Direct naar artikelinhoud

Al ver voor Donald Trump nam de Amerikaanse politiek het niet zo nauw met de feiten

Sinds het aantreden van Donald Trump als president van de VS demonstreren wetenschappers jaarlijks wereldwijd in een March for Science, onder meer in Washington.Beeld AFP

Sinds Donald Trump in het Witte Huis zetelt, heeft de wetenschap vaak het nakijken. Feiten doen er nu minder toe. Maar tegenwerking vanuit Washington heeft veel oudere papieren.

Toen deze week de temperatuur in de staat Minnesota door de grens van -30 graden zakte en Chicago bussen met draaiende motor klaarzette voor daklozen vanwege een verwachte -25 graden, kwam er uit het Witte Huis een tweet: ‘Wat is er in vredesnaam gebeurd met dat opwarmende klimaat? Kom terug, we hebben je nodig!’

Het was ook de week waarin twee chemicaliën, PFOA en PFOS, een permanente verblijfsvergunning kregen in de Amerikaanse waterleidingen, waar ze nu al wijd en zijd voorkomen. Via de media werd bekend dat het Environmental Protection Agency (Epa), zo ongeveer het ministerie van milieu, daar geen maximum concentraties voor wil afkondigen. In beide gevallen hadden de feiten het nakijken. Die twee stoffen zijn het aanpakken waard, meldde vorig jaar een ander ministerie, dat van volksgezondheid. Ongeveer de helft van de Amerikanen krijgt ze elke dag met het drinkwater binnen en de schade die ze toebrengen aan de gezondheid van kinderen, al in de baarmoeder, is tot nu toe zwaar onderschat. Dat rapport werd op aandringen van het Witte Huis een tijd geheim gehouden vanwege de ‘publiciteitsnachtmerrie’ die het zou veroorzaken. Het lekte uit en werd alsnog gepubliceerd – maar de Epa onderneemt dus geen actie.

Geen enkele regering heeft een schoon geweten als het gaat om de omgang met wetenschap

Die uitzonderlijke koudegolf in de VS was te danken aan de straalstroom, de krachtige westenwind die om de aarde heen waait en arctische en gematigde luchtmassa’s gescheiden houdt. De straalstroom waait de laatste decennia zwakker en meandert sterker. Koude poollucht kan vaker gebruikmaken van zo’n slingering en boven de VS doordringen. En wat maakt de straalstroom zwakker? Het gestage opwarmen van het Noordpoolgebied, onderdeel van de klimaatverandering die Donald Trump even kwijt was.

Geen respect

Een regering die resultaten van wetenschappelijk onderzoek onder de pet houdt, in de wind slaat of zelfs bij monde van de hoogste baas belachelijk maakt: voor critici van Donald Trump is het een bewijs temeer dat de Verenigde Staten in handen zijn gevallen van een politieke kliek die geen respect heeft voor de feiten. Maar die moeten van historica en onderzoekster Emily Berman van de Union of Concerned Scientists niet alleen naar de huidige president kijken: tussen wetenschap en politiek is de ­relatie in de VS al tientallen jaren gespannen.

In het vakblad Journal of Science Policy and Governance presenteerde zij eind vorig jaar met co-auteur Jacob Carter de eerste systematische geschiedenis van die verhouding. Hun conclusie: het tegenwerken of onethisch beïnvloeden van wetenschappers heeft al oude papieren. Het was niet onder elke president even erg, maar je ziet het in loop van de tijd wel toenemen. En ja, toch: wat onder Donald Trump gebeurt, is ongeëvenaard.

Ontslagen

Een van de eerste serieuze gevallen in hun overzicht is het ontslag in 1953 van Allen Astin, de directeur van het National Bureau of Standards. Zijn organisatie – te vergelijken met het Nederlands Meetinstituut – had een uitvinding getest, een stof die de levensduur van accu’s zou verlengen, en geconcludeerd dat die niet werkte.

Dat bracht de uitvinder in grote problemen – op gezag van het instituut verbood bijvoorbeeld de nationale postdienst het versturen van reclame voor die stof. Maar president Eisenhower was in 1952 verkozen als kampioen van de kleine ondernemer. Directeur Aston werd ontslagen omdat hij ‘geen rekening had gehouden met de markt’.

De March for Science in Washington in 2018.Beeld AFP

De president kwam er niet mee weg. Wetenschappers kwamen in opstand, de media spraken er schande van. Berman: “Het vakblad Science schreef dat ‘er grote zorg was gewekt over de mogelijkheid dat wetenschappelijke objectiviteit was onderworpen aan politieke bemoeizucht’. Het interessante aan dat citaat is dat het net zo goed zou kunnen gaan over een van de schandalen van nu.”

