kon men opgelucht ademhalen. Erop gokken dat de Franse en Duitse ideeën voor een Europees leger eenzelfde leven zijn beschoren is onverstandig.

Door niet met oogkleppen op naar de Navo te blijven kijken, maar een proactieve opstelling te kiezen kan Nederland een bijdrage leveren aan de versterking van een Europese veiligheidsstructuur die is toegerust op de complexe uitdagingen waar de EU mee wordt geconfronteerd.

Lees ook:

De brexit blijft een uitzondering, maar de desintegratie van de EU gaat door

Met de brexit en verkiezingen in zicht wordt 2019 een cruciaal jaar voor de EU. Deel 1 van een serie: universitair docent Nederlandse en Europese politiek Hans Vollaard over het proces van ontbinding.

Brexit of niet, als Europeanen moeten we juist nu solidair blijven

Met de brexit en verkiezingen in zicht wordt 2019 een cruciaal jaar voor de EU. Deel 2 van een serie: Maria Laura Franciosi over identiteit. Voelen we ons Europeaan?

De kloof tussen bruisgebieden en krimpregio’s blijft groeien

Met de brexit en verkiezingen in zicht wordt 2019 een cruciaal jaar voor de EU. Deel 3 van een serie: Caspar van den Berg en Bram van Vulpen over vergeten regio’s die zich verraden voelen door de elite.