De Commissie bracht de banken hier donderdag van op de hoogte.
De banken zouden tussen 2007 en 2012 op verschillende momenten de concurrentie in de staatsobligatiehandel hebben bemoeilijkt.
Handelaren die in dienst waren van de banken zouden onderling commercieel gevoelige informatie en handelsstrategieën hebben uitgewisseld. Dat zouden ze voornamelijk via chatrooms hebben gedaan, schrijft de Europese Commissie in een persbericht.
Namen banken nog niet openbaar
Het orgaan stelt een onderzoek in naar de handelaren van de banken in kwestie. Als de vermoedens kloppen, hebben de banken EU-regels over mededinging overtreden. De uitkomsten zijn nog niet bekend. De namen van de banken waar het om gaat, worden nog niet openbaar gemaakt.
Het orgaan benadrukt dat de handelswijze, ook als de vermoedens na onderzoek bevestigd worden, geen algemene praktijk was bij staatsobligaties.
Als de handelaren schuldig worden bevonden, kan onder meer worden besloten de betrokken banken een boete te geven ter waarde van 10 procent van de jaarlijkse wereldwijde omzet. Er is geen einddatum ingesteld voor het onderzoek. De duur hangt onder meer af van de complexiteit van de zaak.
Ander onderzoek naar kartelvorming banken
In december werd al bekend dat de Commissie een onderzoek heeft geopend naar mogelijke prijsmanipulatie door vier banken in de periode tussen 2009 en 2015. Volgens een woordvoerder is dit een ander geval en gaat het dus om twee "afzonderlijke onderzoeken".
In december liet Deutsche Bank weten proactief mee te werken aan het kartelonderzoek naar de vier banken en geen boete te verwachten. Ook Credit Suisse verklaarde mee te werken.
NUjij: Uitgelichte reacties