Direct naar artikelinhoud

Armeense asielzoekers zijn vooral vastbesloten om niet terug naar Armenië te gaan

Een ‘road map’ moet Armeense kinderen helpen bij hun verhuizing van Nederland naar Armenië.Beeld Solid Road

Het is niet toevallig dat Armeense gezinnen opvallend vaak centraal staan in discussies over het kinderpardon. Armeniërs maken amper kans op een verblijfsvergunning, maar wonen vaak al jaren in Nederland. Er is hulp voor terugkeer, maar ook gezinnen die daar gebruik van maken, verdwijnen soms van de radar.

Het zijn vaak gezinnen met kleine kinderen die aankloppen. Ze zijn vertrokken uit een van de gezinslocaties, waar afgewezen asielzoekers met minderjarige kinderen moeten werken aan hun terugkeer. Nu willen ze noodopvang in een gemeente. Alles om maar niet te worden uitgezet naar Armenië. 

Maar de organisaties voor noodopvang kunnen weinig voor ze betekenen. Voor een dak boven hun hoofd, een bed en eten moeten de Armeniërs echt naar een gezinslocatie. De weinige plekken die de noodopvang heeft zijn voor afgewezen asielzoekers die, zonder hulp, op straat moeten slapen.

Ze bouwen snel een netwerk op in Nederland, veelal dankzij kerken, en hun kinderen doen het over het algemeen goed op school

Het is een duivels dilemma. “Armeense gezinnen kunnen terecht in een gezinslocatie. Maar daar gaan ze niet naartoe of ze gaan daar weg. In de praktijk resulteert dat in een situatie waarin minderjarige kinderen op straat staan”, zegt Rana van den Burg van Stichting Noodopvang Utrecht (SNU), een van de organisaties die in Nederland afgewezen asielzoekers opvangt. “Blijkbaar verkiezen ouders de illegaliteit.”

Amper kans

Armeniërs zijn een bijzondere groep asielzoekers. Ze maken amper kans op een verblijfsvergunning, omdat hun land volgens Nederland veilig is. Ze vormen een grote groep in de gezinslocaties, wonen daar langer dan gezinnen met andere nationaliteiten en verdwijnen meer dan gemiddeld van de radar. Ze bouwen snel een netwerk op in Nederland, veelal dankzij kerken, en hun kinderen doen het over het algemeen goed op school. Maar bovenal zijn ze vastbesloten niet terug te keren naar hun land van herkomst.

Vorig jaar kwamen er, tot en met november, 63 Armeniërs naar Nederland. In 2017 waren dat er 109. Opvallender is dat als Armeniërs vluchten ze vaak hun hele gezin, soms inclusief grootouders, meenemen. In de gezinslocaties zijn ze oververtegenwoordigd.

Volgens een onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) uit 2015 waren Armeense gezinnen toen de grootste groep (14 procent) na de Afghanen (15 procent), terwijl er veel meer Afghaanse vluchtelingen hier zijn dan Armeense.

Daar komt bij dat in tegenstelling tot de Afghanen, Irakezen en Somaliërs (de andere grote groepen in gezinslocaties) Armeniërs ook in de herkansing zelden een verblijfsvergunning krijgen. Van de Irakese, Afghaanse en Somalische gezinnen vertrok grofweg een op de drie uit een gezinslocatie omdat ze die wel alsnog kregen. Van de Armeniërs was dat slechts 8 procent.

Zwervend bestaan

Ze geven echter niet zomaar op, blijkt uit datzelfde WODC-onderzoek. Meer dan welke nationaliteit dan ook wonen ze jaren achter elkaar in een gezinslocatie, wat betekent dat ze lang in allerlei verschillende asielprocedures zitten. Vrijwillig terugkeren doen ze amper. Van de Irakese gezinnen keert een groter percentage vrijwillig terug dan van de Armeense. Een op de tien Armeense gezinnen verdwijnt met onbekende bestemming van de radar. Ook dat zijn er meer dan de Irakese gezinnen. Deze Armeense gezinnen verkiezen een zwervend bestaan boven het risico terug te moeten keren.

Vaak is dat omdat ze ervan overtuigd zijn dat hun kinderen hier een betere toekomst hebben, zegt Shushan Evoyan, zelf ooit gevlucht uit Armenië en nu werkzaam voor het Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt. “Kinderen kunnen in Nederland gewoon naar school, je hoeft niet overal smeergeld te betalen. Slimme kinderen kunnen een goed diploma halen. Armeense ouders weten: vanaf het moment dat een kind in Armenië naar school moet, moet je overal voor betalen. En een goede opleiding is altijd de belangrijkste wens.” 

