Direct naar artikelinhoud
ColumnAleid Truijens

Het blinde lot is eerlijker dan de mens die oordeelt op basis van ‘motivatie’ en ‘persoonlijkheidskenmerken’

Jammer. We zijn niet de goudeerlijke en rechtvaardige persoon die we willen zijn en soms ook denken te zijn. Zeker niet als we anderen de maat nemen. Daar bestaat grappig onderzoek over. Werknemers die zichzelf en elkaar beoordelen, geven zichzelf stelselmatig een hoger rapportcijfer dan anderen en overschatten hun aandeel in successen. Kennelijk denken wij dat als we hard op de borst trommelen, boven op de rots, iedereen daarin trapt, en gaan we ook zelf geloven dat we fantastisch zijn.

Discrimineren? Neuh, dat doen we niet. Toch kiezen we bij sollicitaties feilloos de kandidaat die het meest lijkt op ons overschatte zelf. Zo krijgen ouderen en migranten minder snel een baan. Dat mechanisme is er met jarenlang goedbedoeld stimuleringsbeleid niet uit te rammen. Het Amsterdamse gemeentebestuur wil discriminatie nu op heterdaad betrappen. Het gaat ‘mysteryguests’ met verschillende achtergronden naar dezelfde sollicitaties sturen om te onderzoeken wie de baan krijgt en waarom.

Misschien moeten we dat in het hoger onderwijs ook eens doen. Ook daar wordt gediscrimineerd bij de selectie van studenten, op sociaal milieu en migratieachtergrond. Dat gebeurt bij doorstroming van mbo naar hbo en bij selectie van studenten voor numerus-fixusopleidingen. Als zij worden beoordeeld op ‘motivatie’ en ‘belangstelling’, zijn de jonge klonen van de mensen in de selectiecommissie in het voordeel. Jongeren met een andere achtergrond zijn net even minder geschikt. ‘Zachte’ criteria zijn cultuurgevoelig en leiden tot vooroordelen. Onbedoeld en onbewust natuurlijk.

Je hoeft geen ziener te zijn om dit effect te voorspellen, maar gelukkig is er nu wetenschappelijk bewijs. Ruim een jaar geleden concludeerde promovenda Nienke Schripsema dat ‘selectie aan de poort’ bij geneeskunde niet tot betere studieresultaten leidt dan ‘gewogen’ loting (met meer kans bij hogere cijfers). Promovenda Anouk Wouters ontdekte dat deze selectie niet had geleid tot betere motivatie, bevlogenheid en studieprestaties, maar dat ‘de diversiteit’ van studenten wel zou afnemen. Sebastiaan Steenman concludeerde in zijn promotieonderzoek dat de selectiecriteria nauwelijks aansluiten bij de leerdoelen van opleidingen en dus weinig voorspellen. Mogelijk goede kandidaten worden onterecht afgewezen.

Wat wél helpt bij toelating tot een numerus-fixusstudie, is als je ouders dezelfde studie hebben gedaan. Dat blijkt uit een recent onderzoek van Researchned. Heb je zulke ouders niet, dan kun je een cursus doen die je klaarstoomt voor het selectiegesprek en je leert de gewenste antwoorden te geven. Dat kost wat, natuurlijk, maar het blijkt te lonen.

Wie wil dat nu, oneerlijke toegang tot het hoger onderwijs? De Onderwijsinspectie vindt het vreselijk. Minister Ingrid van Engelshoven ook, zei ze afgelopen najaar. Maar eerder, toen er Kamervragen over werden gesteld, had ze geantwoord dat het niet alleen om studiesucces ging, maar ook om ‘welke student bij een opleiding past’; daarbij waren ‘persoonlijkheidskenmerken’ en ‘motivatie’ belangrijk.

Ik vind dat griezelige criteria. Welke persoonlijkheden zijn ietsje beter dan andere? Motivatie kun je heel goed veinzen. Charmante en goedgebekte mensen zijn niet vanzelf getalenteerder of slimmer dan sociale stuntelaars. Zelf zou ik geneigd zijn ijverige puberale cv-bouwers en slijmerds die beweren voor hun zielige oude omaatje te hebben gezorgd meteen de deur te wijzen, maar gelukkig heb ik het niet voor het zeggen.

Helaas, ook komend studiejaar laat de minister deze dubieuze selectie doorgaan. Een overheid mag mensen niet via instellingen beoordelen op ‘persoonlijkheidskenmerken’. Zij moet de kwaliteit van het onderwijs bewaken. Alle burgers zijn gelijk, ook studenten. Het gaat erom of iemand voldoet aan de inhoudelijke eisen en de tentamens haalt. Zijn er te veel studenten, dan in godsnaam maar loten. Het blinde lot is eerlijker dan de mens.