Volgens de Guardia Civil, de Spaanse nationale politie, moet er nog een paar centimeter worden geboord om bij de locatie waar Julen zou zitten te komen.
Nu er weer een stuk graniet is opgeblazen met een klein explosief, zijn de reddingswerkers weer begonnen met het graven. Ze graven in groepen van twee met de hand richting de plek waar Julen zou zitten.
In totaal is vier keer een 'microvoladura' ingezet om het graniet op te blazen. Het plaatsen en gecontroleerd laten afgaan van de explosieven kost iedere keer zeker twee uur.
De reddingsploegen zitten in een horizontale galerij op 70 meter diepte, de diepte waar Julen al dertien dagen zou zitten. Sinds donderdag 17.33 uur zijn de mijnwerkers begonnen met het uitgraven van de 4 meter lange horizontale gang naar de Spaanse peuter.
De reddingsactie werd de vader van Julen te veel. Volgens Spaanse media kreeg de man vrijdagavond een paniekaanval. Nadat een dokter bij hem kwam, ging het naar omstandigheden weer redelijk goed met de man.
Smalle tunnel maakt graven moeilijk
De tweejarige jongen zit sinds zondag 13 januari vast in een 110 meter diepe put bij de Zuid-Spaanse plaats Totalán. Het gat waar hij in is gevallen, is erg smal. Daardoor moesten reddingswerkers een verticale tunnel evenwijdig aan de put graven.
Of de peuter nog leeft, is niet bekend. Kort na zijn val zouden zijn ouders gehuil hebben gehoord, maar daarna is er geen teken van leven meer van de jongen vernomen.
Ook is niet zeker of Julen op de plek zit waar de reddingswerkers denken dat hij zit.
Wil jij elke ochtend direct weten wat je 's nachts gemist hebt en wat er die dag gaat gebeuren? Abonneer je dan nu op onze Dit wordt het nieuws-nieuwsbrief!