Niets om naar terug te keren

Daar komt bij dat Armeense families vaak alle schepen achter zich hebben verbrand en dat ouders vrezen voor het moment dat hun zonen op hun achttiende het leger in moeten. “Ze verkopen alles”, zegt Evoyan. “Soms vertrekken ze met meerdere generaties. Er is niets om naar terug te keren.”

Waar Armeense gezinnen terechtkomen als ze weggaan uit een van de gezinslocaties is niet helemaal duidelijk. Het vermoeden is dat ze onderdak vinden binnen het netwerk dat ze hebben opgebouwd, bijvoorbeeld binnen de Armeense gemeenschap of de kerkgemeente. “Dan vinden ze via via een baantje en een goedkoop appartement ergens”, denkt Evoyan. In enkele gevallen worden ze geholpen door een van de gemeentelijke noodopvangorganisaties. Vaak komen de families weer in zicht wanneer ze een nieuwe asielprocedure beginnen.

De overheid is echter onbetrouwbaar gebleken, is een rode draad in de verhalen

De vluchtverhalen van Armeniërs zijn divers, maar vaak hebben die te maken met corruptie, seksueel geweld of problemen met de overheid die uitmondden in geweld. “Armenië is een prachtig land, maar het wordt slecht bestuurd”, zegt Evoyan. Er is volgens haar sprake van clan-politiek. “Op alle belangrijke posities, in het leger, op school, bij de politie, zitten mensen die daar door de regering zijn neergezet.”

Onbetrouwbare overheid

Het probleem is dat veel van die verhalen moeilijk te bewijzen of te controleren zijn. Bovendien is asiel in principe bedoeld voor slachtoffers van gewapende conflicten en voor mensen die door hun overheid worden vervolgd en het risico lopen te worden vernederd, gemarteld of geëxecuteerd. In het overwegend christelijke Armenië is dat volgens Nederland allemaal niet het geval. Bij conflicten wordt de Armeense overheid geacht haar burgers te beschermen.

Die overheid is echter onbetrouwbaar gebleken, is een rode draad in de verhalen. “Er is ontzettend veel corruptie”, zegt ook John van Tilburg van stichting Inlia, die in Groningen de bed-bad-broodopvang regelt, asielzoekers bijstaat en betrokken is bij het Armeense gezin Tamrazyan dat in de Bethelkapel uitzetting tracht te voorkomen. “Ik durf de stelling wel aan dat Armenië geen veilig land is”, zegt hij. “Degene die de baas is, is echt de baas. Als je een eigen zaak hebt en je krijgt ruzie met de verkeerde ondernemer, kun je helemaal de klos zijn. Het gaat om bijna maffia-achtige praktijken.”

Voor vrouwen, en dan met name alleenstaande vrouwen met kinderen, is het leven zwaar. “Bij vrouwen zien we vaak dat er sprake is van seksueel geweld door iemand met een hoge positie”, is de ervaring van Van den Burg van noodopvang SNU. “Daardoor kunnen ze geen hulp inroepen of aangifte doen.”

Tel daar de armoede bij op, uitzichtloosheid en de toch al enorme diaspora van het Armeense volk: volgens, overigens niet onomstreden, cijfers wonen amper drie miljoen van de elf miljoen Armeniërs daadwerkelijk binnen de republiek.

Maar Armenië verandert. Vorig jaar kwam de huidige premier Nikol Pasjinjan aan de macht en hij haalt de bezem door oude structuren. Evoyan is er voorzichtig positief over, en ook Van Tilburg heeft vertrouwen. Maar, zeggen ze allebei, het duurt even voor alle oude structuren en gewoontes zijn vervangen door nieuwe.

“Het is nu echt mogelijk daar weer een leven op te bouwen”, zegt directeur Yvonne Bussche van stichting Solid Road. Die stichting begeleidt met ‘The Green Way’ Armeense gezinnen die vrijwillig willen terugkeren naar hun land. Dat project begon in 2017 omdat Solid Road merkte dat die groep extra begeleiding nodig heeft, willen ze meewerken aan terugkeer.

Achttien gezinnen

Dankzij The Green Way krijgen gezinnen in Nederland en in Armenië intensieve begeleiding. Hun huisvesting en een beroepsopleiding worden een jaar lang betaald, net als een half jaar Armeense taalles voor de kinderen. Op dit moment wonen er vier gezinnen met begeleiding van The Green Way opnieuw in Armenië. Het project, dat wordt betaald door de Europese Unie en de Nederlandse overheid, wil in drie jaar tijd achttien gezinnen aan een toekomst in Armenië helpen.

