Als het aan minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming ligt, komen daders van zware misdrijven niet meer vanzelfsprekend vrij na twee derde van hun gevangenisstraf. Ook moet de voorwaardelijke invrijheidstelling pas maximaal twee jaar voor het einde van de straf ingaan.
Dat staat in het wetsvoorstel dat Dekker aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. In het voorstel staat ook dat het Openbaar Ministerie per geval bekijkt of een gedetineerde voorwaardelijk vrij kan komen.
Onverteerbaar voor slachtoffers
Daarbij wordt gekeken naar het gedrag van de gedetineerde, belangen van slachtoffers en het gevaar voor de maatschappij.
Dekker noemt het voor 'de samenleving, en voor slachtoffers in het bijzonder, onverteerbaar dat daders vrijwel altijd maar twee derde van de opgelegde straf achter de tralies zitten'.
"Daar komt bij dat de zwaarst gestraften op die manier de langste periodes voorwaardelijk vrij zijn. Dit doet onvoldoende recht aan de straf die ze opgelegd hebben gekregen."
Inzet wordt beloond
Van gedetineerden wordt voortaan verwacht dat ze, zodra ze in de gevangenis zitten, proberen 'hun leven weer op de rit te krijgen'.
Zo moet herhaling van crimineel gedrag worden tegengegaan. Inzet wordt beloond, negatief gedrag wordt bestraft. Op grond van goed gedrag wordt ook bepaald of een gedetineerde verlof kan krijgen.