Sleutelrol

Astin kreeg zijn baan terug, maar er was wel een eerste scheur gekomen in wat aanvankelijk een gelukkig huwelijk leek te worden. Wetenschappers hadden een sleutelrol gespeeld in het winnen van de Tweede Wereldoorlog. Van hen werd daarna een nieuwe inspanning verwacht in het aangezicht van de Russische voorsprong in de ruimterace. En nadat in 1962 Rachel Carson haar boek ‘Silent Spring’ had gepubliceerd, werd het beschermen van het leefmilieu een kerntaak van de overheid.

Overheidsgeld voor onderzoek en wetenschappelijke afdelingen op ministeries waren een logisch uitvloeisel van de behoefte bij de overheid aan kennis. Maar er kwamen tegenkrachten op gang, vertelt Berman. “Tot de jaren zeventig was er nog niet veel op onderzoek gebaseerde regelgeving die het bedrijfsleven in zijn belangen raakte.” De aandacht voor het milieu bracht daar verandering in. “Je kreeg de wetten tegen watervervuiling en luchtvervuiling en regels die dat invulden. En in de politiek ontstonden stromingen voor en tegen de regulering van het bedrijfsleven, en dat betekende dat je onder verschillende presidenten in verschillende mate schendingen van de wetenschappelijke integriteit zag.” Lobby’s en denktanks van bedrijven deden hun best om de invloed van wetenschappers binnen de overheid in te perken.

Steeds meer wetenschappers realiseren zich dat ze niet hoeven te zwijgen omdat ze wetenschapper zijn
Emily Berman, Union of Concerned Scientists

En als een president daar gevoelig voor is – Republikeinse waren dat meer dan Democratische, stelden Berman en Carter vast – zijn er veel manieren om dat te doen. Belangrijke adviesposten onvervuld laten. Adviseurs benoemen die belangen hebben in de door hen gereguleerde bedrijfstak. Regelgeving niet afdwingen. Rapporten laten wijzigen zodat de conclusies beter passen in het politieke straatje. Rapporten laten verdwijnen.

Berman: “En een regering kan ook in het algemeen een vijandig klimaat scheppen voor wetenschappers. Mensen ontslaan zonder goede reden, of overplaatsen zodat ze hun werk niet kunnen doen, ze verbieden met de media te spreken.” Dat laatste gebeurde onder George W. Bush met klimaatonderzoekers. Zijn regering was tot voor kort kampioen in het aantasten van de wetenschappelijke integriteit binnen de overheid.

Dick Cheney

Berman haalt in haar artikel aan hoe vice-president Dick Cheney persoonlijk voorkwam dat het ministerie van binnenlandse zaken twee vissoorten in Oregon bedreigd verklaarde. Dat zou hebben geleid tot het plaatselijk stopzetten van irrigatie in een staat die president Bush tijdens de verkiezingen van 2000 net niet in de wacht had gesleept. Cheneys opzet slaagde, onthulde de Washington Post: het irrigeren ging door, tienduizenden vissen kwamen om. Onder Barack Obama werd het klimaat voor wetenschappers een stuk gunstiger. In zijn inaugurele rede beloofde hij ‘de wetenschap zijn rechtmatige positie terug te geven’. Alle ministeries moesten een ‘wetenschappelijk integriteitsbeleid’ opstellen. Onderzoekers mochten weer gewoon met de pers praten. En de Epa kreeg de uitstoot van broeikasgassen als een kerntaak.

Maar geen enkele regering heeft een schoon geweten als het gaat om de omgang met wetenschap, weet Berman. Obama zondigde bijvoorbeeld toen de dienst die voedsel en medicijnen keurt, de FDA, het oordeel ‘veilig’ uitsprak over de morning-after pil ‘Plan B’. Op grond daarvan hoopte de fabrikant dat het zonder recept verkocht zou mogen worden.

Dick Cheney
Beeld EPA

De regering-Obama, bewust van de politieke gevoeligheid over dit onderwerp, besliste anders, vanwege het gevaar dat zou bestaan voor de gezondheid van jonge gebruiksters, meisjes van 10 en 11 jaar oud. Dat was helemaal niet uit onderzoek gebleken. Berman: “Ze moesten die beslissing intrekken op last van de rechter”.

Daarna kwam president Trump, en keerde opnieuw het tij voor de status van wetenschap in het overheidsbeleid. Berman: “De Union of Concerned Scientists heeft tot nu toe tachtig aanvallen op de integriteit van de wetenschap geteld. Bij vorige regeringen hebben ze het niet zo precies bijgehouden, maar ik denk dat het er in deze twee jaar meer zijn geweest dan in de zeven jaar ervoor.”

