Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Filosofie

Interview

‘Het etiket genocide wordt na de Holocaust te makkelijk opgeplakt’

Yoram Dinstein Internationaal jurist De massamoord in Srebrenica als genocide betitelen is bepaald niet vanzelfsprekend, oordeelt jurist Yoram Dinstein.

Een journalist loopt langs de massagraven bij het genocide-gedenkteken Gisozi in Rwanda.
Een journalist loopt langs de massagraven bij het genocide-gedenkteken Gisozi in Rwanda. Foto Wolfgang Kumm/EPA

Tevreden over de manier waarop het internationaal recht nu wordt nageleefd is Yoram Dinstein (82) nog allerminst. „Als ik dat wel was, was het voor mij tijd om te sterven”, glimlacht de gelouterde Israëlische internationaal jurist die zijn hele werkzame leven heeft gewijd aan dit vakgebied.

Met name het gemak waarmee een term als genocide nu wordt gehanteerd steekt hem. „Laat me een voorbeeld geven, waarin helaas ook Nederland een rol speelt: Srebrenica, de massamoord op de Bosnische moslims. Het Joegoslaviëtribunaal bestempelde dat als een geval van genocide. Dat is bepaald niet vanzelfsprekend. De Serviërs doodden de mannen maar ze lieten de vrouwen en de kinderen vrij. Is het dan genocide? In de Holocaust doodden de Duitsers alle Joden, ook vrouwen en kinderen. Relevant is de bedoeling waarmee zoiets gebeurt. Ik weet niet zeker of het de bedoeling was alle Bosnische moslims te doden.”

Lees ook: Notulen ministerraad: Dales wilde ingrijpen in Srebrenica

De Holocaust is maatgevend voor Dinstein. Het was ook de reden voor zijn komst naar het Vredespaleis, waar hij deze week een lezing hield over de omwenteling die de Holocaust teweegbracht in het volkenrecht. „Het internationaal recht van vóór de Holocaust en van erná verschillen totaal”, zegt Dinstein, emeritus hoogleraar internationaal recht aan de universiteit van Tel Aviv.

De processen van Neurenberg in 1946, waar de nazikopstukken terechtstonden, vormden een mijlpaal. Daar werd het nieuwe concept van misdaden tegen de menselijkheid geïntroduceerd, vooral op voorspraak van Hersch Lauterpacht, een Joodse hoogleraar volkenrecht uit Cambridge. Diezelfde Lauterpacht speelde een hoofdrol bij een ander nieuw naoorlogs concept: de mensenrechten. Een andere Joodse expert, de uit Polen gevluchte Raphael Lemkin, muntte de term ‘genocide’, een concept dat na Neurenberg door anderen werd uitgewerkt.

„Genocide geldt nu als de allerergste misdaad”, zegt Dinstein in een Haags hotel. Tot zijn ergernis plakken velen dit etiket heel makkelijk op gebeurtenissen – hoe dramatisch ook – die dit volgens hem niet verdienen.

Waar komt die neiging vandaan?

„Het heeft met psychologische druk te maken, ook op rechters. Slachtoffers nemen er geen genoegen meer mee als wat hun is overkomen, wordt aangeduid als misdaden tegen de menselijkheid. Ze willen dat het genocide wordt genoemd. Onlangs heeft een tribunaal vastgesteld dat ook in Cambodja sprake was van genocide. Ik zie dat absoluut niet als een genocide. Het ging in Cambodja niet om racistische, religieuze of etnische motieven maar om politieke en sociale drijfveren. Voor mij staat evenmin vast of de massamoord op de Armeniërs uit 1915 achteraf bezien een geval van genocide was.”

Lees ook: Cambodjatribunaal van VN veroordeelt hoge leiders Rode Khmer voor genocide

Was ‘Rwanda’ wel genocide?

„Rwanda is het enige geval in de historie van na 1945 waar er duidelijk sprake van was, net als in de Holocaust. De Tutsi’s werden vermoord om de Tutsi’s uit te roeien. Zelfs sommige Hutu’s die zich tegen de genocide verzetten, werden vermoord.”

Met het oog op dit soort misdaden werd ook het Internationaal Strafhof in Den Haag opgericht maar daar lopen de zaken uiterst stroef.

„Het Strafhof heeft tot dusverre inderdaad nog heel weinig kunnen bereiken. De Nederlanders en de anderen hebben een vreselijke vergissing begaan door de Amerikanen uit te sluiten. Daar was geen goede reden voor. Ze zagen allemaal al een glorieuze toekomst voor zich maar ik zei vooraf op conferenties: doe rustig aan en haal de Verenigde Staten erbij door enige concessies te doen. Dat weigerden ze. Soms denken Europeanen dat ze zaken wel zonder de Amerikanen afkunnen maar dan blijken ze toch niets te kunnen bereiken.”

