Direct naar artikelinhoud
opinieVaccinweigering

‘Vaccinweigering is veel meer dan slechte framing’

Nóg meer nadruk op ziekte en ellende zal de vaccinweigeraar eerder sterken in zijn standpunt, betoogt wetenschapsredacteur Maarten Keulemans.

De GGD startte in oktober 2018 in Eersel met een regionale campagne rond de meningokokkenziekte. De GGD vaccineerde twee weken op meerdere plekken in de regio.Beeld Pauline Niks

Een interessant stuk van Daan Remarque, met volop stof tot nadenken (Opinie, 26 januari). Omdat hij verwijst naar stukken die ik voor de krant schreef, kan ik het niet nalaten te reageren.

Remarque heeft gelijk dat we de nadruk niet te veel moeten leggen op de (vermeende) nadelen van vaccineren. Daarvan zijn we ons bij de krant bewust. Zo letten we erop artikelen over vaccineren niet te voorzien van wéér zo’n foto van een huilende baby met een naald in de arm. Verstandig vind ik ook de suggestie over het HPV-vaccin. Inderdaad slaat het meer ecologisch ingestelde deel van de natie sterk aan op klinische, afstandelijke laboratoriumnamen, en zo’n vaccin omdopen tot ‘antikankervaccin’ zou wellicht iets uitmaken.

Toch denk ik ook dat Remarque het probleem wat te veel benadert vanuit marketingperspectief. Door veel met wetenschappers én twijfelende ouders te praten, heb ik gemerkt dat weerstand tegen vaccins veel meer is dan een marketingkwestie. Zo lijkt Remarque zich er onvoldoende van bewust dat vaccineren, bij wet, een ­individuele keuze ís. De beleidslijn is: ouders, licht jezelf voor, en maak dan je keuze. En zoals hoogleraar wetenschapscommunicatie Hedwig te Molder eens zei: als je van ouders verwacht dat ze kritisch zelf hun keuze maken, kijk dan niet raar op als er ook ouders een andere keuze maken dan je had gehoopt. Je kunt niet van ouders verwachten dat ze een vrije keuze maken, en tegelijk zeggen: maar als je iets anders kiest dan vaccineren, ben je een gekkie die onverantwoordelijk bezig is.

Diepere motieven

Achter vaccinweigering zitten ­motieven die veel verder gaan dan ‘ze geven bijwerkingen’ of ‘ze werken niet’. In de antroposofische hoek is vaccinweigering vooral een uiting van verzet tegen de als grootschalig, kil en chemisch ervaren instituties die de vaccins voortbrengen: de industrie, het RIVM, het zorgsysteem. Zoals een van hen tegen me zei: ‘Het is niet normaal dat we onze voeding ­bespuiten, dat we de zeeën en het ­milieu verpesten, dat we supermarktspullen kopen vol kunstmatige toevoegingen. We zijn zo diep gezonken dat we zeggen: prima, spuit je kind gerust vol met allemaal stoffen.’

Ook achter het verzet tegen het HPV-vaccin zitten waarschijnlijk diepere motieven. Het vaccin gaat ­immers over seks, over soa’s. En welke 13-jarige meid (of welke ouder) wil daar al aan denken? Je bent vast een slet als je dat vaccin nu al nodig hebt, is een achterliggende emotie. Vandaar dat oud-RIVM-directeur infectieziekten Roel Coutinho onlangs in deze krant voorstelde het vaccin uit de sfeer van de sporthallen te halen en onder te brengen bij de huisarts.

Slimmere framing zou zulke emoties eerder kunnen versterken. ‘Zie je nou wel? De campagnes worden steeds gelikter, de grote samenzwering die onze kinderen vol wil spuiten met rommel zoekt zijn heil in steeds gemenere propagandatechnieken!’ Ook tegen klimaatscepsis, kwakzalverij of, zeg, twijfel over genetische manipulatie heeft scherpere framing nooit erg geholpen.

Open vizier

Liever dan met een opgeheven vinger benader ik de vaccinscepticus dan ook met open vizier en een onderzoekende blik. Wat zit deze ouders precies dwars? Verdient die industrie nou echt zoveel aan vaccins? Hebben de weigeraars niet gewoon een punt? Wat zit er eigenlijk in die vaccins? Aluminium? Kan dat dan geen kwaad? (Het antwoord is overigens een overtuigend nee, volgens onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek.)

De gestaalde vaccinweigeraar, met ingegraven positie, trekken we hiermee niet over de streep. Maar wel de middengroep, die aan het twijfelen is gebracht door de antipropaganda. Na mijn artikel over ‘prikken of niet’ kreeg ik veel reacties van uitgerekend de ongeruste ouders, die blij waren dat we hun zorgen serieus namen, zonder ze meteen weg te zetten als ‘gekkie’.

In oktober vroeg ik een van de ­invloedrijkste vaccinsceptici van het land om in alle ernst haar bezwaren te formuleren, en toetste ik die bezwaren zo open en eerlijk mogelijk aan de wetenschap. Het artikel waar dat toe leidde, ligt inmiddels geplastificeerd in wachtkamers, wordt verstrekt door consultatiebureaus en wordt nog ­altijd flink gedeeld op internet. En uit de lezersreacties vernam ik dat heel wat twijfelende ouders de zaak er ­anders door zijn gaan zien.

Terwijl de framing (‘Vijf horrorverhalen over vaccins!’) Remarques goedkeuring niet zal wegdragen. Misschien kan het zo ook en zijn er meer wegen die naar Rome leiden?

Maarten Keulemans is wetenschapsredacteur bij de Volkskrant.