Direct naar artikelinhoud

Om de leefstijl te verbeteren, moet het Preventieakkoord meer rekening houden met sociale verschillen

De helft van mannen met een vmbo-opleiding rookt, terwijl dat onder hoogopgeleiden 15 procent is.Beeld Phil Nijhuis

Het Preventieakkoord toont ambitie, maar heeft te weinig oog voor sociale verschillen, aldus Karien Stronks, Janneke Harting en Michael Schreuders.

In het recentelijk gesloten Nationaal Preventieakkoord maken het kabinet, gemeenten, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en vele andere partijen afspraken om Nederland gezonder te maken. Het akkoord richt zich specifiek op het terugdringen van roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik. De ambities zijn torenhoog. Zo moet in 2040 het aantal mensen dat aan obesitas-gerelateerde ziekten lijdt - zoals suikerziekte en hart- en vaatziekten - met 40 procent zijn gedaald.

Deze ambities zijn alleen te realiseren als maatregelen worden genomen die effectief zijn binnen groepen waar ongezond gedrag het meest voorkomt. Daar wringt de schoen. We nemen de maatregel om roken tegen te gaan als voorbeeld. In het Preventieakkoord staat dat het stoppen-met-rokenprogramma's gratis wordt door het niet onder het eigen risico te laten vallen.

Om de groepen waarin ongezond gedrag het meest voorkomt te laten profiteren, is het noodzakelijk ze expliciet te benoemen en bovendien extra maatregelen te nemen

Leidt dit ertoe dat vooral rokers in groepen waar het meest gerookt wordt gaan stoppen? Het gaat dan bijvoorbeeld om jonge mannen met ten hoogste een vmbo-opleiding. De helft van hen rookt, terwijl dat onder hogeropgeleiden 15 procent is. Op basis van eerdere ervaringen valt te betwijfelen of met name de eerstgenoemde groep van de maatregel zal profiteren: de vergoeding voor stoppen-met-rokenondersteuning die in 2011 werd ingevoerd, leidde juist tot meer stoppogingen onder rokers in hogere inkomensgroepen. Dat is niet verwonderlijk. In lagere inkomensgroepen zie je vaak een stapeling van problemen, vaak samenhangend met armoede of een als negatief ervaren leefbaarheid van de buurt. Deze problemen verdringen de aandacht voor gezond gedrag snel naar de achtergrond.

Om de groepen waarin ongezond gedrag het meest voorkomt te laten profiteren, is het noodzakelijk ze expliciet te benoemen en bovendien extra maatregelen te nemen. Zo zou het kwijtschelden van het eigen risico voor stoppen-met-rokenondersteuning gepaard moeten gaan met een aanbod dat meer inspeelt op een sociale omgeving waar roken nog steeds de norm is. Het huidige aanbod, van veelal individuele ondersteuning, doet dat onvoldoende. We weten dat in zo'n omgeving intensieve en langdurige groepsgewijze ondersteuning, waarbij rokers in- en uitstromen en meerdere stoppogingen kunnen doen, effectiever kan zijn. Ook zijn maatregelen nodig zoals armoedebestrijding of verbetering van de leefbaarheid van een wijk. Deze scheppen de ruimte die nodig is om gezond gedrag prioriteit te kunnen geven.

Ambitie

Een ander voorbeeld is het voorkómen van ernstig overgewicht, ofwel obesitas. Ook dit gezondheidsprobleem komt het sterkst voor onder lagere sociaal-economische groepen. Zo heeft een op de vier vrouwen met alleen basisschool obesitas, terwijl dat onder vrouwen met een hbo- of universitaire opleiding een op de twaalf is. Het Preventieakkoord erkent het belang van ongunstige sociaal-economische omstandigheden voor het ontstaan van obesitas, maar de overeengekomen maatregelen sluiten daarbij niet aan. Een voorbeeld. Vanaf 1 januari 2019 is in de basisverzekering de zogeheten gecombineerde leefstijlinterventie opgenomen. Daarin ondersteunt een leefstijlcoach mensen met obesitas die gemotiveerd zijn, af te vallen bij het veranderen van hun eet- en beweegpatroon.

In deze vorm is het een illusie te verwachten dit in lagere sociaal-economische groepen tot langdurige gedragsverandering leidt. Onderzoek laat zien dat hier meer voor nodig is, zoals een frequentere begeleiding en een aanbod van beweegactiviteiten dat past bij wat in verschillende culturen gebruikelijk is. Bovendien zijn maatregelen nodig gericht op het inrichten van een omgeving die uitnodigt tot gezond gedrag. Te denken valt aan een flinke prijsverlaging van gezonde voeding zoals groente en fruit. Juist zulke maatregelen worden in het Preventieakkoord niet geconcretiseerd.

Het Nationaal Preventieakkoord toont ambitie. Om die ambitie te kunnen waarmaken, komt het aan op een goede uitwerking, bestaande uit maatregelen die tot gedragsverandering leiden binnen groepen waar potentieel de meeste gezondheidswinst te behalen valt. Worden deze groepen niet expliciet benoemd en worden geen passende maatregelen ingezet, dan wordt slechts lippendienst bewezen aan het streven naar een gezonder Nederland.

Héél erg goed voor jezelf zorgen: recht of plicht?

De zorg stelt mensen voor lastige morele dilemma’s. Moet ik voor vader zorgen? Wie krijgt die dure medicijnen? Houdt de roker recht op zorg? Aflevering 3 in de serie ‘Voor wie moet ik zorgen?’ Dit keer: zorgen voor jezelf. Met wetenschapsfilosoof en -psycholoog Trudy Dehue.

Komen we ooit af van het zwaarlijvige schuldgevoel?

De afspraken waarmee staatssecretaris Blokhuis gezonder leven wil bevorderen, zijn te slap genoemd, ook in Trouw. Ze worden vanzelf harder, betoogt het Filosofisch Elftal.