Zijn de VS zo onmisbaar?

„Als de VS er worden buitengelaten, gebeurt er niets. In de toekomst geldt dat misschien ook voor China. Wie zouden dat nu eigenlijk beter moeten begrijpen dan de Europeanen? In Frankrijk hoor ik van alles over de Franse grandeur. Maar Frankrijk zou er in zijn huidige gedaante niet meer zijn geweest als de Amerikanen in beide wereldoorlogen niet te hulp waren gekomen en na 1945 geen Marshallhulp hadden verleend.”

Uw eigen land, Israël, schendt volgens velen ook het internationaal recht bij zijn bezetting van de Palestijnse gebieden sinds 1967.

„De Israëlische staat van dienst bij die bezetting is niet zo slecht, op twee of drie uitzonderingen na. Tot 1994 deporteerde Israël mensen uit de bezette gebieden. Dat was een schending van artikel 49 van de conventies van Genève, al werd die wettig verklaard door het Israëlische hooggerechtshof. Met die uitspraak was ik het oneens. Maar die praktijk is feitelijk al jaren gestopt.”

En de andere schendingen?

„Ten eerste de verwoesting van huizen van familieleden van Palestijnen die acties tegen Israël hebben uitgevoerd bij wijze van strafmaatregel. Dat is in strijd met de conventies van zowel Genève als Den Haag. Dat zou alleen legaal zijn als onderdeel van een militaire operatie, niet als strafmaatregel. Ik heb me er vaak tegen uitgesproken. Ze stopten het voor meer dan een decennium maar zijn er weer mee begonnen.

Ten tweede zijn er de nederzettingen, waarover veel verwarring is. In de conventies wordt er niet over gesproken, wel over het overbrengen van mensen door de bezetter naar bezet gebied, in dit geval kolonisten. Dat is een schending.”

U sprak van verwarring. Kunnen die nederzettingen toch legaal zijn?

„Het lastige is dat het niet altijd om het overbrengen van kolonisten door de bezetter gaat. Soms zijn het Joden die al voor 1967 in bezet Palestijns gebied woonden en nu terugkeren, in andere gevallen gaan ze op eigen houtje, zoals fanatieke religieuze families soms doen. Vooral in Oost-Jeruzalem wordt er bovendien vaak land gekocht door Joodse kolonisten van Palestijnen, al verbiedt de Palestijnse Autoriteit dat. Mag dat of niet? De regering probeert fanatiek religieuze kolonisten soms echt weg te krijgen. In 2017 deed Netanyahu’s regering dat. Maar de meeste nederzettingen berusten echt op het overbrengen door de staat van mensen en dat is strijdig met artikel 45 van de vierde conventie van Genève.”

U bent oud. U heeft een lange ervaring in het internationaal recht. Bent u er nu optimistischer over dan toen u als student begon?

„Toen ik begin jaren vijftig begon te studeren, circuleerde het grapje: de deugdzamen hebben het internationaal recht niet nodig, en de slechten houden zich er toch niet aan. Toen waren er misschien duizend verdragen en regels, nu tienduizenden. De neiging is nu alles te internationaliseren. Maar niet elk probleem kan worden opgelost door internationaal recht. Nederland heeft het grootste aantal studenten internationaal recht ter wereld, ook absoluut gezien. Een van de problemen is dat als er te veel internationale juristen zijn, ze werk voor zichzelf creëren, ook als dat misschien eigenlijk niet welkom is.”

Lees ook: Laatste keer levenslang: was het Joegoslavië-tribunaal een succes?

Hoe bedoelt u?

„Het Joegoslaviëtribunaal, opgericht in 1994, heeft veel zaken succesvol afgehandeld maar na 25 jaar is het nog altijd niet helemaal klaar. In Neurenberg hadden ze elf maanden nodig, terwijl ze daar met misdaden te maken hadden die veel groter waren dan alle misdaden in Joegoslavië. Waarom duurt het zo lang? Ze krijgen een goed salaris en schrijven vonnissen van honderden pagina’s. Soms worden er wel driehonderd getuigen opgeroepen in één zaak. Nu wordt er ook nog een Kosovotribunaal opgetuigd in Den Haag met honderden mensen. Ik raak daar niet van onder de indruk. Meer betekent niet altijd beter.”