Het is nog altijd code rood op de woningmarkt, een groeiend aantal expats met een flinke zak geld bestormt de huurmarkt in de grote steden, starters stellen kopen uit en blijven scheefwonen: het wordt jongeren die op zichzelf willen wonen kortom niet makkelijk gemaakt.
In 2010 woonde nog ruim 14 procent van de late twintigers thuis, in 2018 lag dit percentage op 18 procent, berekende het CBS. Naast de huidige woningkrapte zorgen een studieschuld en het afschaffen van de basisbeurs ervoor dat jongeren later op zoek gaan, zegt Marcel Trip van de Woonbond.
Zes vierkante meter: 849 euro per maand
Trip: "Jongeren lopen bij sociale huur tegen enorme wachttijden op. Gemiddeld is de inschrijfduur zo’n negen jaar voor het bemachtigen van een sociale huurwoning. Daar komt bij dat veel commerciële aanbieders inkomensgrenzen hanteren, waarbij je als huurder drie of vier keer de maandhuur moet verdienen. Dat is voor veel jongeren niet te doen."
Jongvolwassenen die genoegen nemen met alleen een kamer moeten flink in de buidel tasten: op Kamernet stond deze week een kamer van zes vierkante meter te huur voor 849 euro per maand, mét gebruik van de keuken. Een uitwas, maar ook weer niet zo uniek.
Trip: "Kamernet liet vorig jaar weten dat de gemiddelde prijs voor een kamer op 403 euro ligt. Via het puntenstelsel voor kamers bestaat er voor elke kamer een maximale huurprijs, maar studenten betalen gemiddeld 100 euro meer dan is toegestaan volgens het stelsel."
'Jongeren schamen zich minder voor hun ouders'
Nestplakkers, worden ze genoemd. Maar is dat erg? Valt best mee, vertelt Susan Branje, hoogleraar Adolescentie aan de Universiteit Utrecht. De leeftijd waarop jongeren überhaupt op zoek gaan naar iets voor zichzelf wordt steeds hoger.
"Jongeren gaan langer naar school. Misschien komt het daardoor dat het lijkt alsof ze steeds langer kind blijven. Ze hebben vaak een betere relatie met hun ouders dan jongeren een paar decennia terug hadden. De autoriteitsverhouding is anders, ouders hebben meer begrip voor jongeren omdat de verschillen tussen hen niet zo groot meer zijn. Langer thuis wonen is iets wat jongeren én ouders vaak prima vinden en goed gaat."
Reinier (26) uit Linsschoten stelt zelfstandig wonen voorlopig nog even uit. "Soms ben ik bij vrienden thuis die in een studentenhuis wonen. Al die mensen op een hoopje, alles delen. Ik vind het echt walgelijk. En er dan ook nog zoveel voor betalen: dat doe ik niet."
Gezellig iedere avond tijdens het avondeten de dag doorspreken net als vroeger, zo is het niet helemaal meer in het ouderlijk huis, vertelt Reinier. "Maar verder ben ik hier niet op kamers of zo. Ik betaal ook geen huur. Dat is gelukkig nog niet bij m'n ouders opgekomen."
Of zijn ouders weleens toespelingen maken? "Het komt eigenlijk nooit ter sprake. Zij weten ook wel dat ik niet echt een plan heb en voorlopig nog wel even aan het studeren ben. Soms maakt m'n moeder wat grapjes over de uitzet die ze voor me aan het verzamelen is. Verder leven we met de dag."
Gemiddelde prijs voor een kamer is 403, maar jongeren betalen veel meer
Uit vragenlijsten die Branje liet invullen onder jongvolwassenen over autonomie, bleek dat jongeren betrokkenheid van ouders graag accepteren, vertelt zij. "Dat ouders zich met geldzaken bemoeien werd bijvoorbeeld niet intrusief gevonden. Een paar decennia terug zou dat als heel vervelend en betuttelend ervaren worden."
Het gevoel van schaamte dat jongeren ervaren als ouders hun zaken oplossen bestaat nu veel minder, merkt Branje. "Op de universiteit zien we soms ouders langskomen om bepaalde problemen op te lossen. Vroeger zou een student zich daar flink voor schamen. Het gaat een stapje te ver, want jongeren moeten ook geholpen worden op den duur autonoom te worden."
Je moeder naar de universiteit laten komen om je problemen op te lossen gaat te ver
Je ouders naar je school laten komen als je boven de achttien bent vind ik te ver gaan. Je moet als jongvolwassene wel zelf je geldzaken en eventuele problemen op je studie regelen."
Als ouders en kinderen een goede relatie hebben, de juiste balans weten te vinden tussen zelfstandigheid en ondersteuning is er in principe niks aan de hand, aldus de hoogleraar. "Het enige bezwaar kan zijn dat een eigen gezin vormen op den duur biologisch niet meer mogelijk is."