Brutaliteit

Behalve het aantal vindt ze ook de brutaliteit van die aanvallen opvallend. Er wordt vaak geen enkele poging ondernomen de maatregelen te verstoppen. “Als media en wetenschappers druk uitoefenen op de regering heeft dat nu niet zoveel effect als vroeger, ze lijken wel in een andere wereld te leven.” Zo werd een medewerker van de National Park Service die op Twitter had verteld wat voor gevolgen stijgende temperaturen hebben voor zijn park daar niet alleen voor berispt, hij moest zelfs naar Washington komen om de schrobbering in ontvangst te nemen – per vliegtuig vanuit Californië.

En iedereen kan vaststellen dat websites van ministeries die zich met het milieu bezighouden grotendeels zijn ontdaan van verwijzingen naar klimaatverandering. De leiding van die ministeries is in handen van voormalige bestuurders of lobbyisten uit de fossiele brandstoffensector. En voor zover nog nodig bewijst ook Donald Trumps Twitter-account dat in zijn Washington niemand zich schaamt voor wetenschappelijk onbegrip en een opinie die door de feiten wordt weersproken.

Ondertussen is het weerwerk dat Berman aanbeveelt niet anders dan de acties die destijds de directeur van het National Bureau of Standards zijn baan terugbezorgden: aandacht van de media, protest van onderzoekers. Die zijn ook steeds meer tot actie bereid – sinds het aantreden van Trump demonstreren wetenschappers jaarlijks wereldwijd in een March for Science.

Daar put Berman hoop uit: “Steeds meer wetenschappers realiseren zich dat ze niet hoeven te zwijgen omdat ze wetenschapper zijn”.

Astronaut moet senator worden

Wetenschappers die willen dat hun vak door de overheid serieus wordt genomen, hebben behalve protesteren of ontslag nemen nog een optie: de politiek in gaan. Chemicus Shaughnessy Naughton probeerde het, maar in 2014 mislukte op het nippertje haar poging om voor de Democraten te worden verkozen in het Huis van Afgevaardigden.

Anderen kan en moet dat wel lukken, dacht ze, en ze richtte de organisatie 314Action op (de naam is afgeleid van het getal π dat ongeveer 3,14 is). Onder het motto ‘Er moeten niet meer talkshowpresentatoren in het Congres zitten dan wetenschappers’ zamelde ze geld in en zocht (Democratische) kandidaten met op zijn minst een wetenschappelijke opleiding voor politieke functies.

Na de Congresverkiezingen van 2018 kon 314Action een flink aantal successen melden. Het Huis van Afgevaardigden heeft er per 3 januari een scheepstechnicus bij, een nucleair technicus (v), een docente natuurwetenschappen, een biochemicus en een verpleegster. En in de Senaat zit nu namens ­Nevada computerprogrammeur Jacky Rosen.

Ze wilden op school klimaatverandering niet meer behandelen, omdat het de kinderen van streek zou maken als ze te horen krijgen dat de ijsberen konden uitsterven
Shaughnessy Naughton

Voor de verkiezingen van 2020 hoopt Naughtons organisatie twee vliegen in een klap te slaan: een Democratische senaatszetel veroveren in een staat die doorgaans Republikeinen kiest, door een astronaut ertoe te verleiden zich kandidaat te stellen. Het verzamelen van fondsen en handtekeningen is al begonnen en spaceshuttle-piloot Mark Kelly lijkt er wel voor te voelen.

Maar ook in minder belangrijke organen moeten mensen zitten die respect hebben voor de wetenschap, vindt Noughton. Zelf werd ze na haar mislukte kandidatuur voor het Huis van Afgevaardigden lid van haar plaatselijke schoolbestuur. En dat was maar goed ook, vertelde ze onlangs op de jaarvergadering van de American Geo­physical Union in Washington. “Ze wilden op die school klimaatverandering niet meer behandelen, omdat het de kinderen van streek zou maken als ze te horen krijgen dat de ijsberen konden uitsterven. Ik heb toen een aantal ouders opgetrommeld om naar de volgende vergadering te komen en daar een stokje voor te steken.”

Lees ook:

Niet zozeer tegen Trump, maar vóór de wetenschap

Toen Amerikaanse wetenschappers drie maanden na Trumps inauguratie in Washington gingen demonstreren, kreeg hun 'March for Science’ diezelfde dag navolging in meer dan vierhonderd steden over de hele wereld, waaronder Amsterdam.