Het project heeft extra aandacht voor kinderen. “Ouders vinden het vaak moeilijk om aan de kinderen te vertellen dat ze teruggaan”, zegt Esther Smit, projectcoördinator van The Green Way. “Kinderen zijn bang of denken dat het hun schuld is. Dat ze niet goed genoeg hun best hebben gedaan op school.” Voor de kinderen is er daarom een roadmap, een soort stappenplan ter voorbereiding op de verhuizing, waarmee ze onder meer afscheid kunnen nemen van hun vriendjes en vriendinnetjes. Ook wordt er gezorgd voor goede afspraken tussen hun oude en nieuwe school.

Mensen zijn zo gewend aan corruptie dat ze denken dat ik van alles voor hun kan regelen
Shushan Evoyan, Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt

Toch hebben ook Bussche en Smit meer dan eens meegemaakt dat gezinnen halverwege de begeleiding verdwenen. Bussche: “Ze denken dan toch: hier kan mijn kind in ieder geval een goed schooldiploma halen of de juiste zorg krijgen. We horen ook veel medische verhalen.”

Gestolen hoop

“Illegaal zijn is niet goed voor de kinderen”, zegt Evoyan tegen ouders die naar ROS komen en de optie met haar bespreken. “Ik probeer altijd de juiste informatie te geven. Mensen komen hier soms en zeggen: ik wacht op het kinderpardon. Ik zeg dan dat dit niet reëel is, dat het er misschien helemaal niet komt of dat het nog jaren kan duren.”

Gestolen hoop
Beeld Solid Road

Dat wordt haar niet altijd in dank afgenomen. “Dan vinden ze dat ik hun hoop steel.” Zelf heeft ze niet veel contact met Armeniërs, ze gaat het een beetje uit de weg. “Mensen zijn zo gewend aan corruptie dat ze denken dat ik van alles voor hun kan regelen.” 

Projectleider Smit van The Green Way heeft veel contact met Armeense gezinnen in Nederland en is recent in de Armeense hoofdstad Jerevan geweest. Zij vertelt over een goede school in de hoofdstad, een betrouwbare partnerorganisatie, goede huisvesting en de kans om weer aan het werk te gaan, te leren en te leven. “Natuurlijk, Nederland heeft een van de beste onderwijssystemen ter wereld”, zegt Smit. “Zo goed wordt het niet snel. Maar er zijn daar mogelijkheden om weer een leven op te bouwen.”

Maar omdat gezinnen hier vaak al jaren zijn en kinderen hier soms geboren zijn, is dat geen gemakkelijk gesprek. “Ze maken gebruik van de wetgeving die het mogelijk maakt om steeds opnieuw te procederen”, zegt Bussche over dat lange verblijf in Nederland. “We zien veel medische procedures en veel verzoeken voor het kinderpardon.”

Wantrouwen

Over wat de kinderpardondiscussie van afgelopen week betekent voor de gezinnen die ze nu begeleiden, willen Bussche en Smit niets zeggen.

Het wantrouwen onder Armeniërs ten opzichte van overheden is enorm, ziet Smit. “Het belangrijkste is om dat vertrouwen weer op te bouwen”, zegt ze. “Elk traject is maatwerk, het kost veel tijd. Soms zeggen mensen dat hun leven in gevaar is, maar vaker willen ze om andere redenen niet terug. We moeten per gezin kijken waar de angsten zitten, wat we voor hen kunnen betekenen.”

Bussche vertelt dat zij regelmatig van Armeense gezinnen met meerderjarige zonen hoort dat zij zich zorgen maken dat hun kind bij aankomst in Jerevan meteen het leger in moeten. “Wij regelen dan met onze partnerorganisatie in Armenië dat dat niet hoeft, maar dat die jongens enkele maanden de tijd krijgen om even te wennen in het land.” Smit: “Dan hoef je niet eens te regelen dat een kind niet hoeft te gaan, dat kan ook helemaal niet. Maar het helpt al om afspraken te maken.”

Lees ook:

Sofi en haar familie durven niet meer te hopen dat ze in Nederland mogen blijven

Zelfs na een politieke aardverschuiving omtrent het kinderpardon durft de Armeense familie Hovhannisjan niet te hopen op een verblijfsvergunning. Toch zou een minder streng meewerkcriterium hen heel goed uitkomen.

Het komt vooral door armoede dat zoveel Armeniërs vertrekken
Er is al decennia een exodus gaande vanuit Armenië. Voor de kleine voormalige Sovjetrepubliek in de Kaukasus
is emigratie een kernprobleem sinds het in 1991 de onafhankelijkheid verwierf. 

CDA verandert van mening over kinderpardon: ‘De situatie is onhoudbaar’
Eerder wilde de regeringspartij nooit verder gaan dan een sobere versie, met strenge voorwaarden voor asielzoekers.